De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft de tijdelijke vereniging bestaande uit ontwerpers BC architects, dat de lead neemt, en Civic Architects en BAS (stabiliteitsstudies), Cenergie (speciale technieken en EPB), Atelier Arne Deruyter (landschapsarchitectuur), Callebaut Architecten (expertise in restauratie en erfgoed), Abesco (coördinatie veiligheid en gezondheid) en Architecture Workroom Brussels (burgerparticipatie) benoemd voor het ontwerp van het project dat de gebouwen in de Manchesterstraat 13-15 en 17-19 in Sint-Jans-Molenbeek zal renoveren en transformeren tot een artistieke en creatieve pool. Het team gooit het resoluut over de circulaire boeg, met onder meer een flexibele structuur en maximaal hergebruik van de bestaande ruimten en materialen.
De aanstelling gebeurde op voorstel van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) en in samenspraak met de GOB Directie Facilities, urban.brussels en de gewestelijke bouwmeester.
De bewuste gebouwen in de buurt van het kanaal zijn eigendom van de Grondregie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (GOB Directie Facilities) en worden momenteel tijdelijk gebruikt in afwachting van de voltooiing van de reconversie. Op termijn zullen ze dus onderdak en infrastructuur bieden aan culturele, artistieke en creatieve producties, met onder meer kantoren, een polyvalente zaal en kunstenaarsresidenties.
Inventaris door Rotor
Wesley Degreef, medeoprichter van BC architects:“Het hele complex in de Manchesterstraat zal een belangrijke pool voor culturele, artistieke en creatieve producties in Brussel worden. De sleutel om deze ambitie te bereiken is rekening houden met het feit dat de basis er al ligt op alle niveaus: het sociale en culturele ecosysteem van de wijk, het industriële erfgoed en de rijke geschiedenis die daarmee samenhangt, de aanwezigheid van spelers als Recyclart en Decoratelier, evenals de structuren en materialen die al aanwezig zijn op de site. Sommige van deze kwaliteiten moeten simpelweg bewaard blijven, andere moeten weer naar boven worden gehaald en weer andere moeten de mogelijkheid krijgen om te floreren dankzij gerichte ingrepen. Het enorme bestaande potentieel vormt de basis van onze visie op de toekomst van deze site. Ons voorstel is geen voltooid product, maar een open en evolutief concept. De nadruk ligt op concrete werkprincipes en hypothesen die het ontwerp aansturen, maar het beeld niet definitief bepalen. Op basis van een sterk afgebakend participatieproces met een focus op ‘doen’ willen we er samen met alle partners aan werken om een aantrekkelijke, toegankelijke, robuuste en klimaatvriendelijke leef- en werkomgeving te creëren.”
Het ontwerp vertrekt van een laagdrempelig publieksgebouw: het ensemble wordt een uitnodigend productiecentrum voor de hele wijk. Een plek waar verschillende zelf-organiserende structuren kunnen floreren, door het zichtbaar en toegankelijk maken van het industriële erfgoed, de slimme organisatie van het programma en de ontsluiting, de overgang van publiek naar privaat en de flexibiliteit van het plan.
Het wordt tevens een duurzaam en productief ensemble: Recyclart en Decoratelier – die gedurende de hele fasering van de werken moeten kunnen blijven opereren, de eerste mag ook na de renovatie al zeker blijven – en de bestaande architectuur vormen de inspiratie voor het duurzame, circulaire karakter van het plan, dat de circulariteit ook beleefbaar wil maken. Er wordt onder meer ingezet op behoud van aanwezige materialen en in tweede instantie de maximale recuperatie ervan binnen het project. De site vormt voor het ontwerpteam een materialenbank waarbij een nauwkeurige afbraak de ontginning vormt van de materialen voor de nieuw te bouwen delen. Rotor hielp bij het opmaken van de inventaris.
De verdere uitwerking van het ontwerp gaat gepaard met een simultaan onderzoek naar de haalbaarheid en het potentieel van de verschillende circulaire acties. Een hiërarchie van waarden, gebaseerd op het idee om de fase van materiaaltransformatie zoveel mogelijk te vermijden, geeft volgende hiërarchie voor de te ondernemen acties binnen het project: voorkomen/behouden, hergebruiken, minimaliseren van afval en de voorkeur geven aan duurzame, biodegradabele materialen. Dit principe is geïnspireerd op de schaal van Lansink en de gids voor het hergebruik van bouwmaterialen (2013).
