Is er wel een markt voor tweedehandsproducten?

Bestaande projecten en initiatieven in de steigers tonen aan dat een markt voor tweedehandsproducten wel degelijk potentieel heeft.

Het volstaat een blik te werpen op enkele van de belangrijkste initiatieven of organisaties zoals Rotor vzw, Opalis, RotorDC en Werflink om vast te stellen dat er een aanbod van en interesse voor tweedehandsproducten is.

Rotor bijvoorbeeld, is een vereniging die sinds 2005 actief is op het vlak van hergebruik van gebouwcomponenten, via onderzoek, interieurprojecten met hergebruikmaterialen en verschillende samenwerkingen. Daaruit ontstond de website Opalis, die de gegevens van professionele handelaars verzamelt die componenten verkopen afkomstig van de ontmanteling van oude interieurs of gebouwen. Opalis informeert ook over de meest voorkomende gebouwproducten op de hergebruikmarkt en hun belangrijkste eigenschappen. Daarnaast toont de website ook een zeventigtal recente realisaties waarin tweedehandsproducten zijn toegepast. Rotor stampte ook een eigen webshop uit de grond: RotorDC, of Rotor Deconstruction, omdat het merkte dat nog veel waardevolle materialen uit tertiaire gebouwen in de vuilbak belanden. 

De laatste jaren zien almaar meer dergelijke initiatieven het levenslicht. Het online platform Werflink, bijvoorbeeld, ontwikkeld door BESIX in samenwerking met de Vlaamse Confederatie Bouw en Vlaanderen Circulair, stelt Belgische bouwbedrijven die lid zijn van de VCB in staat materiaaloverschotten en overbodig materiaal te verkopen of verhuren. Ook transport en diensten worden erop aangeboden.

Er staan ook nog enkele veelbelovende initiatieven in de steigers, zoals BatiTerre, dat in de regio Brussel gebruikte en herbruikbare bouwproducten zal inzamelen en verkopen. Kamp C, hét centrum voor duurzaam bouwen en wonen in Nederland, gaat in de nabije toekomst dan weer met diverse partners in Noordwest-Europa de mogelijkheden bekijken om regionale materiaalplatformen op te zetten, initieel binnen de sociale huisvesting, maar met het doel om de platformen daarna ook een bredere invulling te geven. Dat opzet kadert in het CHARM-project.

Beantwoord door: Jonathan Verdonck, Kamp C & Mieke Vandenbroucke, VIBE vzw

Onze partners