Het leegstaande station van Wijgmaal wordt momenteel verbouwd tot een nieuw kantoor voor Dialoog vzw, een organisatie die werkt rond duurzaam bouwen en bewust wonen en bekend is van het tijdschrift de Koevoet. Daarnaast zal je er ook een koffiebar en een kleine ontmoetingsruimte vinden. In het ontwerp van de reconversie, van de hand van archipelago, ging bijzondere aandacht naar circulaire ontwerp- en bouwprincipes (daarover kan je hier meer lezen, red). Omdat het een kleiner project is dan archipelago gewend is, kon het ontwerpbureau de focus op circulair bouwen van concept tot detail doortrekken. Reden voor Circubuild om met Joost Declercq van archipelago en Inge Pauwels van Dialoog vzw rond de tafel te gaan zitten voor een interview. De neerslag van het meer dan een uur durend gesprek lees je in twee artikels. Vandaag presenteren we je deel 1, over pragmatisme, de “absurde race" van de laatste jaren naar steeds meer comfort en de Fit for 55. “Steeds meer installaties in een gebouw steken, dat is eigenlijk net helemaal tegen het duurzaamheidsdenken in.”
Dag Inge en Joost. Kunnen jullie eens uitleggen hoe Dialoog vzw bij het voormalige station van Wijgmaal uitkwam als locatie voor haar nieuwe kantoor en waarom jullie vervolgens met archipelago in zee gingen?
Inge: “Wij zochten een nieuwe locatie voor onze kantoorruimte, maar wilden geen nieuwbouw en wilden ook geen nieuwe grond innemen. Omdat de woningdruk in en rond Leuven hoog ligt, wilden we liever ook niet van een woning ons nieuwe kantoor maken. We wilden ook dicht bij een station zitten zodat onze werknemers met het openbaar vervoer zouden kunnen komen. We hebben lang gezocht, om de oplossing uiteindelijk toch heel dichtbij te vinden (Dialoog vzw zit nu nog in het park van het kasteel op een boogscheut van het station in Wijgmaal, red). Omdat het station van Wijgmaal al heel lang leegstond, hebben we eens gebeld naar de stad Leuven met de vraag of wij daar iets mee mochten doen. Het station, waar nog altijd een trein stopt, bleek nog altijd eigendom van de NMBS, maar de stad Leuven kreeg het gebouw enkele jaren geleden voor 50 jaar in erfpacht. Wij konden vier jaar geleden een opstalovereenkomst met de stad tekenen voor de resterende termijn, toen 46 jaar. Vandaag restten er daar nog 42 van.”
“De enige voorwaarde die ons werd opgelegd, naast enkele eisen rond erfgoed, was dat 50% van het gebouw nog steeds ter beschikking moest staan van de gemeenschap. Daarom voorzagen we in ons plan ook een koffiebar en ontmoetingsruimte. Vervolgens gingen we aankloppen bij archipelago, waarvan de kantoren net als de onze op een boogscheut van het station van Wijgmaal liggen. We besloten de delen die nog rechtstonden te hergebruiken. De delen die ingevallen waren, hebben we verder afgebroken. Daar komt nu een demonteerbare kantoorruimte. Want we wilden, geheel in lijn met onze filosofie, absoluut inzetten op circulair bouwen.”
Het project had eigenlijk al een jaar klaar moeten zijn. Hoe komt het dat de werken vandaag nog steeds bezig zijn en jullie pas in 2024 zullen kunnen verhuizen?
Inge: “Het project liep om tal van redenen vertraging op, te veel om op in te gaan. Maar in plaats van daarover te sakkeren hebben we die tijd nuttig gebruikt om het project samen met archipelago nog meer uit te diepen op circulair vlak. Aanvankelijk lag de focus bijvoorbeeld vooral op de milieu-impact van de materialen die we zouden toevoegen aan het project, maar het thema circulair bouwen is in de jaren waarin we niet konden beginnen aan de bouw een stuk meer matuur geworden, wat ook bij ons zorgde voor nieuwe inzichten en een andere aanpak.”
“De evolutie die ik schets zorgde er ook voor dat onze circulaire insteek door steeds meer stakeholders gedragen werd. Ik herinner me nog dat toen we helemaal aan het begin van het project spraken over recuperatiematerialen, er altijd bezwaren werden gemaakt als ‘Zijn die dan wel gecertificeerd?’ of ‘Welke garanties bestaan daarrond?’. Ondertussen is dat allemaal een stukje losgelaten, heb ik de indruk.”
Joost: “Die vragen waren ook wel terecht natuurlijk. Zeker voor structurele elementen. Maar iedereen is toch wat pragmatischer geworden. Je kan natuurlijk altijd testen laten uitvoeren, maar die kosten geld. Dus soms, en dat hebben wij gedaan, moet je ook gewoon zeggen: ‘We proberen het met die hergebruikmaterialen. En we zien wel’.”
Wat bleken, nu het project stilaan concreet wordt, de grootste uitdagingen?
Inge: “Onze ambities in lijn houden met de eisen op het vlak van erfgoed en met de budgetten.”
Joost: “Omwille van het feit dat het hier om erfgoed gaat had de stad een adviserende rol. Het station is een beeldbepalend gebouw voor Wijgmaal, dus de stad wilde dat we daar niet te veel aan zouden veranderen. Dat gaf nu en dan inderdaad wel spanningen. Maar uiteindelijk hebben we heel constructief samengewerkt zodat een mooi ontwerp kon ontstaan.”
Inge, jullie zijn met Dialoog vzw thuis in duurzaam bouwen, maar hebben jullie in dit project nog iets kunnen leren van archipelago als het gaat over circulair bouwen?
