Casestudy: Molenwest Square, Sint-Jans-Molenbeek

Op een braakliggend perceel naast het treinstation Brussel-West in Sint-Jans-Molenbeek wordt het komende decennium een nieuwe gemengde stadswijk ontwikkeld, met woningen, kantoren, productiefaciliteiten, ruimte voor openbare diensten en een park. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Molenbeek wilden echter nu al iets doen met de site en gingen onder de naam Molenwest Square een samenwerking aan met lokale verenigen om er een aanbod van activiteiten voor kinderen en tieners te creëren. Het Brusselse bureau 1010 architecture urbanism ontwierp daarvoor een demonteerbare structuur die de verschillende activiteiten onderdak biedt. Daarvoor werd gedeeltelijk gebruikgemaakt van recuperatiematerialen, die onder meer ter plekke werden gevonden.

Vragen beantwoord door 1010 architecture urbanism


Een levend experiment. Zo kan je Molenwest Square, de samenwerking tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Sint-Jans-Molenbeek enerzijds en lokale socio-culturele verenigingen met een focus op jongeren anderzijds het beste omschrijven. Het tijdelijke project in afwachting van de start van de bouwwerken aan de nieuwe gemengde wijk, wil immers niet alleen een tijdelijke transitie zijn, maar ook op zoek gaan naar concrete behoeftes voor die nieuwe wijk. De tijdelijke infrastructuur bestaande uit overkappingen, containers en bovengrondse technische installaties waarmee 1010 architecture urbanism de uitgeschreven ontwerpwedstrijd won, biedt ruimte aan een zogenaamd fablab, een kook- en workshopruimte, een opslagruimte voor spelmateriaal en een woonunit voor een conciërge.


Circulair?

De gehele installatie werd omkeerbaar geconcipieerd. Zo kunnen de cascocontainers makkelijk worden losgekoppeld en weggehaald met een vrachtwagen en kregen ze geïsoleerde binnenwanden die bestaan uit demontabel geïnstalleerde metalen sandwichpanelen. Ook de overkappingen, een soort meccano, en bovengrondse technische installaties kunnen makkelijk worden gedemonteerd met het oog op recuperatie van de gebruikte materialen. Die technische installaties, voor water en elektriciteit, werden ook zo aangelegd dat ze het demontabele karakter van het project ondersteunen. Zo heeft elke containerunit een apart netwerk, waardoor af- en aankoppelen op een nieuwe plek eenvoudig kan gebeuren.

Er werd ook gedeeltelijk gebruikgemaakt van recuperatiematerialen. Zo hebben de containers al een lang leven achter de rug en mochten we met 1010 architecture urbanisme achtergelaten bouwmaterialen gebruiken die we op de site vonden. Die lagen daar nog omdat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het terrein in de jaren daarvoor tijdelijk had gebruikt als depot voor afgedankte bouwmaterialen. Opvallend gegeven is dat jongeren op Molenwest Square later zelf nog enkele van die materialen konden gebruiken om er onder andere meubilair en spelmateriaal van te maken. Ook de bestaande betonplaat werd behouden. Op strategische plekken werd ze ingefreesd en geperforeerd in functie van spel en hemelwaterbeheer.

Hemelwater wordt, op de overkappingen, immers gerecupereerd en gebruikt in het project, niet alleen huishoudelijk maar ook als ludiek speelelement op de zogenaamde waterspeelplaats. Het overschot wordt geïnfiltreerd op verbeeldende wijze.

Dat het project gebruikmaakt van een brownfield en niet van maagdelijke grond, kan ten slotte ook bestempeld worden als een circulair bouwprincipe.  

Niet echt circulair, maar wel duurzaam, is dat Molenwest Square ook voorziet in heel wat groen. Voor die groenstructuur vertrokken we van de spontane begroeiing op de site. Voor het onderhoud van al dat groen zorgen de jongen die gebruikmaken van de site.


Grootste uitdaging?

Drie grote uitdagingen kenmerkten het project voor ons bureau. Het eerste situeerde zich in de ontwerpfase, waar het concept uit de architectuurwedstrijd integreren met de concrete programmawensen, waarin stevig werd ingezet op gedeeld gebruik, geen simpele oefening was.

In de aanbestedings- en bouwfase bleek het omwille van de heel diverse eisen en verwachtingen per onderdeel – aanleg buitenruimte, installatie ateliercontainers, installatie passieve wooncontainer – niet zo eenvoudig om te werken met slechts een aannemer. Daarom werd gekozen voor een gesplitste aanneming, wat het eindresultaat ten goede kwam maar extra aandacht vergde op het vlak van opvolging en coördinatie.

Eens klaar was het opstarten van de activiteiten dan weer moeilijker dan verwacht, omwille van de coronacrisis.


Lessons Learned?

Omwille van het type opdracht, een tijdelijke inrichting, kregen we van de opdrachtgever veel vrijheid en ruimte tot experiment. Zonder dat engagement van de opdrachtgever zal een soortgelijk project volgens ons niet zo makkelijk tot een goed einde worden gebracht.

Ondanks het feit dat het om een tijdelijke inrichting gaat, moest ons bureau toch een volledige stedenbouwkundige vergunningsprocedure doorlopen, een milieueffectrapportage aanleveren, voldoen aan de vigerende EPB-eisen voor de woonunit … Een lichtere procedure zou er volgens ons voor zorgen dat er meer geëxperimenteerd kan worden. Het aantal ruimtelijke, maatschappelijke en ecologische uitdagingen is enorm en dergelijke experimenten vormen een interessante leerschool, maar de klassieke procedures zetten ongetwijfeld een rem op de ambities van veel potentiële opdrachtgevers om er echt voor te gaan.

Het succes hangt niet alleen af van de vormgeving maar ook van het engagement van en de samenwerking met de gebruikers. Het project functioneert goed omwille van de symbiose tussen de vormgeving en de programmering. Daar moet in elk project over worden gewaakt.


Technische fiche

Opdrachtgever: Maatschappij voor Stedelijke Inrichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gwest (MSI)

Ontwerper: 1010 architecture urbanism

Studiebureaus: JZH & Partners (stabiliteit), Holger Schröder (beplanting)

Hoofdaannemers: DS Units, Krinkels, Warsco Units

Timing: start voorontwerp in januari 2019, start bouwwerken in april 2020, opening in september 2020

Deel dit artikel:

Onze partners