Architecten zien toekomst in circulair bouwen

Vlaamse architecten zijn vastbesloten om zich de volgende jaren sterk te verdiepen in circulair bouwen, ook architecten die vooral actief zijn in de woningbouw. Dat blijkt uit een enquête die Redactiebureau Palindroom afnam bij 174 Nederlandstalige architecten. 

Het onderzoek kadert in een grootscheepse enquête die Redactiebureau Palindroom afnam bij Nederlandstalige architecten met als belangrijkste focus de communicatie van en naar de architectenbureaus. Circulair bouwen heeft niet direct te maken met communicatie, maar omdat Redactiebureau Palindroom ook zijn eigen totaalproject Circubuild had opgestart rond circulair bouwen, was het wel benieuwd in hoeverre Vlaamse architecten al vertrouwd zijn met dat vernieuwende bouwprincipe en of zij zich er in de toekomst op willen gaan toeleggen. Later zal dit onderzoek ook gevoerd worde bij Franstalige architecten.

De resultaten vormen een hart onder de riem voor de pleitbezorgers van circulair bouwen. De enquête toont aan dat architecten wel degelijk toekomst zien in circulair bouwen. Opmerkelijk is wel dat er op dat vlak vrij grote regionale verschillen zijn. Zoals te verwachten zijn er ook grote verschillen te noteren als je de cijfers opsplitst in functie van leeftijd, grootte van het bureau en specialisatie van het bureau.


1 op 3 heeft al ervaring met circulair bouwen

De enquête toont aan dat inzake circulair bouwen steeds meer de stap gezet wordt van theorie naar de praktijk. Ongeveer 1 architect op 3 beweert dat hij al minstens één keer de principes van circulair bouwen toegepast heeft. 18% heeft ze zelfs al meerdere keren toegepast.

60% van de architecten heeft nog geen ervaring met circulair bouwen, maar beweert toch de grote principes onder de knie te hebben. Slechts 7% moet toegeven dat hij er wel eens van gehoord heeft maar er weinig of niets over afweet. 

Het merendeel van de architecten is van plan zich (nog verder) te verdiepen in circulair bouwen. 43% wil daar absoluut werk van maken, een bijna even groot percentage is daar ook toe bereid maar heeft nog geen concrete plannen in die richting. Slechts 16% ziet er geen heil in om het circulair bouwen onder de knie te krijgen. 12% bij gebrek aan tijd, 4% omdat hij of zij het niet nodig vindt.


40-ers meest begaan met circulair bouwen, 60-plussers het minst

De wil om meer in te zetten op circulair bouwen is aanwezig bij alle leeftijdscategorieën, maar toch zien we significante verschillen als we de antwoorden van de verschillende generaties naast elkaar leggen.

De 40-ers zijn duidelijk het meest begaan met circulair bouwen en hebben er ook de meeste ervaring mee. Bijna de helft van deze leeftijdsgroep heeft al één of meer circulaire projecten in portefeuille en de wil om zich hier verder in te verdiepen is ook het grootst bij deze leeftijdsgroep.

Vervolgens komt de jongste generatie (40 jaar of jonger), die iets meer ervaring heeft dan de 50-ers. De oudste generatie architecten (60 jaar of ouder) is duidelijk het minst vertrouwd met circulair bouwen, maar toch wil ook van deze groep ongeveer twee derde zich nog meer gaan verdiepen in circulair bouwen, wat toch een groot aandeel is als je weet dat deze architecten toch niet zo lang meer actief zullen blijven. 1 op 3 architecten in deze leeftijdsgroep is niet van plan zich er nog in te verdiepen. Niet omdat hij of zij het niet nodig vindt, maar wel door gebrek aan tijd.


Antwerpse en Oost-Vlaamse architecten staan het verst

Antwerpse architecten en in iets mindere mate Oost-Vlaamse architecten hebben de meeste ervaring met circulair bouwen en zijn ook het meest geneigd zich nog verder in de problematiek te verdiepen. Van de Antwerpse architecten heeft al meer dan 47% ervaring met circulair bouwen. Bij de Oost-Vlaamse architecten ligt dat percentage op 45%. Limburg bevindt zich in de middenmoot met 32% van de architecten die ervaring heeft met circulair bouwen. Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen hinken duidelijk achterop; het valt op dat de provincies met het meeste ervaring ook de provincies zijn waar de architecten zich nog meer in de problematiek willen verdiepen. Dat lijkt erop te wijzen dat circulair bouwen smaakt naar meer bij architecten die er ervaring mee hebben.


Eenmansbureaus hinken voorlopig achterop

De grootte van het bureau speelt een grote rol als het over circulair bouwen gaat. Van de eenmansbureaus heeft slechts 14% ervaring met circulair bouwen, bij bureaus van 50 personen of meer 86%. De ervaring met circulair bouwen is dus duidelijk minder groot bij eenmansbureaus en in iets  mindere mate bij bureaus tot 5 werknemers. Bij bureaus vanaf 5 werknemers stijgt de ervaring met circulair bouwen heel sterk ten opzichte van de kleine bureaus. Toch is het niet zo dat je mag stellen dat hoe groter het bureau is, hoe meer ervaring er is met circulair bouwen.

