Circulair bouwen: “We moeten tijd als vierde dimensie in een gebouwontwerp integreren”

Doorbreek het huidige systeem van ‘bouwen-cashen-slopen’. Dat geeft Roos Servaes mee op de website van Susanova in een reactie op In Transitie. Roos is facilitator veranderingsgericht bouwen bij de OVAM en één van de pioniers inzake circulair bouwen in Vlaanderen. In dat pas verschenen boek van Peter-Paul Van den Berg, directeur van Kamp C (het kenniscentrum voor duurzame innovatie in de bouw) laat ze haar licht schijnen op veranderingsgericht bouwen. “We moeten onze woningen en kantoren vandaag zo ontwerpen dat we ze binnen enkele decennia eenvoudig kunnen aanpassen of de onderdelen hoogwaardig elders kunnen hergebruiken.”

In Transitie is het tweeluik van Peter-Paul van den Berg, directeur van Kamp C. Het eerste deel, Onderweg naar een duurzame samenleving onderzoekt de betekenis van duurzaamheid voor de toekomst van onze wereld. Deel 2, Duurzaamheid en innovatie in de bouw, gidst de lezer door de transitie in de bebouwde omgeving, met een focus op circulair bouwen. Een van de experts die in het tweede luik aan het woord komt is Roos Servaes, die als OVAM beleidsinnovatiemedewerker mee de weg baant voor veranderingsgericht bouwen.
 

Waarom moeten bouwprofessionals ‘In transitie’ absoluut lezen?

Roos Servaes: “Ik vind het een must-read voor elke student-architect en bouwprofessional die inzicht wil krijgen in circulair bouwen. Het toont de richting waarin de bouwsector zal evolueren en reikt de handvaten aan om daar in de praktijk mee aan de slag te gaan. Ook voor leken is het een goede introductie tot de principes van circulair bouwen. Het boek leest vlot en is doorspekt met sprekende, herkenbare voorbeelden.”
 

In het boek wordt u expert veranderingsgericht bouwen genoemd. Wat houdt dat in?

“Eerder dan expert, zie ik mezelf als facilitator: ik probeer veranderingsgericht bouwen mee mogelijk te maken door architecten en bouwprofessionals vertrouwd te maken met de principes en alle hinderpalen op het vlak van wetgeving en beleid aan te pakken. De essentie van veranderingsgericht bouwen is: neem in je 3D-ontwerp ‘tijd’ mee als vierde dimensie. Onze maatschappij evolueert razendsnel en het is onmogelijk om vandaag in te schatten wat voor woningtypes en kantoren we over 40 jaar nodig zullen hebben. Wat we wel kunnen doen is gebouwen nu zo ontwerpen dat we ze later eenvoudig kunnen aanpassen aan de nieuwe noden. Dus: eerder dan een gebouw te slopen en er een nieuw op te trekken, gaan we aan de slag met de bestaande materialen en gebouwelementen. Dat bespaart niet alleen veel kosten, het is ook een pak duurzamer omdat er geen nieuwe grondstoffen aangeboord moeten worden.”
 

Hoe draagt veranderingsgericht bouwen bij aan ‘de transitie’?

“Veranderingsgericht bouwen vraagt echt om een mentale ommezwaai. Daarvoor moeten we als maatschappij compleet anders naar bouwen gaan kijken. Hoe langer gebouwen of gebouwonderdelen meegaan, hoe minder impact ze hebben op het milieu en hoe meer nut voor de samenleving. Neem nu de kantoorgebouwen aan de Koning Albert II-laan aan Brussel Noord. Die staan er amper dertig jaar, zijn monofunctioneel en beantwoorden niet meer aan de moderne eisen. Het prijskaartje ligt te hoog om een herbestemming mogelijk te maken. Omdat de projectontwikkelaar zijn winst heeft gegenereerd, worden ze gesloopt om er op dezelfde plek gloednieuwe kantoren neer te poten. Die benadering van bouwen – cashen – slopen moeten we doorbreken.
 