Inge: “Veel, ja. Bijvoorbeeld: wij geven wel advies aan particulieren, maar wij doen nooit zelf de studies die daarop volgen. Als opdrachtgever in dit project waren we natuurlijk wel betrokken bij de uitvoering van die studies en dat was soms wel een realiteitscheck. Je kan bijvoorbeeld wel vragen 10 centimeter dik te isoleren, maar als er daardoor te weinig binnenruimte overblijft, dan moet je de energiewinsten elders gaan zoeken.”
Joost: “Wij hebben de zaken uiteraard gekwantificeerd. Zo hebben we de milieu-impact van de vernieuwde wanden in kaart gebracht en de energiewinsten die daartegenover stonden, maar we hebben die afgezet tegenover het aantal nuttige vierkante meters die je overhoudt. Het is tenslotte daarvoor dat je bouwt. Uiteindelijk zagen we dat er een optimum te bereiken valt.”
“We hebben met dynamische simulaties ook het zomercomfort van het hele gebouw in kaart gebracht en op basis daarvan ook bepaalde keuzes gemaakt op het vlak van zonneweringsstrategie en glassoorten. Want in het gebouw zitten dan wel bepaalde types technische installaties die als voorbeeld kunnen dienen voor wie circulair wil bouwen, zoals bijvoorbeeld een warmtepomp met ventilo-convectoren, we wilden in eerste instantie toch vooral inzetten op lowtechoplossingen. Want de bouwsector heeft de laatste jaren een soort van absurde race gekend naar steeds meer comfort, wat geleid heeft tot steeds meer installaties in een gebouw, wat eigenlijk compleet tegen het duurzaamheidsdenken in is. Tegenwoordig is men daar op academisch niveau gelukkig wat van afgestapt en spreekt met eerder van ‘sufficiency’; een gebouw moet gewoon een goed basiscomfort geven op een zo duurzaam mogelijke manier. In de nieuwe VIPA-richtlijnen krijg je bijvoorbeeld niet langer méér punten voor een binnencomfort dat beter is dan wat geëist wordt. Je moet het gevraagde comfort gewoon op een zo duurzaam mogelijke manier kunnen bieden.”
“Een voorbeeld: we hadden het gewenste comfort in de koffiebar kunnen dimensioneren op de situatie waarbij er daar een feestje wordt georganiseerd en er 50 tot 60 man in die ruimte is. Dan hadden we daar koeling moeten voorzien en dergelijke meer. Dat hebben we niet gedaan. We hebben met gezond verstand geredeneerd: als er een feestje is dan zet je voor die enkele keer maar de ramen en de dakvensters open en dan krijg je ook de gewenste flux – dat hebben we gekwantificeerd. Dat is misschien niet helemaal volgens het boekje, maar je bent wel veel efficiënter met je materialen omgegaan – normen zijn ook maar normen, geen wetten. Want wat ook vaak over het hoofd wordt gezien, is dat technische installaties as such eigenlijk verantwoordelijk zijn voor 30 tot 40% van de embodied carbon van een gebouw, omdat daar heel vaak veel metaal inzit.”
Is de reconversie van het station zo ontworpen dat jullie na 46 jaar een functieloos gebouw kunnen teruggeven aan de stad Leuven?
Inge: “In principe kunnen we het stukje nieuwbouw dat we ‘eraan plakken’ er terug afhalen. Maar het is natuurlijk maar de vraag of dat dan gewenst is. Binnenin het vernieuwde gebouw werken we ook met verplaatsbare binnenwanden en technieken in opbouw, in functie van aanpasbaarheid.”
Joost: “Het ventilatiesysteem is ook reversibel geplaatst. Kijk, het liefst zouden we natuurlijk zien dat het gebouw na 46 jaar aan de noden van eender welke nieuwe gebruiker kan voldoen, want zo is het wel geconcipieerd. Maar de volgende gebruiker kan ook alles wat wij hebben toegevoegd weer weghalen zonder schade aan te brengen aan het gebouw en op zo’n manier dat het weggehaalde in zijn huidige vorm kan worden hergebruikt. Dat is perfect mogelijk. Toekomstscenario’s voor een gebouw … het is interessant om daarover na te denken en in sommige gevallen moet je daarover positie innemen, maar om nu al na te denken over waar het gebouw voor zou kunnen dienen over 50 jaar … Corona en de situatie in Oekraïne hebben ons geleerd dat je zelf niet met zekerheid kan zeggen hoe de wereld er over drie jaar zal uitzien. Dus om nu al zwaar te gaan investeren om ook bepaalde out of the box toekomstscenario’s toe te laten, dat heeft ook weinig zin. Integendeel, al dat investeren kost niet alleen geld, het is ook zo dat als we tegen 2030 de Fit for 55 (de doelstelling van de EU om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te hebben verminderd, red.) willen behalen, we onze CO2-impact eigenlijk nú al naar beneden moeten halen. En alle materialen die je nu produceert om in een gebouw te steken, is CO2 die je nu al hebt veroorzaakt. Dat noemen ze de carbon spike. Je kan dan alleen maar hopen dat je de juiste beslissingen hebt genomen over toekomstige scenario’s om die CO2 weer te gaan compenseren. Als je ergens over twijfelt, is het vaak beter om geen actie te ondernemen dan om op een eventueel foute manier te ageren.”
Binnenkort je op Circubuild deel 2 van dit boeiende interview.
Archipelago is overigens curator van de Expert Day ‘Sufficiency & nieuwe comfortcriteria voor gebouwen’, die Pixii op 21 maart organiseert in Sint-Niklaas. Meer info daarover vind je hier. Inschrijven kan via dezelfde link. Naar aanleiding van de Expert Day publiceerde Pixii ook dit interessante interview met archipelago.