In Izegem nadert de transformatie van de oude kapittelzaal van de Paterskerk tot polyvalente ruimte voor de bewoners van het naastgelegen woonzorgcentrum ’t Pandje haar voltooiing. In het verlengde van het herbestemmingsonderzoek van Herbé tekende Erfgoed en Visie de plannen voor de make-over. Het ontwerpbureau trok daarbij volop de kaart van circulair (ver)bouwen, met een doorgedreven focus op hergebruik, demonteerbaarheid en aanpasbaarheid en de toepassing van hernieuwbare materialen.
De kapittelzaal, ruim honderd jaar oud en al enkele jaren onttrokken aan de eredienst, is het enige deel van de Paterskerk dat overeind bleef toen het religieuze gebouw in 2022 werd gesloopt in opdracht van de gemeente om plaats te maken voor een groenzone voor de bewoners en bezoekers van het naastgelegen woonzorgcentrum ’t Pandje. Dat verzorgingshuis had de kerk in 2016 gekocht, twee jaar nadat de laatste eredienst er had plaatsgevonden. 't Pandje pleitte voorafgaand aan de sloopwerken voor het behoud van de kapittelzaal, omdat ze op termijn een waardevolle nieuwe invulling zou kunnen krijgen voor het woonzorgcentrum. En zo geschiedde.
Die nieuwe invulling kreeg al snel de concrete gedaante van een polyvalente zaal waar onder meer lezingen, opleiding en kleine bewonersfeesten kunnen plaatsvinden. Erfgoed en Visie, dat overigens recent bow architecten overnam (die naam wordt voortaan niet meer gebruikt, red.) werd aangesteld om het ontwerp voor de herstemming te tekenen en Herbé om het voorafgaande herbestemmingsonderzoek te doen. Het uiteindelijke ontwerp brengt de zaal terug naar haar oorspronkelijke staat en maakt ze ook volledig normconform. De plannen voorzien daarnaast ook in een aanbouw die foyerruimte, een sanitair gedeelte, een keuken en een berging met plaats voor de technieken herbergt.
Tweede leven voor bakstenen kerk
In het herbestemmingsontwerp werd hoog ingezet op drie principes van circulair (ver)bouwen: hergebruik, demonteerbaarheid en de toepassing van hernieuwbare materialen. Zo gaf Erfgoed en Visie een aantal bouwelementen die gerecupereerd werden bij de sloop van de Paterskerk – ’t Pandje had de afbraakfirma daar destijds de opdracht toe gegeven – een nieuw leven in de vernieuwde kapittelzaal. Voor de restauratie van de gevels van de kapittelzaal werden bijvoorbeeld bakstenen van de Paterskerk gebruikt. En de nok van het dak wordt afgewerkt met een arduinen kruis dat ooit in de kerk hing.
Sommige gerecupereerde materialen uit de oude kerk kregen ex situ een nieuwe plek. Zo gaf ’t Pandje de voormalige klokkentoren al een plaats in de nieuwe groenzone en werden ook twintig steunpilaren door de sloopaannemer gerecupereerd om ze te verkopen – eentje prijkt nu bijvoorbeeld aan de ingang van restaurant Den Roobaert in Oekene.
Aanbouw in hout
Demonteerbaarheid komt op verschillende manieren terug in de vernieuwde kapittelzaal. Zo werd de aanbouw opgetrokken in een demontabele lichte houtstructuur en afgewerkt met materialen die op hun beurt demonteerbaar zijn. Aan de buitenkant gaat het om geprofileerde stalen platen, aan de binnenkant om geschroefde houten beplating.
De nieuwe dak- en vloerpakketten in de kapittelzaal werden ook omkeerbaar uitgevoerd. Dat was onder meer mogelijk was door het gebruik van schelpen als vochtwerend en extra thermisch isolerend materiaal. Het nieuwe dak van de kapittelzaal kreeg natuurleien, die uiteraard ook demonteerbaar zijn.
Maximale aanpasbaarheid
De keuze om de nieuwe technische ruimte, de keuken en het sanitair in de aanbouw met foyer onder te brengen, garandeert de maximale aanpasbaarheid van de kapittelzaal. De aanbouw zelf werd ook aanpasbaar ontworpen, evenals de technieken.
Fossielvrij energieplaatje
De klimatisatie van de vernieuwde zaal en aanbouw gebeurt fossielvrij met warmtepompen. De aanbouw kreeg een groendak en het groen rond het gebouw wadi’s om regenwater maximaal te bufferen.
“Wij vonden het uitermate belangrijk dat de kapittelzaal als laatste getuige van de Paterskerk haar erfgoedwaardige kwaliteit bij de herbestemming maximaal behield”, besluit Pieter Verfaillie van Erfgoed en Visie. “De kapittelzaal volledig in haar bestaande gedaante bewaren, was voor ons ook de ultieme vorm van circulariteit. Alle materialen werden behouden en hersteld en de nieuwe materialen die we moesten toevoegen zijn robuust en duurzaam en hebben bij voorkeur al een eerste leven achter de rug. De demonteerbaarheid en het polyvalente karakter van de zaal maximaliseren daarnaast de levensduur van het vernieuwde gebouw.”
De werken aan de herbestemming van de kapittelzaal vingen in januari van dit jaar aan. In het vroege voorjaar van 2025 moet ’t Pandje het gebouw in gebruik kunnen nemen.