Zo zijn in het wedstrijdontwerp de nieuwe geveloppervlakken in gerecupereerde bakstenen voorzien – de geruime hoeveelheid stenen afkomstig van de afbraak van de gebouwen langs de Manchesterstraat aangevuld met die afkomstig van nieuwe gevelopeningen genereert een totaal dat ruim volstaat voor de voorziene oppervlaktes in het ontwerp – en wordt de buitenruimte deels aangelegd met kasseistenen van op de site zelf.
Daarnaast wordt circulariteit niet louter bekeken om materiaaltechnisch vlak. Het ontwerpteam gebruikt zeven circulaire pijlers om de circulaire acties in het Manchester-project te structureren.
Flexibeler ontwerp door betere ontsluiting
Ook op gebouwniveau zet het ontwerpteam in op circulair bouwen, onder meer door de functionele flexibiliteit van de bestaande gebouwen te vermenigvuldigen door een betere ontsluiting. Die flexibele ontsluitingsstructuur vormt één van de zes ruimtelijke principes waarvan vertrokken wordt. Vanaf de Manchesterstraat zijn via de nieuwe publieke plint alle gebouwen bereikbaar. Dit vergroot dus de flexibiliteit: ruimtes zijn apart te verhuren of als een geheel.
Die nieuwe publieke plint zal circulair zijn en bestaan uit demonteerbare onderdelen, zoals geboute stalen portieken met daartussen betonwelfsels als vloeren en invulmetselwerk met gerecupereerde stenen. De laterale stabiliteit wordt door portiekwerking bekomen. Er kan een afweging gemaakt worden tussen portieken per travee met korte vloervelden of enkel portieken op de kopwanden en de volledige breedte van het volume met welfsels overspannen. De eerste versie bespaart beton, de tweede bespaart staal. Een vergelijking in volgende fase naar economie en LCA-analyse moet helpen daarin een keuze te maken.
De anderen nieuwe ruimtes die aan de Manchesterstraat worden toegevoegd, zijn op hun beurt flexibel of circulair opgevat, met demonteerbare maar ook houten constructieonderdelen. Zo komen er bijvoorbeeld een houten loods met grote overspanning en houten woningen en bestaat het houten ‘artists in residence’-gebouw uit balken en kolommen met een beukmaat van 3,6 meter, zodat het eenvoudig te transformeren is tot atelier, kantoor of een andere functie. Ook in de houten ‘schuur’, die dient als opslagplaats en fietsenstalling, kunnen door de beuk en overmaat van de constructie in de toekomst eenvoudig ateliers worden ingebouwd. De superstructuur is dan weer een circulaire lichtgewichtconstructie die tegen de machinekamer wordt aangebouwd. Ze vormt een galerij, balkon, wintertuin en klimaatmachine tegelijkertijd en ontsluit het hele opslag- en machinegebouw vanaf de Manchesterstraat op elke verdieping, waardoor de bruikbaarheid ervan explosief toeneemt.
Andere ruimtelijke principes
De andere vijf ruimtelijke principes die als uitgangspunt gelden bij het ontwerp luiden ‘een ensemble van verschillen', ‘openbare buitenruimtes’, ‘definiëren van verschillende zones’, ‘de cybernetica van de plint’ en ‘het onthullen van het rijke verleden.
Ensemble van verschillen: het ontwerpteam ziet het productiecentrum als een ensemble van onderdelen met verschillende eigenschappen. Een stedelijk landschap met open en besloten plekken, warme en koude, groene en stenige, grote en kleine, hoge en lage. De identiteit van de bestaande bebouwing wordt versterkt. De nieuwe delen voegen nieuwe eigenschappen toe. De verschillende gebruikers en initiatieven kunnen zich een plek kunnen toe-eigenen die hen past.
Openbare buitenruimes: de openbare buitenruimtes zijn onderdeel van de structuur en belangrijke dragers van de kwaliteit van het gebied. Ook hier versterken de ontwerpers de bestaande eigenschappen. De omsloten binnenpleinen vormen mooie plekken voor experiment en productie omdat de relatie met de straat gereguleerd kan worden. De cour aan de zuidwestzijde wordt getransformeerd tot groene oase. Aan de Manchesterstraat voegt het ontwerpteam een groen maaiveld toe ; een stadsbalkon aan de straat. De publiek toegankelijk daktuin biedt een prachtig uitzicht over de stad. Door het groen op te tillen en deze ‘hangende tuinen’ publiek toegankelijk te maken, wordt de productieve kwaliteit van de huidige pleinen behouden. Bovendien draagt stadstuin bij tot de biodiversiteit en het halen van de klimaatdoelstellingen: dankzij zaken als waterretentie, het helpen terugdringen van het hitte-eilandeffect, CO2-captatie, het aantrekken van vogels enzovoort.
