De term biomimetica, in het Engels, biomimicry, is een samentrekking en afleiding van de Griekse woorden bios, wat leven betekent, en mimesis, wat zich laat vertalen in imiteren. Het is een nieuwe wetenschap die de natuur bestudeert en als inspiratie gebruikt om problemen in geïndustrialiseerde samenlevingen op te lossen. Zo is een zonnecel bijvoorbeeld geïnspireerd op een blad dat aan fotosynthese doet.
De genialiteit van de natuur nastreven bij het ontwerpen van producten, processen en systemen, daar draait het bij biomimicry dus allemaal om. De onderliggende redenering om dat te doen is dat oplossingen ontwikkeld in de natuur vaak ingenieus, duurzaam en stabiel zijn onder veranderende omstandigheden en, aangezien ze er zelf deel van uitmaken, de natuur geen schade toebrengen.
Het doel van biomimicry is dus om innovatieve systemen, strategieën, producten en processen te creëren zoals in ecosystemen, zodat ze geen negatieve impact hebben op het milieu. Niet enkel het initiële ontwerp moet op een milieuvriendelijke manier benaderd worden, maar ook de ganse levensduur van het product in kwestie.
De natuur kan onder meer inzichten geven in de materiaalselectie, productprocessen en het gebruik van producten. Dat is niets nieuws, we maken eigenlijk al sinds het ontstaan van de mensheid gebruik van de natuur als inspiratiebron. De term die erop gekleefd wordt is dan wel weer relatief nieuw en werd pas eind jaren 90 geïntroduceerd.
Biomimicry wordt vaak verward met ‘bionics’. Dit is een meer technisch concept, waarbij biologische methodes bijdragen tot het innovatieproces van nieuwe technologieën, maar die technologieën niet per se geen impact hebben op het milieu. Een standaard Velcro-sluiting is bijvoorbeeld gebaseerd op de natuur, maar gemaakt van plastic. Vanuit het standpunt van biomimicry zouden natuurlijke materialen voorgesteld worden, die geen afval produceren na gebruik. Want de natuur creëert in principe geen echt afval, want al het afval wordt voedsel voor een ander organisme. Zo circuleren materialen en energie in een oneindige cyclus zonder vervuiling te genereren.
In dat opzicht en ook in andere is biomimicry geïntegreerd in het circulair denken. Beide focussen op het milieu, efficiëntie en afvalreductie, op producten … Maar circulaire economie kan je ruimer interpreteren dan biomimicry. Het neemt ook rentabiliteit mee in rekening, sociale aspecten … Ook is er bij materialen ook sprake van een technische kringloop en niet enkel van een biologische. Het gaat dan bijvoorbeeld over hergebruik van de componenten en het upcyclen van de materialen.