Ja, er bestaan er veel. Al ligt de circulaire klemtoon per project soms anders. Sommige gebouwen zijn echte circulaire constructies, andere scoren op materiaalvlak minder circulair, maar werden wel zo flexibel ontworpen dat ze later makkelijk een nieuwe invulling kunnen krijgen, wat ook als circulair te bestempelen valt.
Bouwen volgens de principes van de circulaire economie is in wezen een kwestie van gezond verstand. Wanneer een multidisciplinair team al in een vroeg stadium van een project rond de tafel zit om samen na te denken over de beste manier om, bijvoorbeeld, een gebouw te ontwerpen dat een flexibele bezetting in de loop van de tijd mogelijk maakt, kunnen we al spreken over (een bepaald aspect van) circulair bouwen, zonder dat we het nog maar over de materiaalkeuze hebben. Het team anticipeert en ontwerpt in functie van de huidige en toekomstige bezettingsvormen.
Maar circulair bouwen gaat dus ook over materialen en de actoren van de bouwsector lijken zich hier steeds meer bewust van te zijn. Eén van de huidige uitdagingen is het ondersteunen van die actoren bij hun overgang naar werken met circulaire bouwmaterialen. Veel steden en regio's in Europa hebben daarvoor intussen ondersteunende strategieën geïmplementeerd, zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via het Gewestelijk Programma voor Circulaire Economie of kortweg GPCE.
In dat kader ontstonden projecten zoals Hageltoren of Horta-RSZ, die functioneren als inspirerende voorbeelden. Het eerste project, gerealiseerd door de bouwonderneming Jacques Delens, betreft een renovatie van een industrieel erfgoedpand gericht op het hergebuik van bakstenen op de site zelf. 60 m³ bakstenen werd afgebroken en opnieuw gebruikt in het gebouw, nadat de bakstenen werden klaargemaakt voor hergebruik door de werknemers van de onderneming. Deze operatie was een gelegenheid om werknemers op te leiden in de verschillende handelingen die specifiek zijn voor hergebruik, voor een financiële kost die uiteindelijk gelijk staat aan de aankoop van nieuwe materialen, maar met een veel lagere milieukost en een echte toegevoegde waarde in termen van opleiding van de teams van het bedrijf.
In het project Horta-RSZ, werd door bouwbedrijf Louis De Waele ook de volledige toeleveringsketen voor hergebruik in de praktijk getest. Er werd bijna 500 m³ isolatie uit de binneninrichting gehaald om te worden hergebruikt voor het isoleren van 341 daken, gebouwd door dezelfde aannemer. Deze operatie bevat een noodzakelijke evaluatie van de thermische waarde van het isolatiemateriaal door het WTCB, de herconditionering ervan voor transport, de opslagtijd en de uitsnijdingen voor hergebruik. Ook daar dus een verschuiving van de kosten voor de aankoop van nieuwe materialen en de kosten voor het verwijderen van afval naar arbeid en studies.
Een laatste inspirerend voorbeeld is de productieruimte van BC materials, gesitueerd langs het Brusselse kanaal. In de zoektocht naar een plaats voor het uitvoeren van zijn activiteiten, heeft het team van BC Materials geopteerd voor een tijdelijke bezetting van een wachtgrond. Samen met de ontwerpers van BC architects & studies en andere bouwpartners, heeft het team van BC materials een volledig omkeerbare productieloods ontworpen die bovendien gerealiseerd is met hergebruikte materialen: hergebruikte betonplaten op basis van grind en zand van werven, demonteerbare betonblokken voor de verticale wanden en een houten structuur verankerd aan de hand van spanriemen om de omkeerbaarheid te verzekeren op het niveau van het dak. Kortom: een ontmanteling en heropbouw van de faciliteit op een andere site is perfect mogelijk.