‘Diversiteit’ is een van de oorspronkelijk 23 ontwerprichtlijnen voor veranderingsgericht bouwen, opgesteld door de VUB, KU Leuven en VITO. Door deze richtlijn in acht te nemen wenst men veerkracht te creëren in een stad.
De richtlijnen werden opgesteld om, door een goed ontwerp, de nood aan renovaties te verminderen en hergebruik in de toekomst te faciliteren. Op die manier wordt net als bij circulair bouwen de afvalproductie geminimaliseerd en de materialenkringloop op verschillende schaalniveaus gesloten.
Door de richtlijn ‘diversiteit’ in acht te nemen wenst men veerkracht te creëren in een stad. Mieke Vandenbroucke schreef in 2015 in de publicatie met de 23 richtlijnen dat “diversiteit op vlak van functies, voorzieningen en woningtypes een wijk levendiger maakt en de leefbaarheid en sociale cohesie verhoogt. Door de diverse opbouw is een wijk beter bestand tegen veranderlijke leefpatronen. Dat wil zeggen dat een integratie van nieuwe functies gemakkelijker is en de mogelijkheid ontstaat om van woningtype te veranderen bij een gewijzigde gezinssituatie.”
Op deze manier worden grootschalige renovatiewerken en grote verhuisbewegingen uit de weg gegaan en kunnen veranderende noden lokaal aangepakt worden. Denk bijvoorbeeld aan kinderopvangvoorzieningen. Stel dat enkel jonge gezinnen komen wonen in een pas ontwikkeld stadsgedeelte, dan is er eerst een tekort aan kinderopvang en na verloop van tijd een teveel. Beter is een sociale mix te hebben, zodat de vraag min of meer gelijk blijft en minder snel schommelt. Die sociale mix kan je stimuleren door te voorzien in diverse woningtypes.
Maar de diversiteit gaat dus breder dan de functie wonen. Vandenbroucke in dezelfde publicatie: “Voorzie diverse functies (zoals wonen, handel, diensten en cultuur) in een wijk in plaats van te beperken tot een monofunctionele wijk of locatie, waar enkel woon- of commerciële functies aanwezig zijn.”
Bij veranderingsgericht bouwen ligt de nadruk sterk op het sluiten van de materialenkringlopen, maar een circulaire bouweconomie is meer dan dat. Door een functionele diversiteit te voorzien, wordt ook een sociale diversiteit bewerkstelligd. En die kan verder doorgetrokken worden naar een divers aanbod aan werkvoorzieningen.
Naast sociale en functionele diversiteit, hoort circulair bouwen ook aandacht te besteden aan biodiversiteit, want als we op lange termijn biologische grondstoffen willen blijven produceren is behoud van biodiversiteit van ons natuurlijk kapitaal een noodzaak. Daarnaast is het ondersteunen van biodiversiteit een van de cruciale aspecten bij het inperken van klimaatverandering. Een hoge graad van biodiversiteit is dus fundamenteel in de uitbouw van een circulaire economie en het leefbaar houden van onze leefwereld.