Circulair ontwerp A2D tovert voormalig douanegebouw om tot creatieve hub

ACH legt momenteel de laatste hand aan de reconversie van een voormalig douanegebouw in de Van Meyelstraat 47-49 in Sint-Jans-Molenbeek tot creatieve hub waar naast werken en creëren ook plaats is voor wonen. Het ontwerp daarvoor is van de hand van A2D en is de vrucht van een duurzame benadering, zowel wat betreft de woon- en werkkwaliteit als het materiaalgebruik en op energetisch vlak. A2D wordt zelf een van de nieuwe gebruikers; eind oktober verruilt het ontwerpbureau zijn kantoor op de Paardenmarkt in Tervuren voor een van de nieuwe werkplekken in het historische pand.

Het voormalige douanegebouw dateert uit 1906 en ligt op een steenworp van de bekende Tour & Taxis-site. In het statige woonhuis aan de straatzijde worden drie ruime appartementen gerealiseerd: een eenkamer-, een tweekamer- en een driekamerappartement. De plafonds met een hoogte van bijna vier meter maken de appartementen ruim en helder.

In de achterliggende ateliers komen drie werkruimtes en een atelier voor ambacht. In een van de werkruimtes komt het nieuwe hoofdkwartier van A2D, ontwerper van het hele reconversieproject. Het ontwerpbureau zal de ruimte niet huren. Het kocht het historische pand immers aan om het project te kunnen realiseren. De overige werkplekken, het atelier en de wooneenheden zal A2D verkopen.

Het gemeenschappelijke binnengebied is toegankelijk voor zowel de bewoners van de appartementen als de gebruikers van de werkruimtes en het atelier. Naast twee parkeerplaatsen biedt die gedeelde zone ook fietsenstallingen.


Vijf pijlers

A2D zette voor het project in op vijf pijlers: het respecteren van de eigenheid van het gebouw; het maximaal (bij)isoleren van de bouwschil, het hergebruiken van reeds aanwezige materialen; het toepassen van moderne technologieën om het gebouw te verwarmen, koelen, ventileren en verlichten en het maximaal inzetten van biogebaseerde bouwmaterialen.


Respect

A2D vertaalde de eerste pijler naar het aanpassen van het programma aan het gebouw in plaats van omgekeerd te werk te gaan. Zo werd, om de architecturale waarde van het stapelhuis achteraan te behouden, geopteerd om die als atelierruimte in te richten en werden bestaande structuren en muuropeningen mee opgenomen in het plan. Een bouwdeel dat volgens de stedenbouwkundige voorschriften te hoog was, kon dan weer worden behouden door het in te richten als wintertuin. De houten dakstructuur van die wintertuin werd bekleed met transparante panelen. Het volume maakt geen deel uit van het beschermde volume en wordt niet geklimatiseerd. De temperatuur in de binnentuin zal zo mee evolueren met de seizoenen. De praktijk moeten volgens A2D uitwijzen in hoeverre de ruimte functioneel deel kan uitmaken van de ateliers.

In de drie appartementen worden onder meer marmeren schouwen en de fraaie plafondlambriseringen behouden.

De nieuwe ingrepen die wel werden doorgevoerd, werden ingegeven door de hedendaagse eisen rond lucht en licht, toegankelijkheid, minimumoppervlaktes, isolatie en nieuwe technieken.


Isoleren

De werkplekken werden aan de binnenkant geïsoleerd met duurzame biogebaseerde materialen. Zowel de wanden en vloeren als daken werden aangepakt. Er werd niet alleen thermische, maar ook akoestische en brandveilige isolatie aangebracht tussen de verschillende entiteiten.

Voor de appartementen werd een combinatie van binnen- en buitenisolatie toegepast, zodat bestaande waardevolle interieurdetailleringen bewaard konden blijven. De ruimtes tussen de vloerbalken van de verschillende woonentiteiten werden opgevuld met rotswol.


Circulariteit

Van alle bestaande materialen in het gebouw die afgebroken werden, werd het potentieel voor hergebruik, herbestemming en/of verwerking in kaart gebracht. Een heel aantal van de afgebroken materialen kreeg daardoor, al dan niet na reiniging, een tweede leven in het project, in de oude of in een nieuwe functie. Zo werden houten balken hergebruikt om rotte balken te vervangen of bestaande openingen te dichten, kregen akoestische plafondtegels een nieuwe functie als akoestische isolatie tussen vloerliggers en werden stalen liggers – ook exemplaren die de vorige eigenaars hadden achtergelaten – met minimaal snijverlies gebruikt voor structurele doeleinden: ter ondersteuning van bestaande bakstenen welfsels, als dragende ligger voor bestaande vloeren, om nieuwe openingen in het metselwerk te dragen … Ook dakpannen en bakstenen werden hergebruikt.