De OVAM introduceerde in 2015 23 ontwerprichtlijnen voor veranderingsgericht bouwen. Krijgen die intussen voet aan de grond?

“Er is nog een hele weg te gaan. In het curriculum van de opleidingen architectuur komt circulair en dynamisch bouwen vandaag nog te weinig aan bod. Daar is zeker nog werk aan de winkel. Een goede zaak is wel dat thema’s zoals de aanpasbaarheid van een gebouw geïntegreerd zijn in GRO, de duurzaamheidsmeter van de Vlaamse overheid. Bij alle bouwprojecten, onafhankelijk van schaal en functie wordt GRO via het bestek opgelegd en in elke fase van het project geëvalueerd. Op die manier raken architecten vertrouwd met de principes van veranderingsgericht bouwen.
 

Hoe maakt de OVAM de bouwsector vertrouwd met de principes van veranderingsgericht bouwen?

“We spreken regelmatig op fora en conferenties van architecten en bouwprofessionals. Maar ook inspireren we zelf via praktijkonderzoek: bijvoorbeeld op de Openbedrijvendag van 2016 hebben we zo twee vooruitstrevende modulaire bouwunits door een expert laten screenen op verbetermogelijkheden om ze nog meer circulair te maken: een leerrijke ervaring, zowel voor de OVAM als voor de twee fabrikanten. Daarnaast maken we bij de OVAM momenteel een bouwcatalogus met circulaire, bouwtechnische oplossingen. Sommige technieken bestaan vandaag al op de markt, voor andere doen we een suggestie van hoe die er uit kunnen zien, in de hoop dat de markt ook die oplossingen zal oppikken en ontwikkelen. Op die manier willen we het kip of het ei-verhaal doorbreken: als er geen circulaire bouwoplossing bestaat of onvoldoende gekend is, kan een architect die immers niet in zijn ontwerp integreren.”
 

De bouwsector staat bekend als behoudsgezind. Hebben bouwprofessionals oor naar de principes van veranderingsgericht bouwen?

“We merken zeker dat mensen geprikkeld zijn door de 24 ontwerprichtlijnen van veranderingsgericht bouwen. Maar de volgende stap, het omzetten van die principes en ideeën naar de bouwpraktijk, is veel minder evident. Het vergt een complete herziening van businessmodellen en de gekende manier van werken. Daarom zijn doeners als Peter-Paul Van den Berg en zijn collega’s van Kamp C zo belangrijk: op haar site in Westerlo ambieert Kamp C in 2019 samen met een heleboel partners, de bouw van het eerste circulaire kantoor in ons land. Zulke mensen hebben we echt nodig: via trial & error ervaren wat de valkuilen en kansen zijn van veranderingsgericht bouwen en daaruit leren. Het traject voor de effectieve bouw is nu volop bezig en dit gebeurt ook met de financiële steun van de OVAM. Kamp C organiseert onder meer masterclasses rond diverse pijlers van circulair bouwen met een brede groep aan stakeholders.”

“En goed nieuws… er zijn nog heel wat doeners in Vlaanderen….Het grootste bewijs zijn de vele bouwgerelateerde projecten die bij Vlaanderen Circulair werden ingediend voor de voorbije twee calls. Er zal de komende jaren heel wat ervaring in Vlaanderen verzameld worden rond do’s en don’ts als het aankomt op circulair bouwen.”
 

Welke oplossingen om veranderingsgericht bouwen mogelijk te maken bestaan vandaag al?

“Er zijn al heel wat concrete bouwtechnische oplossingen in de praktijk die toelaten om via omkeerbare verbindingen onderdelen aan te passen of te demonteren. De volgende stap is om die in een breder systemisch denken in te bedden waarbij het juridisch en financieel mogelijk is om het gebouw ook doorheen de tijd aan te passen.”

