Circubuild-award verhuist naar Valérie Vermandel (Whitewood)

Sunita Van Heers van SuReal koos Valérie Vermandel als nieuwe winnaar van de Circubuild-award. “Door doorgedreven in te zetten op circulair bouwen, heeft zij de projectontwikkelingstak van Whitewood tot een voorbeeld gemaakt in de sector van projectontwikkeling”, motiveerde Van Heers haar keuze. “Op die manier creëert ze een enorme impact, want wij kunnen met SuReal wel voorstellen doen op het vlak van duurzame bouwtechnieken of -materialen, de échte beslissers zijn nog altijd de ontwikkelaars en investeerders.” Gevraagd naar het grootste pijnpunt waar circulair bouwen volgens haar vandaag nog mee kampt, noemde Van Heers de moeilijkheden rond het verzekeren van prestaties van innovatieve circulaire bouwproducten en tweedehandsbouwmaterialen.

Van Heers en Vermandel genoten dezelfde opleiding en kennen elkaar dus al een tijdje. Maar met vriendjespolitiek heeft de keuze van Van Heers naar eigen zeggen niets te maken. “Ik heb gekozen voor Valérie omdat zij voor mij zo’n beetje dé gamechanger is in de vastgoedsector als het gaat over circulair bouwen”, legde ze uit bij de overhandiging van de Circubuild-award, in de kantoren van SuReal in Brussel. “Als hoofd van de projectontwikkelingstak bij vastgoedinvesteerder Whitewood zet zij doorgedreven in op circulair bouwen en zo creëert ze enorme impact. Want wij kunnen wel ideeën aanleveren en voorstellen doen op het vlak van duurzame bouwtechnieken en -materialen, de echte beslissers zijn uiteindelijk de ontwikkelaar en de investeerder. Als zij overtuigd zijn van de voordelen van circulair bouwen, dan kunnen we grote stappen zetten.”

“Valérie, die ook een thesis geschreven heeft over circulair bouwen, heeft het vernieuwende bouwprincipe naar mijn mening echt ‘doorgepusht’ in haar projecten bij Whitewood, in Brussel en bij uitbreiding België. Ik ben er zeker van dat veel van de duurzame ideeën bij Whitewood van Valérie komen. Het is uiteraard ook mooi dat haar werkgever daarvoor openstaat. Whitewood zelf verdient dus ook zeker credits, maar Valérie is wel een bepalende factor geweest.”

“We hebben ook al samengewerkt in enkele projecten, zoals in de herbestemming van het Muntcentrum of Centre Monnaie in Brussel, maar ook bijvoorbeeld in het Multi-project, ook in de hoofdstad. Dat Whitewood zijn partner-opdrachtgever Immobel, toch een beursgenoteerd vastgoedbedrijf, in dat laatste project zo ver heeft gekregen volop in te zetten op circulair bouwen, is in grote mate aan Valérie te danken.”


The dark side

“Dat zijn bijzonder mooie woorden”, reageerde Vermandel. “Ik word er een beetje emotioneel van. De meeste van mijn ex-studiegenoten zijn architect of ingenieur. Ik heb heel bewust de keuze gemaakt bij een ontwikkelaar te gaan werken en krijg vaak van hen vaak te horen dat ik, wanneer het gaat over meer duurzaam bouwen, “to the dark side” ben gegaan. Maar ik heb dat net gedaan omdat in de projectontwikkeling nog veel kansen liggen voor circulair bouwen. Die probeer ik te grijpen. Met Whitewood willen we de traditionele kloof tussen de op winst beluste ontwikkelaar die geen oog heeft voor mens en milieu in zijn projecten en de architect en ingenieur die inzet op circulair bouwen verkleinen. Het krijgen van de Circubuild-award toont voor mij dat we aan het slagen zijn in dat opzet.”

“Om nog even dieper in te gaan op het Multi-project. Wij hebben het gebouw in 2015 aangekocht en zijn toen onmiddellijk met Sunita, die toen nog bij 3E werkte, en Rotor, waaraan we geïntroduceerd werden door CONIX RDBM Architects, rond de tafel gaan zitten, omdat we de focus in dat renovatieproject wilden leggen op doorgedreven hergebruik. Want demonteerbaar bouwen is wel een nobel gegeven, als niemand echt overgaat tot het hergebruik van materialen dat daardoor mogelijk wordt, dan ben je daar niets mee. Dat maakte het Multi-project in 2017 tot een van de laureaten van be.exemplary.”

“Kijk, als je tegen een ingenieur zegt dat hij in zijn ontwerp moet proberen in te zetten op hergebruik, dan zal je volgens ons niet het maximaal mogelijke op dat vlak bereiken. Als je evenwel zegt, wat wij dus gedaan hebben: 'Dit is de massa van je gebouw en 2% daarvan moet van hergebruik komen. Je moet zien dat je dat percentage behaalt en de gesprekken voert die daar voor nodig zijn', dan wordt het wel dwingender. Het Multi-verhaal was zo een eerste stap in het kwantificeerbaar maken van hergebruik.”


