In het totale aantal circulaire projecten die een subsidie ontvangen via de derde Open Call Circulaire Economie van Vlaanderen Circulair zijn bouwprojecten met 21% het sterkst vertegenwoordigd. In totaal kunnen dit jaar 53 projecten rekenen op financiële steun van de Vlaamse Regering.
Minister van Omgeving Zuhal Demir gaf eind vorig jaar het startschot voor de opstart van 53 nieuwe experimentele projecten voor de circulaire economie. De Vlaamse regering trekt daarvoor, via Vlaanderen Circulair, 4,9 miljoen euro uit. Met de projecten wil Vlaanderen Circulair de theorie van de circulaire economie uittesten in de praktijk. Wat werkt en wat werkt (nog) niet? Uit de ervaringen wil de Vlaamse Regering lessen trekken voor ondernemers, maar ook voor haar eigen beleid. Dit is inmiddels de derde lichting projecten die subsidies ontvangt van Vlaanderen Circulair. In totaal ontvingen sinds 2017 al 188 projecten steun.
Opvallend: meer en meer organisaties vinden hun weg naar de Open Call Circulaire Economie. Vlaanderen Circulair vermoedt dat die populariteit te maken heeft met de stevige opmars van het thema circulaire economie bij bedrijven, burgers, overheden en in de sector onderwijs & onderzoek, de beperkte planlast van de subsidieregeling, de hoge slaagkansen van projectvoorstellen bij vorige edities en de openheid naar alle soorten indieners – ook vzw’s en lokale overheden kunnen meedingen naar financiële steun.
213 projecten vangen bot
Het aantal ingediende dossiers verdubbelde op twee jaar tijd. Door die populariteit daalde weliswaar de kans op succes bij indiening. Dit jaar moest Vlaanderen Circulair 213 projectindieners teleurstellen. Na 2018 was zoals voorzien ook de bijzondere regeling voor (de veel kleinere) projecten rond circulair aankopen afgelopen.
Ook in deze editie kregen projecten uit erg diverse sectoren een positief advies van de jury en dus subsidies. Bouwprojecten zijn met 21% het sterkst vertegenwoordigd. Ook in de vorige edities was ongeveer één project op 5 bouwgerelateerd. Nieuw dit jaar zijn de projecten rond facility management: voor het eerst verschijnen poetsdiensten en anderen dienstleveranciers op het toneel.
Powerfactory
Zo’n voorbeeld is het project Powerfactory van Factor4 en enkele partners - VMSW, Viessmann, Bondec en CO2Logic. In het project, dat een subsidie binnenrijfde, wordt comfort als dienst aangeboden in appartementen. “We gaan energiebesparingsprojecten realiseren in appartementsgebouwen van sociale huisvestingsmaatschappijen, op basis van een dienstenovereenkomst: we verkopen geen nieuwe verwarmingsinstallatie, maar wel warmte en comfort. We houden hierbij rekening met de kwaliteitscriteria voor energiediensten die we mee ontwikkelden in het QualitEE-project”, klinkt het bij Factor4.
Het project omvat meer bepaald de ontwikkeling van een businessplan rond het aanbieden van warmte en comfort als een dienst, het uitvoeren van haalbaarheidsstudies en het uitwerken van een concreet aanbod en een pilootproject in twee gebouwen. “We nemen partijen in de volledige keten mee en stellen samen met fabrikanten, installateurs, beheerders én klanten een interessant aanbod samen dat voordelen biedt voor iedereen. We hebben een integraal energieproject voor ogen dat het gebouw energiezuinig en klaar voor de toekomst maakt dankzij perfect onderhoud, ‘smart readiness’, automatisatie en monitoring.”
In eerste instantie werkt Factor4 met zijn partners aan concrete projecten bij sociale huisvestingsmaatschappijen. De uiteindelijke bedoeling is om het model breder aan te wenden, onder andere bij private appartementsgebouwen (meestal VME’s) en bij tertiaire gebouwen zoals ziekenhuizen, woonzorgcentra en hotels. Het project is gestart op 19 december 2019 en zal twee jaar duren.
Meer info over 53 projecten vind je hier.