In Kortrijk verhuisde de Deelfabriek, een ontmoetingsplaats waar mensen objecten kunnen ruilen en delen met elkaar of ze kunnen laten herstellen, onlangs naar een nieuw en veel groter onderkomen: de oude brandweerkazerne in de Rijkswachtstraat, in 2003 aangeduid als beschermd monument. Ontwerper van dienst ATAMA stoelde de plannen voor de reconversie van de sinds 2003 geklasseerde site op verschillende principes van circulair bouwen. Zo werd maximaal ingezet op behoud en hergebruik, kreeg het vernieuwde gebouw met het oog op toekomstige functiewijzigingen geen structurele indeling en werd een noodzakelijk nieuwbouwgedeelte deels opgetrokken in hout en slechts minimaal afgewerkt.
In de oude brandweerkazerne, opgetrokken in 1940 naar een ontwerp van de Kortrijkse architecten Willem Dutoit, Pierre A. Pauwels en Werner Van Spranghe en tot in de jaren 80 als dusdanig in gebruik, beschikt de Deelfabriek over zo’n 3.500 m² aan ruimte, vier keer meer dan het pand in de Damastweversstraat waar de Deelfabriek in 2017 werd opgericht. Die ruimte hebben de veertien vrijwilligersinitiatieven, de werkvloer leerwerknemers en de verschillende sociale en ecologische partnerorganisaties die samen de Deelfabriek vormen ook nodig, zeker omdat ook de sociaal werkers van de stad er hun intrek namen.
De Deelfabriek 2.0 is daarnaast ook op het vlak van locatie een serieuze verbetering: dankzij de ligging op een steenworp van het station, net ten zuiden van het historische centrum van de stad en midden in de wijk die in de volksmond Toontjesstrate wordt genoemd, is de Deelfabriek nu meer dan ooit aanwezig in de Guldensporenstad.
Behoud en (speels) hergebruik
ATAMA, het voormalige TRANS architectuur | stedenbouw, stoelde het reconversieontwerp dat de brandweerkazerne omtovert de tot Deelfabriek 2.0 op verschillende principes van circulair bouwen.
Ten eerste zette het ontwerpbureau maximaal in op behoud en hergebruik, door zelfs meer te behouden dan de opdrachtgever in eerste instantie gewenst had. De vloer in de centrale markthal, is bijvoorbeeld deze die vroeger in de loods lag waar de brandweerwagens stonden. Ook ladders, katrollen en roosters werden hergebruikt. Een speelser voorbeeld van hergebruik vormen de letters b, a en r boven de bar. Die zij afkomstig van de belettering die vroeger het woord brandweer vormde op de gevel van de kazerne.
Nieuwbouw: minimale en omkeerbare houten afwerking
De nieuwbouwzone werd opgetrokken met prefabbetonpanelen en betonkolommen voor de buitengevels, maar de tussenwanden bestaan uit panelen gemaakt van LVL, wat staat voor laminated veneer timber of gelamineerd fineerhout, en zijn daardoor verplaatsbaar. LVL werd ook gebruikt voor de liggers in de dakopbouw, die in het zicht werden gelaten.
De nieuwbouw werd met het oog op materiaalminimalisatie waar het kon beperkt tot zijn ruwbouw. De te isoleren gevels van de nieuwbouw werden heel minimaal én omkeerbaar afgewerkt, met houten bebording met daarachter niet-verlijmde isolatie. Ook de dakhuid van het nieuwe volume, die bestaat uit multiplex, is volledig omkeerbaar. Waar extra isolatie vereist was in het bestaande gebouw, werd dezelfde techniek toegepast.
Makkelijk aanpasbaar ontwerp
Aanpasbaarheid was naast maximaal behoud en hergebruik, de toepassing van ecologische materialen en de aandacht voor zowel materiaalminimalisatie als omkeerbaarheid een laatste circulair uitgangspunt voor de ontwerpers van ATAMA.
In de nieuwbouwzone maken eenvoudig te demonteren houten LVL-wanden tussen alle vertrekken de indeling aanpasbaar. De bestaande ruimtes werden dan weer niet ingedeeld met tussenwanden, zoals initieel wel de bedoeling was, maar wel met verdiepingshoge stalen kasten die gemakkelijk verplaatst kunnen worden om zo ook voor een nieuwe ruimteconfiguratie te zorgen. Ook werd nu alvast ruimte voorzien voor een lift, mocht de Deelfabriek die ooit willen plaatsen.
Bakenfunctie
Wie Kortrijk niet kent, heeft de nieuwe Deelfabriek misschien toch al gespot zonder dat te weten. Helemaal bovenaan de markante toren van de oude brandweerkazerne – die vroeger gebruikt werd om de blusslangen te drogen en waarin vandaag een klimvereniging huist – trekt een nieuw lichtkunstwerk ’s avonds immers de aandacht. Vanuit het Kunstoverleg, een collectief van verschillende Kortrijkse kunstorganisaties, kwam immers de vraag om van de nieuwe thuisbasis van de Deelfabriek een lichtbaken in de stad te maken. Samen met buurtbewoners, gebruikers van de Deelfabriek, het Kunstenoverleg Kortrijk, de stad en ATAMA werd een kunstenaar geselecteerd om de toren uit te rusten met een lichtsculptuur. De keuze viel op Sandra E. Blatterer, een Oostenrijkse kunstenares die voornamelijk in Berlijn werkt. Haar lichtkunstwerk, THERE’S SOMETHING IN THE AIR genaamd, bestaat uit een lange ledslinger en werkt met een lichtgevoelige timer, om de duurzaamheid te verhogen. Het sculptuur springt ’s avonds aan wanneer een sensor minder licht registreert. Rond middernacht schakelt het zichzelf uit om nachtelijke lichthinder voor de buurt te vermijden en rond ongeveer 5 uur ’s morgens springt het kunstwerk weer aan om te branden tot de zon opkomt.
Fossielvrij
Aan het project, dat dankzij warmtepomptechnologie kan uitpakken met een fossielvrij energieplaatje, werkten met Derbigum en Reynaers Aluminium, die respectievelijk circulaire dakbanen en Masterline 10-raamsystemen leverden, ook twee partners van Circubuild mee. Voor de nodige studies zorgden BDA Engineering (structuur), Studieburo De Klerck (technieken) en Bureau de Fonseca (akoestiek).