Aan de Rijsberg in Balen verschijnt binnen een goeie twee jaar een nieuw woonproject met gemeenschappelijke tuin van de hand van Architects in Motion. De uitdrukkelijke wens van de opdrachtgever, Leon Brabers van Biotoop, om in het project de nadruk te leggen op ecologisch evenwicht, klimaatvriendelijkheid en sociale en economische duurzaamheid, werd door het ontwerpbureau waargemaakt door onder meer verschillende principes van circulair bouwen toe te passen. Zo kozen de architecten ervoor te werken met CLT, ontwierpen ze de indeling van de drie gebouwen zo flexibel mogelijk en zullen ze ook op het vlak van isolatie en afwerking opteren voor circulaire materialen.
Het perceel waar het nieuwe woonproject zal verrijzen, ligt ingesloten tussen de Rijsberg, het Rijsbergpad – momenteel gekend als het Hazenpadje – en de Polkaweg. Ingenieur-architect Bart Baeken van Architects in Motion ontwierp drie bouwblokken met elk een eigen karakter en invulling rond een gemeenschappelijke tuin, die ook fungeert als openbaar park. De bestaande bebouwing aan de Rijsberg wordt gesloopt om de mogelijkheden te optimaliseren.
Het grootste bouwblok, evenwijdig met het Rijsbergpad ingeplant, biedt ruimte aan acht grondgebonden doorzoneengezinswoningen met telkens drie slaapkamers en een terras aan de zijde van het gemeenschappelijke groene binnengebied. In het midden van dat bouwblok bevindt zich een gemeenschappelijke ruimte die volledig transparant werd ontworpen. Die ‘ontmoetingsserre’ beschikt over een duplexverdieping en voorziet ook in enkele thuiswerkplekken. Ze grenst aan een speel- en recreatieveld in het park, dat het hart vormt van het project en door de bewoners kan gebruikt worden voor BBQ’s, familiefeesten …
Het bouwblok typeert zich ook door een slimme ontwerpbeslissing: door het een meter boven het maaiveld te verheffen, is er minimaal grondverzet nodig voor het creëren van een parkeerkelder met grote fietsenberging en genieten de leefruimtes en terrassen van de woningen ten opzichte van het openbare park meer privacy. De taluds die verkregen werden door de woningen een halve verdieping hoger te ontwerpen worden ingezaaid met streekeigen vegetatie en met bomen die een natuurlijk verkoelend effect op de woningen en terrassen bieden.
Groene eyecatcher
Het bouwblok aan de straatzijde bevat negen zorgwooneenheden die variëren van studio’s tot kleine en middelgrote appartementen. Er is ook een studio voor een begeleider, zodat die desgewenst permanent aanwezig kan zijn. Het bouwvolume is niet rechtlijnig ontworpen en ook loopt ook niet evenwijdig met de Rijsberg, zodat er een extra groenzone ontstaat aan de voorzijde van de helft van het gebouw die fungeert als groene eyecatcher in het Balense centrum. Het gedeelte van het bouwblok dat terugspringt van de straat beschikt als enige in het project over een extra verdieping met twee woonentiteiten. Elke entiteit heeft een inpandig terras aan de parkzijde.
Aan de achterzijde van het perceel ligt het derde bouwblok. Dat bouwvolume herbergt zes grondgebonden eengezinswoningen die ook alle een terras hebben dat grenst aan de gemeenschappelijke tuin. De woningen zijn naar analogie met die in het grootste bouwblok ontworpen, met dat verschil dat ze niet hoger liggen dan de omgeving.
De uitdrukkelijke wens van de opdrachtgever om het project ecologisch waardevol, klimaatvriendelijk, sociaal en economisch duurzaam te maken en ervoor te zorgen dat de natuur er een evenwaardige tegenhanger is van de architectuur door onder meer het al aanwezige maar niet toegankelijke groen maximaal te ontsluiten voor de toekomstige bewoners en buurt, werd door Architects in Motion niet enkel vertaald door te voorzien in heel wat groen en gedeeld gebruik maar ook door de kaart van circulair bouwen te trekken.
Aanpasbare woningen
Zo worden alle gebouwen én hun daken opgetrokken uit CLT. Architects in Motion koos naar eigen zeggen voor die bouwmethode omdat hout niet alleen een natuurlijk materiaal is, maar ook omdat een CLT-structuur desgewenst weer kan worden gedemonteerd en hergebruik van het hout daardoor een pak waarschijnlijker wordt. Daarnaast laat de bouwmethode volgens de architecten ook toe om de indeling van de gebouwen zo aanpasbaar mogelijk te ontwerpen. De gekoppelde woningen hebben zijdelings dragende wanden en kunnen binnenin vrij geconfigureerd worden dankzij demonteerbare binnenwanden, wat de levensduur van de bouwblokken zal maximaliseren.
De architecten maken zich ook sterk dat ze voor de isolatie en afwerking volop gebruik zullen maken van circulaire materialen. Concrete oplossingen kunnen ze evenwel nog niet noemen, omdat het ontwerp pas nu verder zal worden gedetailleerd.
Het hele project zal ook verwarmd worden met hernieuwbare energie, vermoedelijk via geothermie in een collectief systeem, een KWO-installatie, gecombineerd met zonnepanelen.
Daarnaast is het ook de intentie om het hout afkomstig van het onderhoud van de houtkant te gebruiken als energiebron voor de verwarming van de ontmoetingsserre. Niet enkel een duurzame intentie op energetisch vlak, maar ook op sociaal vlak; de bedoeling is dat de bewoners het hout samen verzamelen en vervolgens samen aan de haard kunnen zitten in de serre.
Pilootproject
De kwaliteiten van het project werden volgens Architects in Motion snel opgemerkt en gevalideerd door de gemeente, dat het beschouwt als pilootproject voor andere toekomstige stedenbouwkundige ontwikkelingen omwille van zijn geïntegreerde ecologische, klimatologische, economische en maatschappelijke principes. “De uitdaging zal erin bestaan andere opdrachtgevers ervan te overtuigen dat deze project- en ontwerpbenadering in de toekomst meer en meer noodzakelijk zal worden”, besluit ingenieur-architect Bart Baeken.
Architects in Motion hoopt de vergunningsaanvraag eind dit jaar te kunnen indienen zodat de werken in de zomer van 2023 kunnen starten. Eind 2024 zou het project dan opgeleverd moeten zijn.