In project Menslievendheid realiseerde een team bestaande uit Abscis Architecten, Architenko en Studio Ensemble in opdracht van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) in de Marollen een woontoren die hoog scoort op het vlak van circulair bouwen: het gebouw heeft een houtskeletstructuur, haast alle inwendige structuren zijn geschroefd of genageld en het maximaal hergebruik van de gebruikte materialen in de toekomst stond voorop. Het project wordt dit voorjaar opgeleverd.
Vragen beantwoord door: Abscis Architecten
Voor het sociaal huisvestingsproject in de Menslievendheidsstraat in de Brusselse Marollenwijk stelde de BGHM een uitdagende visie voorop. Enerzijds was er de vraag naar de realisatie van betaalbare en kwalitatieve appartementen in het hartje van Brussel, anderzijds werd een prefabhoutconstructie als bouwprincipe gekozen. Het gebouw zal volgens ons, het architectenteam, een katalysator zijn die de rest van de buurt opvrolijkt. Dit zal gebeuren door middel van een aantrekkelijke en actieve plint en een lichte en luchtige vormgeving. Zo zullen het middelpunt van de Menslievendheidsstraat en het naburige wooncomplex HOOG weer een aangename sociale functie krijgen.
Circulair?
De circulariteit vertrekt vooral vanuit het maximum gebruik van nieuwe materialen – er werden geen recuperatiematerialen gebruikt – met een lage schaduwkost doorheen de volledige levenscyclusanalyse. NIBE werd hiervoor onder meer als kader gebruikt.
De basisgrondstof is uiteraard grotendeels hout, maar stabiliteitstechnisch is het gebouw toch zeer hybride: beton, staal en houtskelet en CLT worden allemaal gebruikt waar ze het beste tot hun recht komen. Beton in de bodem en de onderste twee bouwlagen – door een hoogteverschil –, houtskelet overal waar mogelijk – volgens de LCA het meest duurzame materiaal in het project. CLT wordt gebruikt als dwarskruis om de windstabiliteit tot acht bouwlagen te garanderen en staal wordt verwerkt om te grote secties van hout op sommige plaatsen te vermijden.
Dat alles wordt geprefabriceerd in de best mogelijke omstandigheden en ter plaatse aan mekaar geschroefd en genageld, zodat de hele structuur ooit tot afzonderlijke elementen kan worden ontmanteld voor hergebruik.
Ook voor de vloeren trokken we de kaart van circulair bouwen. De vloerplaten in de bunkerfloors hebben de helft van het gewicht van een betonnen vloer, wat de constructieve eisen aan de fundering en de onderliggende wanden verlicht en zo veel energie-intensieve materialen vermijdt. Ondanks de lichtere vloeren heeft de vloer toch gelijkaardige en zelfs bepaalde betere eigenschappen op het vlak van brandwerendheid en akoestiek. De opbouw, met hout, plaatmateriaal en losse steenslag, is uitgezonderd van de losliggende cementgebonden chape in grote mate demonteerbaar en de individuele delen zijn herbruikbaar of recycleerbaar.
Om het mogelijk te maken de overgrote meerderheid van de gebruikte materialen in de toekomst te recupereren, werden reeds in de ontwerpfase de nodige stappen genomen. Zo is het gehele gebouw tot in een bijzonder hoge graad van detail uitgewerkt in BIM, waardoor er steeds een digitale twin van beschikbaar zal zijn. De planning van elke renovatie of uiteindelijke ontmantelingswerken kan aan de hand van dat model gebeuren op de meest secure wijze. Aan de hand van het model en de daaraan gekoppelde meetstaat, kunnen alle materialen ook al voor een nieuwe bestemming worden ingepland, nog voor ze zijn ontmanteld, waardoor een tussenstockage zou kunnen vermeden worden.
De keuze om zo hard in te zetten op de maximale recupereerbaarheid van de gebruikte materialen werd mee ingegeven door het feit dat het gebouw an sich relatief moeilijk nieuwe gebruikscenario's aankan. Het gebouw is door zijn specifieke opbouw vooral geschikt voor residentiële doeleinden. Het architectenteam is ervan overtuigd dat, hoewel die specifieke nood in de voorbije decennia sterk geëvolueerd is in functie van de tijdsgeest, de specifieke mix van appartementsgroottes binnen de Brusselse context in de volgende decennia niet obsoleet zal worden. Geen aanpasbaar gebouw dus, maar die bewuste keuze is, zelfs los van het compenserdende demonteeraar en herbruikbaar karakter, desalniettemin toch circulair: er werd specifiek gekozen om te werken met een zo duurzaam mogelijke bouwwijze voor de beoogde functie. De meeste wanden zijn als dragende wanden uitgevoerd zodat de overspanningen beperkt konden blijven, meer flexibiliteit zou grotere dimensionering van de stabiliteitselementen meebrengen en dat hebben de architecten slechts op een beperkt aantal weloverwogen plaatsen gedaan.
De afwerkingsmaterialen kunnen met de huidige technologieën iets moeilijker rechtstreeks worden hergebruikt. De buitenafwerking in crepi op EPS - vanwege de keuze voor visuele afwerkingskwaliteit voor de bewoners en de buurt –, wanden en plafonds in geplamuurde gipskarton en vloeren in tegels op chape zullen met de huidige technologie eerder moeten worden gerecycleerd. Dat geldt ook voor de betonconstructie voor de fundering en de twee halfondergrondse bouwlagen en de trappenkern waar beton om technische redenen de voorkeur genoot
Op het vlak van de technieken ten slotte, werd ook circulair gedacht. De belangrijkste vorm van circulariteit bij de technieken zit in het beheer van de stromen en de toekomstgerichtheid van de installatie. Zo zal er worden gewerkt met een centrale verwarmingsinstallatie van waaruit alle appartementen gevoed worden, die zich situeert naast de huidige ondergrondse parkeergarage van het sociale huisvestingscomplex. Het is de intentie om na een vergaande renovatie van de omliggende gebouwen een nieuw warmtenet te introduceren, waarop dit gebouw door zijn locatie van de verwarmingsinstallatie eenvoudigweg kan worden ingeplugd.
Een grote zonnepaneleninstallatie op de groendaken zal dan weer de elektriciteit leveren voor het gemeenschappelijke stroomverbruik.
Door de hoge isolatiegraad, het compacte volume, uitwendige zonnewering, ventilatie met warmterecuperatie enzovoort, heeft Menslievendheid een bijzonder lage energievraag en wordt het gebouw als passiefgebouw geclassificeerd.
Grootste uitdaging?
Het betreft een prefabhoutskeletbouw van zes verdiepingen op een betonnen sokkel van twee verdiepingen, die het hoogteverschil in het terrein overbrugt. Dat bracht belangrijke stabiliteitsuitdagingen mee. Zo moest bijvoorbeeldde dwarsstabiliteit opgevangen worden door een centraal kruis in CLT.
Ook het akoestische comfort, de thermische inertie en de brandwerendheid in de meergezinswoningen garanderen, was een interessante opdracht.
Lessons Learned?
Alle drie de betrokken architectenbureaus bouwden de afgelopen jaren al heel wat ervaring op in circulair bouwen, waardoor geen noemenswaardige lessen uit het project meer werden getrokken.
Technische fiche:
Opdrachtgever: Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM)
Ontwerper(s): Abscis Architecten, Architenko, Studio Ensemble
Studiebureaus: boydens engineering, Establis, Egeon, Bureau De Fonseca
Hoofdaannemer: PxP Projects, Wyckaert
Timing: 2019 – voorjaar 2022