In opdracht van onze zusterwebsite Architectura peilde het Expertisecentrum Innovatief Ondernemen van Hogeschool PXL naar het communicatiegedrag van architecten aan de hand van een enquête die door maar liefst 553 architecten werd ingevuld. De bevraging bevatte naast de vragen over communicatie ook enkele vragen rond circulair bouwen. Zo maakte ze onder meer duidelijk dat een derde van de architecten vandaag al praktijkervaring heeft met circulair bouwen en de architecten uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij de besten van de circulaire klas behoren.
Architectura liet het onderzoek uitvoeren door PXL Hogeschool om de onafhankelijkheid ervan te kunnen garanderen. De hogeschool stuurde de enquête uit via allerlei mediakanalen: naast een mailing, werd ook via de websites van Architectura, A+, NAV, Arch-index en de Orde van Architecten een oproep gelanceerd om de bevraging in te vullen.
1,5% heeft nog nooit gehoord van circulair bouwen
De enquête schonk dus ook aandacht aan circulair bouwen. Zo werd ten eerste gevraagd in welke mate de respondent op de hoogte is van circulair bouwen. Zo’n 1,5 % van de respondenten heeft er nog nooit van gehoord. 8% gaf aan er wel al eens over gehoord te hebben, maar er eigenlijk nagenoeg niets over te weten. De antwoordmogelijkheid ‘Ik weet in grote lijnen wel wat circulair bouwen inhoudt, maar heb er nog geen ervaring mee’, was met 56,5% met voorsprong de populairste. De laatste twee antwoordmogelijkheden tonen aan dat zo’n derde van de respondenten er ook al echt ervaring mee heef: 18% van de respondenten heeft in de afgelopen twee jaar voor het eerst circulair ontworpen of gebouwd en 16% ontwerpt/bouwt al langer circulair.
Een significant verschil valt te noteren in die voorlaatste categorie: ongeveer dubbel zoveel mannen als vrouwen heeft de laatste twee jaar voor het eerst circulair ontworpen of gebouwd. Nog een opvallende vaststelling kan opgetekend worden wanneer we de resultaten bekijken per gewest: in het Brussels Hoofdstedelijk gewest ontwerpt/bouwt 37% van de respondenten al langer circulair. Dat zijn er respectievelijke drie en vier keer meer dan in Vlaanderen (12,5%) en Wallonië (9,5%).
Oudste architecten staan minste open voor circulair bouwen
‘Bent u van plan zich (verder) te verdiepen in circulair bouwen?’ was de tweede vraag rond circulair bouwen in de enquête. 18,5% antwoordde neen. Omdat ze het niet nodig vinden (4,5%) of omdat ze het wel nodig vinden maar er de tijd niet voor hebben (14%). Zes op de tien respondenten is het wel van plan maar heeft daarvoor nog geen concrete plannen. 23% heeft die wel.
Wanneer we de antwoorden bekijken verdeeld over de leeftijd van de respondenten (voor 1960, 1960-1969, 1970-1979, 1980-1989, 1990 of later), valt op dat het antwoord ‘Nee, dat vind ik niet nodig’ vooral populair is bij architecten geboren voor 1960. In die leeftijdscategorie scoorde dat antwoord met 14,5% immers significant beter – nu ja, beter? – dan in de andere leeftijdscategorieën. Een groot verschil met de respondenten geboren tussen 1970 en 1979, waarvan maar 1,5% het niet nodig vindt zich te verdiepen in circulair bouwen.
Bekeken per gewest scoort het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook nu weer goed, waar 93,5% zich wil verdiepen in circulair bouwen. De helft daarvan heeft daarvoor al concrete plannen.
Opdrachtgever die niet meewil grootste struikelblok
Ten derde werd ook nog gevraagd wat de respondenten tegenhoudt om meer in te zetten op circulair bouwen. Met 37,5% was een opdrachtgever die niet meewil het populairste antwoord, gevolgd door te weinig kennis (31%), te weinig tijd (28%), de kostprijs (27%), de complexiteit (27%), ‘iets anders’ (8%), ‘ik geloof er niet in’ (4%) en ‘niets’ (14,5%). Dat de optelsom van de percentages hier geen 100% vormt ligt aan het feit dat de respondenten meerdere antwoorden konden geven.
Circubuild op 6de plaats bij meest gekende websites
Ten slotte was Circubuild een antwoordmogelijkheid in de vraag die peilde naar welke websites en digitale nieuwsbrieven architecten bekijken. Met 42% van de respondenten deed Circubuild het daar met een zesde plaats op veertien lang niet slecht, aangezien alle andere websites en nieuwsbrieven berichten over architectuur in het algemeen en niet enkel over circulair bouwen én Circubuild nog maar drie jaar bestaat en dus een relatief nieuwe website is.
Circubuild werd voorafgegaan door de architect.be, de website van de Orde van Architecten (66%); Architectura (57%); A+ (57%); NAV (52%) en Architectenkrant (46%) en gevolgd door Arch-Index (39%), VAi (34%), Dimension (33%), UWA (22%), Projecto (21%), BVA (14%), Archicomm (10%) en Decostyle (9%).
Een website en haar nieuwsbrieven bekijken impliceert natuurlijk niet hetzelfde als een website regelmatig bezoeken. Daarom werd ook gepeild naar de regelmaat waarmee de websites en nieuwsbrieven gelezen worden. Een derde van de respondenten die de website en nieuwsbrieven van Circubuild bekijken – zo’n 15% van alle respondenten – gaf aan Circubuild regelmatig te bekijken. NAV springt er het verst bovenuit, met 66% van de respondenten die aangeeft de website en haar nieuwsbrieven regelmatig te bekijken. Circubuild moet ook nog Arch-Index (34%), Architectura (30%), A+ (28%), VAi (25%) en architect.be – de Orde (23%) laten voorgaan. Het laat wel Architectenkrant (14%), UWA (10%), Dimension (10%), BVA (6%), Projecto (5%), Archicomm (3%) en Decostyle (1%) achter zich.
Maar hoe zit het dan met de waardering? Om dat te weten, werd ook gepolst naar hoe interessant elk medium bevonden wordt. Circubuild doet het ook op dat vlak relatief goed, met gemiddeld 6,8/10. Het wordt voorafgegaan door NAV (8); A+ (7,6); Architectura, Arch-Index en UWA (7,2) en VAi (6,9). Na Circubuild volgen nog architect.be – de Orde en Architectenkrant (6,7), Dimension (6,5), Projecto (6,2), Decostyle (6,1), BVA (5,8) en Archicomm (5,4).
Meer weten over de resultaten van de enquête? Herbekijk het webinar en/of bestel de whitepaper die Architectura zal uitbrengen over de resultaten door een mailtje te sturen naar info@architectura.be. Zodra de whitepaper klaar is, zal een digitale versie ook beschikbaar zijn via de link naar de opname van het webinar.