Circulaire makeover voor eeuwenoude Antwerpse onderwijssite (DMT, MAAT_WERK en Bureau Bouwtechniek)

De Paardenmarkt, de historische onderwijssite van de vroegere Stedelijke Nijverheidsschool in het oude stadscentrum van Antwerpen, steekt na vier jaar werkzaamheden in een nieuw jasje. De moderne stadscampus is het resultaat van renovatiewerken naar een ontwerp van DMT architecten en MAAT_WERK architecten in samenwerking met Bureau Bouwtechniek, die er kwamen na een circulaire aanbesteding die gold als pilootproject binnen de Open Call 2018 van Vlaanderen Circulair. Sinds vorige maand krijgen de studenten productontwikkeling van de Universiteit Antwerpen er les.

Al sinds 1558 is er onderwijsactiviteit op de Paardenmarkt. Doorheen de eeuwen breidde de site almaar uit, wat eind 19de eeuw uiteindelijk resulteerde in het ontstaan van de Stedelijke Nijverheidschool, waar onder meer industriële ingenieurs werden opgeleid. De school werd in de daaropvolgende eeuw een begrip tot ver buiten Antwerpen.

De ingrijpende vernieuwingswerken die in 2019 van start gingen en in februari hun einde kenden, kwamen er nadat de Universiteit Antwerpen een erfpachtovereenkomst had gesloten met de stad. Bedoeling: een nieuw thuishaven creëren voor de studenten uit de boomende opleiding productontwikkeling, voor wie de gebouwen in de Ambtmanstraat wat verderop te klein geworden waren. De bestaande gebouwen op de Paardenmarktsite werden gerenoveerd en gerestaureerd, maar er kwamen ook enkele nieuwe bouwvolumes. De site voorziet onder andere in klaslokalen, ateliers hout- en metaalbewerking, polyvalente werkruimtes en tentoonstellingslokalen.


Behouden en omkeerbaar bouwen

Het ontwerp van de renovatiewerken is van de hand van DMT architecten, MAAT_WERK architecten en Bureau Bouwtechniek – dat de bouwtechnische ondersteuning voor zijn rekening nam vanaf voorontwerp en de technische assistentie tijdens het ontwerpproces, zoals de opmaak van het bouwkundige bestek, de uitwerking van de technische tekeningen en aanbestedingsplannen, de raming en de controle op de uitvoering van de werken. Botec (technieken), macobo-stabo (stabiliteit) en Vicave (EPB) verzorgden de nodige studies. Bureau Bouwtechniek en de Universiteit Antwerpen dienden het project in 2018 in bij Vlaanderen Circulair na de Open Call waarmee financiële steun zou worden verleend aan allerhande projecten in de context van circulair bouwen. Ze wilden met het project proberen aan te tonen dat schoolbouwprojecten kunnen worden aanbesteed met een focus op hergebruik en demonteerbaarheid.

Een grondige historische analyse van de bestaande gebouwen en een diepgaande analyse en inventarisatie van de aanwezige materialen lagen aan de basis van het renovatieontwerp en vormden de focus in het technisch bestek, naast circulaire eigenschappen voor nieuwe materialen. Maximaal inzetten op behoud van de waardevolle onderdelen van de historische campusgebouwen en op reversibel bouwen was immers het objectief. 


Bevraging markt

De niet-dragende binnenwanden van de kantoorgebouwen op de site vormden het onderwerp van het onderzoek rond de toepassing van nieuwe circulaire bouwmaterialen. Er werd een bevraging gedaan van de Belgische markt, waaruit bleek dat er een te beperkt aantal aanbieders was om een voldoende objectieve prijsvraag te kunnen stellen. Daarom werd uiteindelijk gewerkt met een zogenaamd prestatiebestek waarbij de gunning gebeurde op basis van een LCA-score van de materialen die de verschillende aanbieders voorstelden. De architecten hebben alle toegepaste circulaire materialen en producten geïnventariseerd en verwerkt in een online overzicht op ProReMat.be. De binnenwanden die uiteindelijk toegepast werden, zijn verplaatsbare systeemwanden en dragen zo bij tot de reversibiliteit van het project.

In een parallel project werd dan gefocust op de recuperatie van aanwezige materialen. Materialen die niet ter plekke konden worden hergebruikt, probeerde het ontwerpteam via externe partijen een tweede leven te geven in andere bouwprojecten. Zo demonteerde Kopspel vzw metalen mezzanines, Rotor DC tegels en CONIX RDBM Architects kwam er verlichtingsarmaturen halen. Enkele binnendeuren vonden hun weg naar een particuliere woning en de ballustrades, vlakgas en wat ander los materiaal werden gerecupereerd voor de studenten van de opleiding interieurarchitectuur aan de Universiteit Antwerpen, die er een circulair meubel mee maakten.

Ook op het vlak van technieken werd de circulaire kaart getrokken: de bestaande hoofdvoedingskabels werden hergebruikt, net als de hoofdelektriciteitsborden en de brandmeldcentrale. Alle technieken zijn in opbouw geplaatst en kunnen dus eenvoudig gedemonteerd worden. Er werd gekozen voor duurzame materialen en een duurzaam proces waarbij de energievraag maximaal beperkt werd.   


Geleerde lessen

De belangrijkste geleerde lessen uit het praktijkexperiment zijn volgens Bureau Bouwtechniek de volgende:

  • het is belangrijk dat de audit en materiaalanalyse van een bestaand gebouw gebeurt vóór de opdrachtomschrijving of ten minste voor aanvang van de ontwerpfase. Dat zal het hergebruik van het gebouw en/of zijn materialen veel meer stimuleren;
  • de principes van circulair bouwen moeten worden gedragen door alle spelers die meewerken aan het bouwproject. Duidelijke en overtuigende communicatie over die circulaire principes zal mee de slaagkans van de integratie ervan bepalen;
  • er zijn niet altijd drie of meer onafhankelijke circulaire producten beschikbaar om een circulair voorstel te mogen uitschrijven bij overheidsopdrachten. Een prestatiebestek biedt soms een oplossing. Ook het vinden van afnemers van gerecupereerde bouwmaterialen is niet altijd eenvoudig;
  • offertes aanvragen met een opgelegde bovengrens voor kostprijs en die beoordelen op basis va een LCA of LCC is mogelijk. Het werkt stimulerend als de opdrachtgever zelf actief de markt bevraagt.

Over het architecturale concept, waarin een glazen dak dat alle gebouwen met elkaar verbindt het kernelement vormt, lees je meer in dit artikel op onze zusterwebsite Architectura.

Deel dit artikel:

Onze partners