Waarom zijn polyvalentie en multi-inzetbaarheid belangrijk voor circulair bouwen?

Polyvalentie en multi-inzetbaar zijn twee pijlers waarop circulair bouwen gestoeld is.

Volgens de onderzoekers Galle en Herthogs is een ruimte, gebouw of plek multi-inzetbaar als er kan worden voldaan aan de noden en wensen van verschillende gebruikersgroepen met specifieke activiteiten. Multi-inzetbaar is niet te verwarren met multifunctioneel, waarbij men eerder doelt op een gebouw dat meerdere functionele bouwprogramma’s tegelijk onderbrengt – met andere woorden: voor elke functie is al een aparte ruimte voorzien. Een gebouw is bijvoorbeeld multi-inzetbaar als het polyvalente ruimtes of beweegbare componenten bevat, zoals schuivende, draaiende of plooiende wanden die een reeks van vooraf bepaalde aanpassingen toelaten.

Volgens dezelfde onderzoekers is een gebouw of ruimte polyvalent te noemen als het ontwerp het toelaat om aan veranderende noden te voldoen zónder het gebouw of de ruimte te moeten aanpassen.

Een van de doelstellingen van circulair bouwen is de materialenkringloop sluiten, maar men moet in eerste instantie het materiaalgebruik beperken. Door in te zetten op multi-inzetbaarheid doet men dat. Men vermijdt zware renovaties of sloop bij veranderende noden. Een multi-inzetbaar gebouw kan zich mits enkele lichte ingrepen aanpassen aan een nieuwe invulling, waardoor er helemaal geen nieuw gebouw hoeft te worden neergepoot. Waar je bij circulair bouwen op componentniveau materialen zo lang mogelijk probeert te gebruiken, probeer je op gebouwniveau het gebouw zo lang mogelijk te gebruiken.

Wat ooit een industrieel magazijn was kan, indien er in de ontwerpfase al rekening werd gehouden met een mogelijke reconversie, bijvoorbeeld tot een woning of kantoor worden omgebouwd. Er werd immers al op geanticipeerd in het ontwerp, denk aan het slim uittekenen van de technieken, leidingen, stopcontacten … Het volstaat dan enkele binnenmuren te verplaatsen, een openbaar toilet wordt gemakkelijk een badkamer enzovoort. Het is evenwel waarschijnlijker dat de oude en nieuwe functie van het gebouw dichter bij elkaar liggen, een woonzorgcentrum dat een hotel wordt bijvoorbeeld. Het hoéft zelfs geen gerichte ontwerpkeuze te zijn van bij de start. Zo hebben veel oude pakhuizen die niet voorzien waren op een herbestemming, vandaag toch een nieuwe functie.

Door een grote draagcapaciteit, een vrije planindeling, een goede toegankelijkheid of een hoge daglichttoetreding, kan een gebouw, volgens de onderzoekers, eenvoudig een nieuwe functie herbergen. Niet enkel een gebouw, maar ook de ruimte tussen gebouwen kan multi-inzetbaar ingericht worden. Denk bijvoorbeeld aan een openbaar plein waarop in de week auto’s kunnen parkeren en in het weekend een markt of een openluchtconcert georganiseerd kunnen worden.

Beantwoord door: Mieke Vandenbroucke, VIBE vzw & Tim Ost en Eliah Mallants, beiden VK Architects & Engineers

Bron:

Publicatie OVAM

Onze partners