Bureaus van 5 tot 10 werknemers (73% ervaring) scoren zelfs beter dan bureaus met 11 tot 50 medewerkers (47% ervaring). Bij de echt grote bureaus van meer dan 50 werknemers zien we dan weer een enorme piek, met 86%.

Bij de kleine bureaus tot 5 werknemers is de ervaring met circulair bouwen nog beperkt, maar de wil om zich erin te verdiepen is er wel degelijk. Ongeveer 80% van deze architecten geeft aan dat het zich circulair bouwen wil eigen maken. Bij de grotere bureaus ligt die ambitie nog hoger met scores variërend van 86 tot 95%.


Circulair bouwen meer in trek bij utiliteitsbouw dan bij woningbouw

Vaak wordt de vraag gesteld of circulair bouwen haalbaar is voor particuliere woningen. Veel  voordelen van circulair bouwen manifesteren zich immers sterker wanneer er een zekere schaal en repetitiviteit in het project zit en dat is meer het geval in de utiliteitsbouw dan in de woningbouw. Daarom hoeft het ook niet te verwonderen dat architecten die hoofdzakelijk actief zijn in de utiliteitsbouw meer ervaring hebben met circulair bouwen en zich er in de toekomst ook meer op willen toeleggen.

Het verschil is er dus, maar het is niet zo groot als velen zouden verwachten. Ook van architecten die vooral actief zijn in de woningbouw heeft 30% al ervaring met circulair bouwen en wil meer dan 80% er zich nog verder in verdiepen. Het is dus zeker niet zo dat woningontwerpers hun neus ophalen voor het vernieuwende bouwprincipe. Integendeel; dat blijkt ook uit het feit dat slechts 5% van deze groep zich niet gaat verdiepen in circulair bouwen omdat hij het niet nodig vindt.

Circulair bouwen is dus meer in trek in utiliteitsbouw dan in de woningbouw, maar we vroegen ons af of er binnen de brede range van utiliteitsbouw sectoren zijn die meer of minder open staan voor circulair bouwen. Dat blijkt wel degelijk het geval te zijn.

Aan de architecten werd gevraagd wie hun belangrijkste opdrachtgever was. Ze konden hier twee antwoorden aankruisen uit een reeks van zeven. Als we deze vraag matchen met de vragen rond circulair bouwen, kregen we zicht op de sectoren waar circulair bouwen al het best ingeburgerd is.

Zoals te verwachten was en zoals zojuist al aangestipt werd, heeft de particuliere woningbouw nog een duidelijke achterstand op de andere sectoren, maar toch zien we ook hier dat 22% al ervaring heeft met circulair bouwen en dat 79% zich er nog verder wil in verdiepen. Bemoedigende cijfers voor de toekomst van circulair bouwen in de woningbouw.

De architecten die actief zijn in de zorgsector en de scholenbouw zijn al het best vertrouwd met circulair bouwen en bij hen is de wil om zich de thematiek nog meer eigen. Hierbij kan je je wel de bedenking maken of dat komt door de sector of omwille van de grootte van het bureau. Het zijn immers vooral grote bureaus die ziekenhuizen en scholen ontwerpen en deze zijn sowieso meer begaan met circulair bouwen.

De cijfers voor de architecten die werken voor de overheid en sociale woonmaatschappijen zijn ook redelijk hoog. Veel circulaire projecten die nu al afgerond zijn of lopende zijn, waren immers pilootprojecten van de overheid. Het valt inderdaad te verwachten dat de overheid de rol van katalysator blijft spelen en meer van dergelijke experimentele projecten zal opstarten. Als de overheid echt een voorbeeld wil stellen inzake circulair bouwen, doet ze er goed aan de aanbestedingsprocedures aan te passen en de duurzaamheid en de circulariteit meer te laten  doorwegen bij openbare aanbestedingen. Enkel zo zal circulair bouwen, ook los van proefprojecten, doorbreken in de bouwprojecten van de overheid.

De score van architecten in de projectontwikkeling  zit op dezelfde hoogte als die van de sociale woningbouw en de overheid, een teken dat ook projectontwikkelaars oog krijgen voor de voordelen van circulair bouwen. De sector die na de particuliere woningen het laagst scoort is die van de bedrijfsgebouwen. Goed nieuws is wel dat ook het merendeel van deze architecten in de toekomst meer wil inzetten op circulair bouwen.


Info over de enquête - interesse in de whitepaper?

Dit artikel is een fragment uit de whitepaper die Redactiebureau Palindroom zal uitbrengen over de resultaten van een enquête waarin zowel de eigen communicatie van architecten (website, social media, fotografie ...) als de communicatie naar architecten (vakbladen, websites, beurzen …) onder de loep genomen wordt. Verder werden ook vragen gesteld rond de visie op en ervaring met labels, circulair bouwen en BIM. Op architectura.be is er een dossier aangemaakt waarin je bij wijze van voorpublicatie enkele artikels terugvindt over de enquête.

Ben je geïnteresseerd om de whitepaper te ontvangen? Laat het ons weten via info@architectura.be.

Deel dit artikel:

Onze partners