Voorts werd de bestaande regenwaterput hersteld en opgenomen in het nieuwe hemelwaterrecuperatiesysteem en werd een sprinklerbrandveiligheidssysteem geïnstalleerd zodat de bestaande houten vloerbalken in de ateliers zichtbaar konden blijven – en afwerkingsmaterialen dus werden uitgespaard.

Voor de atelierruimtes werd tot slot maximaal ingezet op omkeerbaarheid en aanpasbaarheid door toepassing van droge bouw- en montagemethodes en het in opbouw plaatsen van de technische installaties zoals elektriciteit en ventilatie.


Technieken

Het toepassen van moderne technologieën om het gebouw te verwarmen, koelen, ventileren en verlichten, de vierde pijler van het ontwerp, betekende voor de werkplekken concreet een gecentraliseerd verwarmings-, koeling- en ventilatiesysteem op basis van warmtepompen in combinatie met geothermie – waarvoor negen boringen gebeurde – en negentig zonnepanelen op het dak. De werkplekken zijn zo energetisch zelfvoorzienend op het vlak van klimatisatie.

Voor de verwarming en het sanitair warmwater in de appartementen staan individuele lucht-waterwarmtepompen in. De twee- en driekamerappartementen worden uitgerust met een ven-tilatiesysteem van het type D, het eenkamerappartement met een ventilatiesysteem C. Via een energiegemeenschap zullen de bewoners van de appartementen overtollige energie van de negentig zonnepanelen kunnen kopen.

Er werden ook extra regenputten aangelegd die het sanitair in de werkplekken van spoelwater zullen voorzien. Het opgevangen regenwater zal ook gebruikt worden voor de planten in de wintertuin.


Biobased

De laatste pijler die A2D voor zijn ontwerp hanteerde past net als de derde – en in mindere mate de eerste en vierde – helemaal binnen de filosofie van circulair bouwen: waar het bouwtechnisch mogelijk was, zijn de ‘nieuwe’ materialen die A2D koos maximaal biogebaseerd.

Enkele voorbeelden:

  • De wanden van de kelderverdiepingen werden met 16 cm dikke kalkhennepblokken van IsoHemp geïsoleerd en afgewerkt met dampopen pleisterwerk in de woning en kalkpleister in de ateliers.
  • De bovengrondse wanden werden met 16 cm dikke Pavatexhoutwolplaten van Soprema geïsoleerd. Net als in de kelder werden die afgewerkt met dampopen pleisterwerk in de woningen en kalkpleister in de werkplekken.
  • De daken werden geïsoleerd met grasvezelisolatie van Gramitherm van 25 cm dik en afgewerkt met fermacellplaten.
  • Op de vloeren in de ateliers werd gewerkt met fermacellkorrels ter vervanging van een klassieke gegoten chape. ze werden afgewerkt met een dubbele Fermacell-plaat. Dit zorgt voor zowel een akoestische als brandwerende barrière.
  • De nieuwe circulatiekern werd gebouwd met Carbstoneblokken ter vervanging van klassieke betonblokken. Cabstoneblokken zijn gemaakt van een afvalproduct van de metaalindustrie en CO2-negatief.
  • De buitenisolatie van de zijmuur van een van de appartementen bestaat uit 16 cm dikke kurkblokken, die werden afgewerkt met een draadstructuur om een groene gevel te creëren.
  • Voor de waterdoorlatende vloerafwerking in de wintertuin gebruikte A2D cacaoschillen, die het recupereerde bij een lokale Molenbeekse producent van chocolade, Nicolas Blondeel, en die anders zouden worden weggegooid.
  • In het binnengebied werd de zone onder de bomen afgewerkt met perzikpitten.

A2D merkte in het project naar eigen zeggen wel dat er over biogebaseerde bouwmaterialen en de manier waarop ze moeten worden toegepast nog niet veel informatie voorhanden is. Het ontwerpbureau stelde ook vast dat de weinige info soms ook tegenstrijdig is.


Voorbeeldproject in Totem

A2D zag zijn focus op biogebaseerd en circulair bouwen in dit project beloond met subsidies van Renolab. Leefmilieu Brussel zal het het project ook gebruiken als voorbeeldproject in Totem.

In totaal zal de renovatie zo’n jaar in beslag hebben genomen.

“Met dit project combineren we de charme van een historisch pand uit het begin van de 20ste eeuw met eigentijdse technologie, resulterend in toekomstbestendige en sfeervolle appartementen en werkplekken. En dit alles op loopafstand van Tour & Taxis en het bruisende centrum van Brussel, de hoofdstad van Europa”, besluit A2D.

Nog dit: Philippe Brysse van A2D getuigde voor Circubuild eerder al over de toepassing van de kalkhennepblokken van IsoHemp in het project. Dat artikel, in de rubriek Gewicht & Gewogen, kan je hier lezen.

Deel dit artikel:

Onze partners