“In Oostenrijk legt de overheid bijvoorbeeld op dat een derde van de oppervlakte van een publiek gebouw multifunctioneel moet zijn. Ze moeten zo gebouwd worden dat ze eenvoudig aan te passen zijn om nieuwe functies in onder te brengen. Op die manier neemt de overheid een voorbeeldrol op en inspireert ze andere bouwheren om op dat elan door te gaan.”
 

Welke hinderpalen staan een brede verspreiding van veranderingsgericht bouwen in de weg?

“De traditionele financieringssystemen voor bouwprojecten voldoen vaak niet voor een circulair businessmodel. Vooral de restwaarde van een gebouw vereist extra aandacht. Waar een lineair model uitgaat van waardeverlies van materialen en producten, maakt het hoogwaardig behoud ervan een wezenlijk onderdeel uit van het circulaire businessmodel. Ook onze wetgeving bevat nog heel wat hinderpalen. Bijvoorbeeld: vandaag moet je in een vergunning duidelijk de functie en inrichting van een gebouw omschrijven en mag je daar niet van afwijken. Terwijl veranderingsgericht bouwen ervan uitgaat dat je die functie en inrichting in de loop der jaren aanpast aan de nieuwe noden. Voor we het vergunningenbeleid in die zin kunnen aanpassen, is nog heel wat denkwerk nodig.”

“Ook juridische aspecten rond aansprakelijkheid vormen nog een belangrijke drempel. Denk aan een platform als bol.com: als je daar een boek wil kopen, krijg je naast een nieuw exemplaar als suggestie vaak zijn tweedehandse evenknie te zien. Voor de bouwsector kan een gelijkaardig principe heel interessant zijn, op voorwaarde dat er een oplossing wordt gevonden voor de onzekerheid rond de technische performantie van die ‘tweedehands’-producten.”
 

Moet de transitie naar circulair bouwen voortgestuwd worden door de overheid of door de markt?

“Idealiter komt de vraag naar circulair bouwen vanuit de markt zelf. Anderzijds moet de overheid trachten een ‘ideaal’ kader te scheppen dat deze transitie mogelijk maakt. Vandaag bestaan er al enkele online platformen die tweedehands bouwmaterialen aanbieden. Maar om de transitie te versnellen moet een bouwheer kunnen zeggen: ik heb op die dag zoveel bouwmateriaal nodig. In functie van die vraag stelt het platform dan een match voor. Dergelijke aanpak vraagt nog een hele digitale revolutie van de bouwmarkt zelf.”
 

In transitie noemt ook Building Information Modelling (BIM) cruciaal om circulair bouwen mogelijk te maken.

“Klopt. BIM is een digitaal model, dat het bouwwerk virtueel weergeeft. Vandaag maakt een architect een ontwerp, vervolgens berekent een ingenieur de stabiliteit en draagkracht en worden technische leidingen uitgetekend. Met die drie plannen moet de aannemer aan de slag op de bouwwerf. Daardoor worden fouten vaak pas op de werf ontdekt, waardoor er kostbare tijd verloren gaat. De werfleider komt dan bijvoorbeeld tot de vaststelling dat die elektrische leidingen op die plek onmogelijk gelegd kunnen worden omdat daar een draagbalk moet komen. BIM anticipeert op dergelijke problemen door de drie plannen in een globaal plan te integreren en informatie beter uit te wisselen.”
 

Welke case ziet u als een schoolvoorbeeld voor bouwprofessionals?

“Het open ontwerp en polyvalente draagconstructie van het ziekenhuis AZ Groeninge maakt dat je het gebouw eenvoudig kunt aanpassen aan de toekomstige noden door er verdiepingen op te bouwen of ruimtes met kleine ingrepen een andere invulling geven. Nieuwe wetenschappelijke inzichten stuwen de medische sector continu vooruit. Gangbare medische praktijken zijn over enkele jaren misschien al achterhaald. Het AZ Groeninge heeft haar gebouw zo ontworpen dat ze snel en met een minimum aan ingrepen op die toekomst kan anticiperen.”

In Transitie bestellen of (gratis) downloaden kan via deze link.

Deel dit artikel:

Onze partners