Definiëren van verschillende zones: de hele site is gestructureerd in drie zones: de plint aan de Manchesterstraat, de pleinzone en de productieve zone. De plint is de meest publieke zone en tegelijkertijd het ‘membraam’ waarmee de openbaarheid van de pleinen kan worden aangepast. Hierdoor kan de pleinzone van karakter veranderen: soms als onderdeel van het publieke domein, soms wordt (akoestisch) afgesloten voor feestjes of als verlengstuk van de productiezones die in de bestaande gebouwen liggen.
De cybernetica van de plint: de openbare plint medieert tussen straat en binnenplein. Het is een publiek mechaniek dat de functionaliteit en flexibiliteit van de hele site vergroot. De culturele hub is het scharnierpunt tussen alle onderdelen. De hub biedt beide pleinen een extra entree. Ook het publieke stijgpunt, de polyvalente zaal en de foyer zijn via de hub bereikbaar. De foyer ligt tussen beide pleinen waardoor deze te ontkoppelen zijn. De polyvalente zaal is flexibel : als verlengstuk van het plein, de straat of als connectie tussen beide. De poort naar plein 13- 15 is afsluitbaar en hoog genoeg voor vrachtwagens. Ernaast ligt een atelierruimte die ook door de buurt te gebruiken is. Langs de hele gevel maken gordijnen het mogelijk de pleinen te verhullen en onthullen.
Het onthullen van het rijke verleden: het ontwerpteam houdt de plint laag zodat het industriële erfgoed aan de straat tevoorschijn komt. Het ensemble krijgt geen nieuwe toren, het is juist het bestaande machinegebouw dat het symbool van het gebied vormt, zichtbaar als ze is vanaf de Liverpoolstraat aan de overzijde van het kanaal.
Toonaangevend stadsvernieuwingsproject
Het budget voor dit project met gewestelijke uitstraling bedraagt bijna 14 miljoen euro en wordt gefinancierd door het Brussels Gewest in het kader van het Stadsvernieuwingscontract Heyvaert-Poincaré (SVC 5) en door Beliris. De MSI wil de aanvraag voor de bouwvergunning indienen in maart 2022 en starten met de werken in september 2023. In 2025 zou het project gefinaliseerd moeten zijn. Als gedelegeerd opdrachtgever voor dit project zal de MSI de bouwwerken opvolgen tot aan de oplevering van de gebouwen.
Minister-president van het Brussels Gewest Rudi Vervoort onderstreept dat “deze toekomstige culturele, artistieke en creatieve pool werkruimte zal bieden aan bijna 100 personen. Dit is een van de toonaangevende projecten uit de eerste golf van stadsvernieuwingscontracten. Het beantwoordt perfect aan de filosofie van de stadsvernieuwingscontracten, die worden opgezet door het Gewest en uitgevoerd in samenwerking met de gemeenten: het tekort aan openbare infrastructuur remediëren en de stedelijke breuklijnen tussen wijken verminderen. Dit is een project met gewestelijke uitstraling, dat zal bijdragen aan de dynamiek in het kanaalgebied. Het succes van de activiteiten van Recyclart, dat duurzaam gevestigd is in de gebouwen in de Manchesterstraat 13-15 en van het tijdelijke gebruik door onder meer Decoratelier heeft al aangetoond dat dit project beantwoordt aan een behoefte in dit deel van het gewest.”
Gilles Delforge, directeur van de MSI, legt uit dat “de keuze voor zo’n soort project in deze wijk perfect past binnen de algemene lokale context in de Manchesterstraat. Deze nieuwe culturele en artistieke pool komt immers naast andere culturele instellingen zoals Charleroi Danse en Cinemaximiliaan. Het ontwerp van het multidisciplinaire team dat werd verzameld door BC architects beantwoordde het beste aan de gunningscriteria van de opdracht. De benadering van BC Architects respecteert de interessantste gebouwen van de site en verbindt deze op een innovatieve manier met elkaar en met de Manchesterstraat, waarbij tegelijk een openbare ruimte wordt gecreëerd op het dak.”