Circulair aanbesteden is het aanbesteden van projecten waarbij prijs niet de doorslaggevende factor vormt, maar wel de circulariteit van de oplossing.
De traditionele vorm van aanbesteden verhindert circulair bouwen in principe niet, maar stimuleert het ook niet. Zo is bij een klassieke aanbestedingsprocedure:
Bij circulair aanbesteden geeft de vergunnende overheid de procedure zo vorm, dat circulair bouwen wordt aangemoedigd. Prijs als criterium is niet meer aan de orde, er is een investeringsbudget en een operationele kost en de markt wordt uitgedaagd om voor dat geld de meest circulaire oplossing te bedenken. Er worden circulaire criteria uitgeschreven zoals een bepaalde graad van omkeerbaarheid, een bepaald percentage aan hergebruik en het gebruik van een bepaald aantal circulaire materialen, waarop de bouwpartijen worden gequoteerd. Hoe zij die criteria invullen, bepalen ze volledig zelf.
Er wordt met andere woorden niet langer een eisenpakket opgesteld, maar functioneel beschreven wat de nood is. Zo vraagt een overheid niet meer een bepaald type verwarmingsketel, maar stelt ze dat de temperatuur constant 21°C moet zijn. Hoe aan die 21°C wordt voldaan, is aan het bouwconsortium om in te vullen. Dat kan bijvoorbeeld louter door een slimme isolatie, die uiteraard wel circulair moet zijn.
U las bouwconsortium? Klopt, de overheid stimuleert de markt op die manier ook om bouwconsortia te vormen, die bestaan uit verschillende partijen die anders sequentieel aan bod komen en minder samenwerken, zoals een ingenieur, architect, aannemer … Door van in het begin samen te werken wordt elke partij in elke fase van het bouwproces betrokken, wat de circulariteit van het project alleen maar ten goede kan komen.
De focus wordt met andere woorden verlegd van minimale kosten naar minimale life-cycle cost, van vernietiging van grondstoffen naar behouden van waarde.