CONIX RDBM Architects transformeerde de oude De Brouckèretoren in Brussel tot een gebouw met een gemengd programma met een publieke meerwaarde. Het ontwerp zet hoog in op circulair bouwen; het wil de toon zetten op het vlak van hergebruik van materialen. In december van dit jaar moeten de vernieuwingswerken aan het modernistische kantoorgebouw, dat dateert uit 1969, klaar zijn.
Vragen beantwoord door CONIX RDBM Architects
Het nieuwe gebouw aan het De Brouckèreplein wordt een stedelijke ruimtewisselaar, een katalysator voor de voetgangerszone en een connector voor de publieke ruimtes in de omgeving. Een zwarte doos wordt als het ware getransformeerd tot een transparant, uitnodigend geheel.
Het gebouw wordt maximaal toegankelijk gemaakt voor het publiek en de buitenruimte rond het gebouw krijgt een publiek karakter. Het modernistische gebouw is het resultaat van een speculatieve benadering in de jaren 60 en in de drang naar modernisering hield men weinig rekening met de omgeving. Met dit project herstellen we met CONIX RDBM Architects het stadsweefsel. Als ‘urban platform’ en ‘urban connector’ ambieert het project het voetgangersgebied te versterken.
Circulair?
Een performant stadsproject, dat maatschappelijk relevant is en inspeelt op prangende stedelijke urgenties, dat is waar we met CONIX RDBM Architects met Multi op mikken. We focussen daarom op circulair bouwen. Het Multi-project wil de toon zetten als het gaat over het opnemen van hergebruikelementen. De ambitie is dat minimum 2% van de elementen – percentage uitgedrukt in waarde of gewicht – toegepast in het project al eens eerder werden gebruikt in een ander project. Naast een focus op optimale herbruikbaarheid van materialen, hanteerde ons bureau in het emblematische project ook andere uitgangspunten: transparante communicatie, het realiseren van een ontwerp dat zowel architectonisch als stedenbouwkundig meerwaarde biedt, aandacht voor het mobiliteitsvraagstuk en het voeren van duurzaamheidsonderzoek met het oog op het behalen van een BREEAM-certificaat.
Maar liefst 89% van de gebruikte materialen in het project zijn geen nieuwe materialen. De structuur van het oorspronkelijke gebouw die hergebruikt wordt, maakt een groot deel van dat percentage uit, maar ten minste 2% van de gebruikte materialen in het project is zoals gezegd ook afkomstig uit urban mining, van andere werven dus. Daarvoor deden we onder meer een beroep op Rotor DC. 2% lijkt weinig, maar in de praktijk is het een grote uitdaging om dat percentage materiaal te recupereren in een project van dergelijke omvang. Volgens ons bureau is dit het hoogste percentage ooit voor een vergelijkbaar grootschalig project in Brussel. Multi speelt zo een voortrekkersrol op het vlak het hergebruik van bouwmaterialen in de dienstensector en wil een precedent scheppen. Het materialenpalet in het project werd trouwens bewust beperkt gehouden. Het resultaat is een uitgepuurd geheel, zonder franjes.
Naast de structuur werd ook de blauwsteen van de façade van het oorspronkelijke gebouw hergebruikt, meer bepaald voor de gevelreconstructie aan de Lakensestraat. Ook 1300 lopende meter aan aluminium constructies van het gebouw krijgt een tweede leven, in de balustrades en de verlichting van het atrium. Daarin werd trouwens ook Belgische blauwe hardsteen uit ’t Zand in Brugge gebruikt, samen met een 400-tal graniettegels van Jules Wabbes van de Société Générale. Ook verschillende aircogroepen zijn afkomstig uit urban mining.
Het is essentieel om informatie kruiselings te controleren vanaf het ontwerpproces. Zo kan de beschikbaarheid van materialen in bestaande gebouwen gelinkt worden aan het ontwerp en zo aan toekomstige renovatie-uitdagingen in die gebouwen en aan andere renovatie- of nieuwbouwprojecten. De lancering van Madaster in België, in juni van dit jaar, moedigen wij dus zeker aan. Dat register van bouwmaterialen, -producten en -elementen specifiek voor de bouwsector en de materiaalpaspoorten voor gebouwen zijn een cruciale schakel in de circulaire bouw. Het systeem ondersteunt circulaire verdienmodellen in de bouwsector door de aard en de waarde van herbruikbare bouwcomponenten te indexeren. Dat materialenpaspoort kan de efficiënte recyclage van bouwmaterialen aanzienlijk aanwakkeren. Maar uiteraard is het systeem alleen interessant als het platform een grote hoeveelheid data – gebouwen – registreert.
Grootste uitdaging?
Die 2% materialen afkomstig uit urban mining, was naar ons weten een primeur in zo'n groot project in Brussel.
Lessons Learned?
Hergebruik is tijdsgebonden. Het kan decennia duren eer een bepaald materiaal een tweede leven kan krijgen in hetzelfde of een ander project. Dat vraagt om een volledig nieuwe aanpak van de ontwerper, hebben we geleerd. Die moet naar ontwerpmogelijkheden zoeken die gebaseerd zijn op beslissingen die in het verleden werden genomen.
Technische fiche
Opdrachtgever: Whitewood, Immobel
Ontwerper: CONIX RDBM Architects
Studiebureaus: SGI (stabiliteit), CES (techniek)
Projectleider: Cordeel
Timing: oplevering in december 2021
Doorlichting experts
Met het Multi-project zet CONIX RDBM Architects in op het hergebruik van bestaande materialen. Dat gebeurt in de eerste plaats door het oorspronkelijke gebouw te behouden en te renoveren. Hoewel het niet altijd de eenvoudigste keuze is, spaart een renovatie heel wat materiaal uit. Dat bewijst ook deze case. Maar liefst 87% van de bestaande materialen kon worden behouden: de structuur, maar ook verschillende materialen die in het project elders werden gebruikt, zoals de Belgische blauwe hardsteen afkomstig van de façade. Nog interessanter is dat via urban mining ook materialen uit andere projecten gerecupereerd werden, zoals luchtgroepen of aluminium profielen, die in het project herwerkt werden tot borstwering en lichtarmaturen. In totaal maken de ingevoerde recuperatiematerialen 2% uit van het totale materialenpalet. Gezien de complexiteit van dergelijk hergebruik en de grootte van het project is dat heel wat. Als architect speelt CONIX RDBM Architects daarin een belangrijke rol. Hergebruik van verschillende materialen voor verschillende doeleinden moet immers doorheen het hele ontwerp- en bouwproces aandachtig gepland en opgevolgd worden. Voor het hergebruik werd in dit project samengewerkt met Rotor DC.