Circulaire paviljoenen op Tech Lane Ghent naar ontwerp van studenten uit eigen stad

Op de site van het Tech Lane Ghent Science Park in Zwijnaarde (Gent), onderdeel van Tech Lane Ghent, verrezen onlangs in slechts twee maanden tijd twee circulaire paviljoenen. Het ontwerp is van de hand van vier studenten van de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur van de Universiteit Gent.

Het Tech Lane Ghent Science Park is momenteel in volle ontwikkeling. Er worden verschillende R&D-faciliteiten gerealiseerd van grote nationale en internationale bedrijven. Om hun (toekomstige) werknemers de ruimte te geven om te ontspannen en elkaar te ontmoeten wordt in het midden van de site een landschapspark aangelegd. De twee paviljoenen, op een centraal groenplein, vormen de blikvangers van dat landschapspark.

Voor het uitdenken van die paviljoenen klopte Tech Lane Gent, dat het Tech Lane Ghent Science Park ontwikkelt – en een publiek-private samenwerking omvat met onder meer sogent als een van de publieke partners, dus aan bij de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur van de Universiteit Gent. Het gaf de studenten van de zogenaamde masterstudio circulair ontwerpen onder leiding van Lionel Devlieger, Jan Moens en Raf de Preter de opdracht een circulair project uit te tekenen. De studenten moesten, binnen een bepaald budget, doorgedreven ontwerpen met circulaire of tweedehandsmaterialen en Tech Lane Ghent zou hen samen met de lesgevers doorheen het hele proces begeleiden. Uiteindelijk werd gekozen voor het ontwerp van Luna De Zitter, Kobe Gielen, Ruben Van den Bossche en Yannis Bessila. Studiebureau Mouton verzorgde de nodige studies.

De voorbije twee maanden trok Algemene Bouwwerken Calmeyn de paviljoenen in onderaanneming van Aertssen onder goedkeurend oog van uitvoerend architect net architectuur op. Intussen zijn ze helemaal afgewerkt – het centrale groenplein, een ontwerp van D+A, volgt nog.


Structuren van oude serres uit Nederland

De paviljoenen bestaan op de dakplaten, verbindingen en fundering na volledig uit gerecupereerde materialen. Zo gebruikten de studenten in Nederland gerecupereerde serrestructuren, maar ook bijvoorbeeld steenschotten (hout dat gebruikt werd om bouwmaterialen uit steen te laten drogen, red.), gerecupereerde houten platen voor de wanden en gebruikte polycarbonaatplaten voor de gevelafwerking. Die gevelplaten werden aan de staalstructuur bevestigd met een kliksysteem gemaakt van snijresten van de houten dakgordingen.

De gevelplaten zijn niet de enige elementen die demonteerbaar zijn. De studenten concipieerden het ontwerp met het oog op het verlengen van de levensduur van de paviljoenen immers op zo’n manier dat de meeste (her)gebruikte materialen makkelijk vervangen kunnen worden wanneer nodig. Ook een modulaire insteek moet daaraan bijdragen. De houten wandpanelen met allemaal dezelfde afmetingen werden bijvoorbeeld aan de staalstructuur geschroefd.


Uitdagingen

Het vinden van geschikte hergebruikte materialen binnen een vast budget vormde voor de studenten naar eigen zeggen een uitdaging, net als de onbekendheid met de exacte eigenschappen van de gebruikte serre structuren en de afwezigheid van normen en eisen rond hergebruik van materialen. Het berekenen van de stabiliteit van de constructies vergde zelfs het importeren van een spant uit Nederland om testen mee uit te voeren. De via de Eurocode uitgerekende windlast werd via een proefbelasting aangebracht op het spant.


Fier

De studenten zijn fier op wat ze (mee) gerealiseerd hebben. “Het is indrukwekkend om het eindresultaat te zien”, glundert Luna De Zitter. “Werken met circulaire materialen brengt zeker uitdagingen met zich mee, maar ons project toont dat het mogelijk is. Er worden voor het hele bedrijventerrein hoge ambities gesteld op het vlak van duurzaamheid, en dat zetten de circulaire paviljoenen extra in de verf.

“Het besef dat wij als ontwerpers echt iets kunnen betekenen voor de maatschappij, is dankzij dit project volledig doorgedrongen”, voegt Kobe Gielen daar nog aan toe.

Deel dit artikel:

Onze partners