Vanuit de idee dat afval niet meer of minder is dan grondstoffen die in de anonimiteit terechtkomen, ontstond Madaster, een digitaal platform dat fungeert als bibliotheek en generator voor materialenpaspoorten.
Want het concept product as a service kan die verspilling weliswaar verminderen, maar niet geheel voorkomen. We zullen er dus voor moeten zorgen dat we meer grip krijgen op het beheer van grondstoffen als we definitief een einde willen maken aan de vernietiging van eindige grondstoffen in ons gesloten systeem.
De omslag naar een wereld waarin we nog slechts circulair bouwen, is volop aan de gang. Maar we zijn er nog lang niet. Wanneer een product of gebouw vandaag als waardeloos wordt beschouwd, verliest al het verwerkte materiaal nog veel te vaak zijn bestaansrecht. Dan spreken we alleen nog maar van afval. De kenmerken en eigenschappen van de materialen die erin verwerkt zijn – aanvankelijk waardevolle informatie – geraken in de vergetelheid en er wordt dus amper nog iets aangevangen met die materialen, die niet zelden perfect hergebruikt kunnen worden.
Het lijkt gelukkig langzaamaan door te dringen om wat voor énorme verspilling het gaat. Vanuit die bewustwording kwam er in de afgelopen jaren steeds meer aandacht voor een methode die men ‘urban mining’ noemt; een stad of ander dichtbebouwd gebied wordt – terecht – beschouwd als een mijn waarin gigantische grondstoffenreserves voorhanden zijn. Maar het gaat bij dergelijke methoden slechts om inventariseren en redden wat er achteraf nog te redden valt. Niemand weet immers precies hoeveel, waar en wat er aan grondstoffen in een ‘urban mine’ zit, want niemand heeft het ooit opgeschreven. Bovendien is er bij de productie nooit op dit stadium geanticipeerd; producten zijn niet zo ontworpen dat ze makkelijk en zonder waardeverlies te demonteren zijn, laat staan te remonteren. Integendeel, de verschillende onderdelen zijn in het productieproces vaak op zo’n ingewikkelde wijze aan elkaar vastgeplakt dat het heel moeilijk is om individuele grondstoffen te herwinnen. Dat is dan zo arbeidsintensief, dat het voor recyclingbedrijven te duur wordt om de verschillende materialen uit afval in hun oorspronkelijke waarde terug te winnen en ze altijd zullen kiezen voor de verbrandingsoven.
Met andere woorden: methoden als deze kunnen de negatieve effecten aan het einde van de huidige keten gedeeltelijk repareren, maar veranderen niets aan de keten zelf en daardoor kan het probleem enigszins worden afgeremd, maar nooit opgeheven. Symptoombestrijding dus.
Om ervoor te zorgen dat er nooit meer materialen en grondstoffen verloren gaan, werd in 2011 door verschillende Europese partijen dus het Materialenpaspoort bedacht, een paspoort waarin alle materialen, gebruikte grondstoffen en componenten van een product of gebouw zijn geregistreerd, evenals informatie over waar die zich bevinden, het potentieel voor recyclage … In 2017 werd vervolgens op initiatief van Madaster Foundation, een Nederlandse non-profitstichting, een kadaster voor materialen opgericht: Madaster. Dat is een online database die voor iedereen toegankelijk is – particulieren, bedrijven overheden en wetenschappers – waarin de identiteit en de tijdelijke ‘verblijfplaatsen’ van materialen gedocumenteerd worden in de vorm van materialenpaspoorten. Die worden vervolgens geregistreerd en gearchiveerd in een centraal archief. Op die manier wordt de gebouwde omgeving volledig digitaal tot in detail gedocumenteerd en weten we zeker dat de identiteit van de materialen daadwerkelijk herkend én erkend wordt, zodat het hergebruik ervan op een zo hoogwaardig mogelijke manier wordt gefaciliteerd.