Circulair bouwen is zeker haalbaar voor kleinere ontwerp- en studiebureaus. Ook kleine aannemers moeten niet lijdzaam toezien. Afhankelijk van het schaalniveau zullen immers andere pijlers van circulair bouwen interessant zijn.
Dat ook kleine ontwerp- en studiebureaus zich op circulair bouwen kunnen toeleggen, bewijst het feit dat heel wat kleine bureaus deelnemen aan innovatieve circulaire projecten, zoals ’t Centrum van Kamp C en het Circular Retrofit Lab van de Vrije Universiteit Brussel. Het gaat louter om de opbouw van kennis en dat kan in principe iedereen, of je nu werkzaam bent in een klein of groot ontwerp- of studiebureau. Het is correct dat grotere bureaus makkelijker mensen vrij kunnen maken om hen die kennis te laten opdoen. Al zien we toch ook dat experts zich vaak groeperen in kleinere bureaus met een niet te onderschatten creativiteit om ondanks hun beperkte middelen grootse prestaties neer te zetten.
Ook kleinere aannemers kunnen mee op de kar van circulair bouwen springen, al biedt ervaring doorheen de volledige keten, zoals die die we terugvinden bij grote groepen actief in het geheel van design, build, finance, maintenance en operate uiteraard heel wat voordelen wanneer op dit geheel geanticipeerd moet worden in de aanbieding. Grote aannemers kunnen door hun omvang ook meer druk leggen op andere spelers in de keten – producenten, afvalverwerkers… – om een circulair aanbod ter beschikking te stellen en ook kostenefficiënter werken. Dat ligt moeilijker voor spelers van een kleinere omvang.
Anderzijds zien we dat die kleinere aannemers zich vaak omringen met andere, kleine, gelijkgestemde partners en zo dankzij de relatief flexibelere omgeving waarin zij werken – kleine, veelal private projecten met minder strikte eisenpakketten en tijdsdruk – toch net zo ver geraken, zij het steunend op andere pijlers binnen het circulair bouwen. Veel kleine aannemers hebben in vergelijking met grotere aannemers ook een niet te onderschatten kennis en vakmanschap, zeker op het vlak van oude bouwmaterialen en constructietechnieken. Dat laat hen bijvoorbeeld toe snel het hergebruikpotentieel en de kwaliteit van tweedehandsbouwmaterialen in te schatten.
Wanneer we in de toekomst evolueren naar een circulair bouwproces, waarbij onderhoud, vervangingen en zelfs eigenaarschap herverdeeld of tenminste op voorhand gedefinieerd zullen worden, kan de rol van de aannemer danig veranderen. In die transitie zullen grotere aannemers mogelijk beter uitgerust zijn om een logistieke en administratieve omslag te maken.