Een tijdje geleden sprak ik met de verantwoordelijke van de kringloopwinkels in Vlaams-Brabant. Die zitten letterlijk op een berg meubels die ze niet verkocht krijgen. Mensen hebben massaal hun huis leeggehaald na de lockdown. Iedereen klaar voor een nieuwe start met minder spullen, dan? De lange wachtrijen aan Ikea bewijzen helaas het tegendeel. Ik maakte het statement al eerder: overal wordt gesproken over circulariteit, maar in interieurvormgeving is die helaas nog steeds ver zoek. Ik neem het de consument ook niet kwalijk, voor duurzame stukken is er nu eenmaal geen one-stop-shop met zachte prijzen. 

Daar is volgens mij een sleutelrol weggelegd voor interieurarchitecten. Zij kunnen de doorsnee mens inspireren het anders te doen en hem gidsen naar oplossingen die de afvalberg tegengaan.

Maar dan moeten die interieurarchitecten natuurlijk wel weten hoe. In mijn eerste column opperde ik design thinking als aanpak voor circulair interieurontwerp. Op dat moment een theoretisch hersenspinsel, maar intussen heb ik wat concrete antwoorden die lijken te werken in de praktijk.

Persona canvas

In een coachingstraject tracht ik één van mijn klanten te transformeren tot circulaire interieurstyliste. Na een heleboel theorie over circulaire strategieën en duurzame materialen en interieurproducten, gaf ik haar tijdens een van onze workshops in het bos de opdracht een case uit te werken. Al snel werd echter duidelijk dat mijn favoriete brainstormtechnieken voor productontwerp niet werken voor interieur.

Failed fast, heet dat in vaktermen. Iets anders proberen dus. Waar je bij duurzame productontwikkeling meestal vertrekt vanuit een ‘planet’-challenge, zijn hier ‘people’ en ‘profit’ eigenlijk de basis. De kern bij interieurinrichting is immers niet dat het gaat om duurzame producten, wel dat het leven van je klant aangenamer en waardevoller wordt gemaakt met de meubels. Onmiddellijk dacht ik aan het persona canvas, en tool die marketeers gebruiken om hun klant beter te begrijpen zodat ze de juiste verkoopstrategieën kunnen toepassen. Ik heb er een nieuwe versie van gemaakt, waarin levensstijl, waarden en persoonlijke smaak van de klant zijn opgenomen. Ook is er een vakje voorzien om de context te schetsen. Waar woont deze persoon? ver welke ruimte gaat het en wat doet hij daar allemaal? Handig in kaart te brengen met mijn vernieuwde versie van de customer journey map als tweede tool.

Pas als je dat goed begrijpt, kan je circulaire strategieën toepassen. Ik geef een voorbeeld: iemand die een klein appartementje huurt in de stad kan voordeel halen uit modulaire en demontabele producten, want die zijn multifunctioneel inzetbaar en makkelijk mee te nemen naar een volgende woning. Is die persoon veganistisch, dan zal die de voorkeur geven aan biogebaseerde materialen. Een fashionista kan je misschien imponeren met hippe kleurrijke meubels uit gerecycleerd kunststof. Eén circulaire strategie is dus nooit het antwoord. Door circulair te ontwerpen vertrekkende vanuit specifieke persoonskenmerken maak je je klant blij en creëer je meerwaarde, bovenop het feit dat het duurzaam is.

Voor publieke ruimtes is het dan weer wél slim om voor één strategie te kiezen. Ik heb een studie gedaan voor een circulair innovatielab en had mijn net beschreven methode toegepast, maar dan werd het al snel een zootje. In zo'n gedeelde context is het belangrijk de boodschap helder te maken, dat lukt enkel met eenduidigheid.

Next up: prijs naar beneden halen

Mijn nieuwe werkmethode voor de interieurontwerper staat zo goed als op punt. Next up: de consument meekrijgen. Want eerlijk, voor duurzame interieurproducten moet je vandaag nog diep in de buidel tasten. Iets zegt me dat nieuwe business – en servicemodellen hier waarschijnlijk het antwoord op zijn.

Jullie kennen me intussen al, ik ga ermee aan de slag en jullie zijn de eersten die het horen!