De overgang van de lineaire naar een circulaire bouwsector vereist heel wat veranderingen in onze manier van (denken over) bouwen. Lisa Van Gulck, doctoraatsstudente aan de Universiteit Gent in de onderzoeksgroep Bouwfysica, komt in haar onderzoek rond de milieu- en financiële impact van circulaire gebouwoplossingen in contact met talloze aspecten van circulair bouwen, door lezingen, literatuurstudies, gesprekken met bouwactoren … In een reeks columns, De circulaire shift genaamd, neemt ze op Circubuild telkens een belangrijke shift noodzakelijk om te evolueren naar een circulaire bouwsector onder de loep. Vandaag: het besef dat we nú moeten starten met circulair bouwen. Recente gebeurtenissen hebben volgens Lisa immers aangetoond dat we circulair bouwen niet langer voor ons uit kunnen blijven schuiven. Wat kan helpen: Lisa is ervan overtuigd dat circulariteit de Open Strategic Autonomy, het nieuwe handelsbeleid waar de EU voor pleit, kan versterken en vice versa.
Hoewel circulair bouwen naar voren wordt geschoven als dé strategie om de milieu-impact van de bouwsector te verminderen, blijft de praktische uitvoering ervan eerder beperkt tot pilootprojecten. Vooraleer circulair bouwen courante praktijk wordt, moeten er nog heel wat veranderingen doorgevoerd worden en daardoor lijkt het vaak iets voor een verre toekomst. Echter, alleen al door te kijken naar een aantal gebeurtenissen van het afgelopen jaar wordt duidelijk waarom we circulair bouwen niet langer voor ons uit kunnen blijven schuiven.
Door de coronapandemie hebben de productie en het transport van verschillende goederen tijdelijk stilgelegen. Hierdoor zijn er grote tekorten aan materialen ontstaan en zijn de materiaalprijzen door het dak gegaan. Dit zorgt op verschillende bouwwerven voor vertraging en voor hogere prijzen dan initieel overeengekomen. De blokkade van het Suezkanaal, een levensader voor de wereldwijde goederenhandel, door een containerschip in maart, fabrieken die nog niet op volle capaciteit draaien en een onverwacht sterk aantrekkende economie hebben die tendensen nog versterkt.
Wereldhandel met de nodige autonomie
De impact van deze gebeurtenissen op onze economie illustreert hoe fragiel deze is. Waar de Europese Unie voorheen voornamelijk pleitte voor open grenzen is door de pandemie het besef ontstaan dat een grote openheid ook kan leiden tot grote afhankelijkheid. Het nieuwe handelsbeleid van de EU pleit daarom voor een zogenaamde Open Strategic Autonomy. Dat betekent dat we multilateraal samenwerken waar we kunnen en autonoom handelen waar we moeten. Bedrijven worden aangemoedigd om te reflecteren over de gevolgen van wereldwijd uitgebouwde aanvoerlijnen, hun toeleveringsketen meer te spreiden en eventueel ook dichterbij leveranciers te zoeken. Dit betekent niet dat de wereldhandel of internationale partnerschappen in gevaar komen. Bij het streven naar een klimaatneutrale toekomst zal de EU grondstoffen essentieel voor die overgang – bijvoorbeeld voor de productie van batterijen – moeten invoeren terwijl ze voor andere materiaalstromen meer onafhankelijk zal zijn1.
Maar even belangrijk: de Open Strategic Autonomy sluit aan bij een aantal basisprincipes van de circulaire economie waarvan het uitgangspunt ook een meer veerkrachtige, zelfvoorzienende economie is. In plaats van steeds nieuwe producten te produceren kunnen bedrijven producten terugnemen en opwaarderen om opnieuw in te zetten. Daardoor zijn er minder primaire materialen nodig en blijven bedrijven inkomsten genereren. Indien juist aangepakt, kunnen de principes van circulariteit de Open Strategic Autonomy versterken en vice versa.
Een circulaire bouwstrategie verder voor ons uit blijven schuiven, getuigt van kortzichtigheid. Het enige voorspelbare aan de toekomst is dat we ongetwijfeld nog vaker met onverwachte gebeurtenissen te maken zullen krijgen die een impact hebben op wereldwijde goederenstromen. Het is daarom tijd om te evolueren van een fragiele, lineaire economie met complexe, vervlochten toeleveringsketens naar een circulaire economie die veerkrachtig en meer zelfvoorzienend is, in lijn met de Open Strategic Autonomy waar de EU naar streeft. Door dat handelsbeleid vanuit het circulair oogpunt te bekijken kunnen we evolueren naar een meer stabiele toekomst.
1 https://www.etui.org/publications/europes-open-strategic-autonomy