“Winst op twee vlakken door meer duurzaamheid”

Van Heers: “Valérie is circulair bouwen vanuit haar functie beginnen stimuleren nog voor een sprake was van een overhoud die hamerde op de toepassing van het vernieuwende bouwprincipe. Enkel en alleen vanuit pure overtuiging zorgde ze voor een integratie van de principes van circulair bouwen in de projecten van Whitewood. En niet vergeten: die projecten scoren niet enkel goed op duurzaamheid, maar zijn ook gewoon een goeie business case.”

Dat laatste is volgens Vermandel een belangrijke opmerking. “Wij zijn ervan overtuigd je op twee vlakken wint als je een meer duurzaam en dus beter project op de markt zet”, verduidelijkte ze. “Eén: je behaalt sneller je vergunning. In het geval van het Multi-project duurde dat proces 14 maanden, zonder enige vorm van vertraging. Dat is snel. En time is money. Ons projectvoorstel blonk uit door zijn duurzaamheid, waardoor er sowieso minder voer was voor discussie. Bovendien was het  transparant tot stand gekomen en waren onze duurzaamheidsambities niet enkel duidelijk omschreven, maar ook haalbaar. Er zijn voorbeelden van projecten bij onze concurrenten die gelijktijdig zijn opgestart maar niet of nauwelijks inzetten op duurzaamheid en vandaag nog altijd wachten op hun vergunning.”

“Ten tweede win je ook op commercieel vlak. We stellen vast dat welke en waar ze kantoorruimte huren, voor grote bedrijven niet de grote kost bedraagt. Daarnaast is een van hun grootste uitdagingen vandaag om goed personeel te vinden. Én om dat te behouden. Je voelt om beide redenen dat de markt vandaag openstaat voor meer duurzame bouwprojecten. Bedrijven willen groenere en meer circulaire gebouwen, omdat die zorgen voor een goed welbevinden bij hun werknemers. We zien dat bedrijven met dat doel voor ogen bereid zijn iets meer te betalen, omdat ze weten dat ze die meerkost ruimschoots terugwinnen met gelukkig personeel. Vanuit die optiek luidt de filosofie bij Whitewood: ‘Als je kwalitatief bouwt, vind je huurders.’”


Pijnpunt

Restte er Van Heers enkel nog het grootste pijnpunt te benoemen waar circulair bouwen vandaag volgens haar nog mee kampt, een opdracht die elke laureaat van de Circubuild-award krijgt wanneer hij de trofee doorgeeft. “Dat situeert zich op verzekeringsvlak”, was ze duidelijk. “Er zijn vandaag heel veel goede nieuwe circulaire producten en tweedehandsbouwmaterialen op de markt, maar de prestaties daarvan moeten natuurlijk gegarandeerd kunnen worden, net zoals dat het geval is bij traditionele bouwproducten. En daar schort het nu nog. We zien vaak dat dat niet lukt. Over de brandtechnische of akoestische eigenschappen van dergelijke materialen lijkt niemand en uitspraak te durven doen omdat er geen soortgelijke precedenten zijn waarop je je dan zou kunnen baseren.”

“De vraag is ook bij wie de verantwoordelijkheid over de deugdelijkheid van dat materiaal komt te liggen. Als je bijvoorbeeld recuperatiebakstenen voor je gevel gebruikt, wie moet dan garanderen dat die even goed zijn als nieuwe bakstenen? De producent? De aannemer? De architect?”

Vermandel sloot zich daarbij aan. “Ik vraag altijd aan SECO of andere experts of een bepaald materiaal zogenaamd compliant is en krijg dan een volledig rapport. Maar zodra het over de structuur en waterdichting gaat, vallen recuperatiematerialen al sowieso uit de boot. En dat ligt niet aan die experten zelf, want zij denken steeds goed met ons mee. Het heeft gewoon te maken met ontbrekende normeringen en garanties rond tweedehandsbouwmaterialen. Pure verzekeraars gaan dan weer vooral op de rem staan zodra je begint over biogebaseerde bouwmaterialen. Ik bedoel dan niet hout, want zaken als parket en houtskelet zijn intussen wel genoeg ingeburgerd, maar echte biobased materialen zoals bijvoorbeeld hennep-, schelpen- of stro-isolatie.”

Van Heers: “Klanten vragen regelmatig of er al projecten zijn met innovatieve circulaire materialen waarbij SECO zijn volledige goedkeuring rond risiconormalisatie en kwaliteitscontrole en dus verzekerbaarheid heeft gegeven en dan moeten we meestal negatief antwoorden. Desalniettemin proberen we in elk project toch het onderste uit de kan te halen als het gaat over circulair bouwen. Net zoals Whitewood dat ook altijd doet.”

Deel dit artikel:

Onze partners