Als u zich afvraagt of er eigenlijk een wettelijk kader bestaat om bronbemalingen duurzaam te maken: ja, dat is zo, en wel op Vlaams niveau. De Vlaamse Milieumaatschappij maakte op haar website een overzicht van de verschillende bepalingen.
In de bepalingen zit een duidelijke cascadestructuur. In eerste instantie moet worden getracht bemaling zo veel als mogelijk te vermijden. Indien dat niet kan, geniet retourbemaling de voorkeur. Daarbij laat men het opgepompte grondwater nabij de werf opnieuw in de grond infiltreren.
Als retourbemaling niet mogelijk is – bijvoorbeeld in een dense stedelijke context – dan moet men het bemalingswater proberen te hergebruiken voor andere doeleinden. Daartoe ontstaan meer en meer nieuwe initiatieven, zoals bijvoorbeeld WerfWater en HelloWater. Belangrijke kanttekening is wel dat het hergebruik nooit een doel op zich kan zijn; de bemaling mag nooit aangepast worden in functie van het hergebruik van het grondwater. Ook belangrijk om weten is dat de kwaliteit van grondwater niet wordt gecontroleerd en het dus absoluut geen drinkwater betreft.
Als er uiteindelijk toch bemalingswater moet worden geloosd, dan dient dat in eerste instantie te gebeuren in een gracht of waterloop. De riolering is de laatste optie.
In steeds meer gemeenten
Steeds meer gemeenten zetten in op duurzamer bemalen middels hun vergunningsbeleid en toezicht daarop. Verschillende gemeenten verplichten werven reeds om bemalingswater ter beschikking te stellen van de buurt. Dat kan eenvoudig voor huishoudelijk gebruik, maar ook voor grotere burgerinitiatieven. Voor grotere gebruikers, bijvoorbeeld de gemeente zelf – groendiensten, brandweer … – of landbouwers, vormt de vergunnings- en heffingsregeling nog een belemmering. Het zou goed zijn mocht de regelgeving op dat vlak vereenvoudigd worden.
Het duidelijke overzicht dat de VMM maakte van de Vlaamse bepalingen rond omgaan met bemalingswater vind je hier. Ook op de website van DOV vind je heel wat nuttige info rond bemalingen.
Bron: VVSG