Onze huiscolumniste Birgitt Deckers van Studio Planeet geraakte tijdens een gesprek met Tim Janssens, CEO van het Antwerpse Bouheer, zo geïnspireerd dat ze er haar nieuwste column aan weet. “Na wat hij me vertelde, zou ik graag de term countryside mining introduceren.”
Ze zijn dun gezaaid, bouwers met jarenlange ervaring in duurzaamheid. Vorige week ontmoette ik er nog eens eentje, Bouheer – heerlijke woordspeling –, uit het Antwerpse. CEO Tim Janssens doet exclusieve totaalrenovaties met onder andere barnwood en Mortex. Hoe specialer, hoe liever, zegt hij.
Barnwood is hout afkomstig van, zoals het woord zelf zegt, barns of houten schuren, meer bepaald eeuwenoude leegstaande exemplaren in de VS en Canada. Handelaars in die houtsoort gaan actief op zoek naar zo’n schuren, kopen ze op en schakelen vervolgens de Amish in om ze af te breken. Volgens haar cultuur mag die geloofsgemeenschap geen machines gebruiken. Met de hand werken betekent weinig schade en maximale recuperatie. En natuurlijk veel werkgelegenheid. Alleen maar voordelen dus.
Daarom zou ik in onze contreien graag de term countryside mining introduceren. In Europa kennen we al even de term urban mining, maar op ons continent zijn vast ook zulke schuren te vinden. Tim Janssens gaf alvast het goede voorbeeld door ermee te experimenteren in zijn eigen huis. Ondanks de onregelmatigheden in het hout is barnwood volgens hem een dankbaar materiaal. Esthetisch, want de ruwe look brengt warmte in strakke interieurs – schaven en schuren is niet nodig –, maar ook door het feit dat het materiaal meestal geen nabehandeling nodig heeft; door jarenlange invloed van de elementen heeft het hout immers een natuurlijke beschermlaag gekregen.
Helemáál circulair is het niet – het gerecupereerde hout wordt meestal gebruikt in maatwerkprojecten terwijl standaardisatie later hergebruik faciliteert, het moet nog van Amerika naar hier getransporteerd worden … –, maar voor duurzaamheid krijgt het van mij toch tien op tien. Want het materiaal op zich is natuurlijk wél circulair, in tegenstelling tot allerlei kunststoffen composietmaterialen zoals MDF, OSB en multiplex die wij doorheen de decennia als houtvervanger zijn gaan gebruiken. Sneller en makkelijker te bewerken, maar zelden herbruikbaar en bijna nooit recycleerbaar.
Het is niet evident om terug die switch te maken naar massief, laat staan gerecupereerd hout. Al lijkt het me de moeite waard. Wist je dat Venetië gebouwd is op dennen- en eikenhouten palen, ongeveer 1.500 jaar geleden? Misschien een nieuw agendapunt bij het herwerken van de regels voor aanbestedingsdossiers van publieke gebouwen? Op die manier kunnen aanbestedende overheden net zoals Bouheer vakmanschap terug hip maken en zorgen voor gebouwen en interieurs die zo uniek en tijdloos zijn dat we ze gewoon willen houden. Of ben ik nu te dromerig?