Wat is, niet uit financieel maar puur uit ecologisch standpunt, het meest interessant: de betonnen draagstructuur van een gebouw behouden om van daaruit een zo circulair mogelijk nieuw gebouw te ontwerpen, of toch alles afbreken zodat je ook de nieuwe draagstructuur circulair kan uitvoeren? Ondergetekende stelde de vraag aan experten tijdens een webinar over circulair ontwerpen dat kaderde binnen de Green Deal Circulair Bouwen. "Behouden wat er al is, geniet sowieso de voorkeur, maar de context speelt ook een belangrijke rol in de afweging", waren de experten duidelijk.
Wat is het beste aanpak voor onze planeet – en niet voor de portemonnee – wanneer een verouderd gebouw niet langer voldoet om in werken of wonen? De betonnen draagstructuur – wanneer die nog goed is – behouden als basis voor een voorts zo circulair mogelijk nieuw gebouw, of toch alles afbreken en ook de structuur circulair uitvoeren, door bijvoorbeeld voor een houtskelet te kiezen? Ter verdediging van de eerste optie kan je aanbrengen dat, hoewel beton op zichzelf allesbehalve een circulair materiaal is, je circulair handelt omdat je aan hergebruik doet. Daardoor beperk je de afvalberg, maar ook de CO2-uitstoot omdat de structuur niet gesloopt dient en er geen nieuwe materialen voor het geraamte moeten worden geproduceerd en getransporteerd. In het tweede geval genereer je wel afval en emissies omdat nieuwe materialen moeten worden gemaakt en getransporteerd, maar creëer je wel een structuur die bestaat uit een hernieuwbaar materiaal, die mogelijks zelfs ook CO2 capteert.
Scenario-oefening
Stijn Elsen, medeoprichter van KADERSTUDIO en nauw betrokken bij de renovatie van het Circular Retrofit Lab (CRL), die als praktijkcase werd gebruikt in het webinar, liet als eerste zijn licht schijnen over de vraag. “Om te beginnen is het belangrijk te stellen dat het perfecte circulaire gebouw niet bestaat en het is dus ook totaal onzinnig dat na te streven. De mate waarin een gebouw veranderingsgericht is, moet vooral geënt zijn op de context en dus is een scenario-oefening heel belangrijk. In jouw voorbeeld lijkt het mij logisch – tenminste, als de betonnen draagstructuur nog voldoende draagkrachtig is voor de (toekomstige) functies die in het nieuwe gebouw worden voorzien – dat de betonnen structuur behouden blijft. Er is om te beginnen een verschil in levensduur tussen een betonnen en een houten draagstructuur. De eerste is op dat vlak veel duurzamer. En twee: als die betonnen draagstructuur al aanwezig is, zou het spijtig zijn energie te verspillen aan en zo een grotere milieu-impact te genereren met het produceren en bouwen van een nieuwe structuur. Alle levenscyclusanalyses bevestigen die visie alleen maar.”
"Case per case bekijken"
“Ik denk dat je echt case per case moet gaan bekijken wat de resterende levensduur van het beton nog is", vulde Anne Paduart, onderzoekster bij VITO met ook heel wat projectervaring met het CRL, aan. "Gaat die nog tien jaar of negentig jaar mee? Is die aangetast? Vervolgens moet je je inderdaad ook de vraag stellen of die structuur de hoge flexibiliteit toelaat die een veranderingsgericht ontwerp typeert. Het is dus niet zo eenvoudig daar een algemene lijn in te trekken. Ik zou gaan voor behoud wanneer mogelijk, om geen nieuwe materialen te hoeven produceren en verwerken, maar in elk project ligt dat anders.”