Bij circulair bouwen is het besef dat een element en gebouw zijn opgebouwd uit verschillende lagen met een verschillende levensduur van kapitaal belang.
Het is bij circulair bouwen immers belangrijk om zowel op element- als gebouwniveau in de ontwerpfase rekening te houden met die gelaagdheid. Componenten of lagen met een kortere levensduur zitten bij voorkeur niet opgesloten tussen lagen met een langere levensduur, tenzij ze eenvoudig bereikbaar blijven voor onderhoud, aanpassing of vervanging. Ingegoten technieken of dragende muren die de planindeling vastleggen zijn dus uit den boze als je circulair wil bouwen. Als lagen met een verschillende levensduur samenvallen, is het immers veel moeilijker om die technieken of de planindeling aan te passen, zonder ingrijpende renovatiewerken en bijhorende afvalproductie.
De Amerikaan Stewart Brand visualiseerde de verschillende lagen waaruit elk gebouw bestaat in een tekening die vandaag geldt als de leidraad bij circulair bouwen. Volgens de schrijver, internetpionier, milieupionier en futuroloog bestaan gebouwen as such niet, enkel bouwlagen die allen een verschillende levensduur hebben. Zes om precies te zijn. In volgorde van levensduur, te beginnen met de langste, zijn dat: Plaats of het perceel waarop het gebouw staat (eeuwig), structuur of de funderingen en dragende muren (30 tot 300 jaar), gevels of alle buitenoppervlakten van het gebouw (20 jaar), leidingen of de “werkende ingewanden” van een gebouw (7-15 jaar), plattegrond of de onderverdeling van het interieur zoals dragende wanden, plafonds, vloerbekleding en deuren (3-30 jaar) en de inboedel (dagen tot maanden).