Jonas Voorter (UHasselt): “Onderzoek toont aan dat huidige wet inzake overheidsopdrachten circulair bouwen toch al toelaat”

Jonas Voorter werkt als jurist en doctoraatsonderzoeker aan de UHasselt mee aan Circulab, het leer- en onderzoekstraject dat gekoppeld is aan de realisatie van de nieuwe Bouwcampus 2.0 die zal verrijzen op de campus Diepenbeek van de UHasselt en die circulair bouwen zal promoten vanuit een breed perspectief en verschillende expertises. Hij nam in het project, met ook de Confederatie Bouw Limburg en POM Limburg als partners, niet geheel verrassend de juridische aspecten rond circulair bouwen onder de loep. En wat blijkt? Volgens hem dient de veelgehoorde opmerking dat de huidige regelgeving circulair bouwen bepaald niet stimuleert, genuanceerd. “Heel wat circulaire ingrepen die op het eerste gezicht onverenigbaar schenen te zijn met bijvoorbeeld de wet op overheidsopdrachten, bleken na grondig onderzoek toch mogelijk binnen die bestaande wetgeving”, aldus Voorter. Op het slotevent van Circulab, op 8 september, vertelt hij er meer over.

Het Circulab-project bracht expertise uit verschillende hoeken samen om onderzoek te doen naar de financiële haalbaarheid en de juridische aspecten rond circulair bouwen, maar ook met het oog op het daadwerkelijk oprichten van een circulair gebouw, Bouwcampus 2.0 genaamd, een innovatieve demonstratie-, experimenteer- en kantoorruimte waar bouwactoren uit het volledige spectrum, van architecten over aannemers tot kennisinstellingen en overheden, elkaar kunnen ontmoeten en innovatieprojecten op het vlak van circulair bouwen kunnen opstarten.

Het onderzoek naar de juridische aspecten nam Jonas Voorter van de UHasselt voor zijn rekening, samen met het onderzoeksteam van de faculteit Rechten waar hij deel van uitmaakt, met onder meer ook Laura Stallaerts – “Zij deed het merendeel van het werk” – en ook prof. dr. Steven van Garse en prof. dr. Bernard Vanheusden. “Dat onderzoek moest enerzijds duidelijk maken waar de huidige wetgeving circulair bouwen nog belemmert, en anderzijds leiden tot een concrete juridische basis om de realisatie van de Bouwcampus 2.0 op te stoelen”, vertelt de jurist en doctoraatsonderzoeker aan de faculteit Rechten van de UHasselt.


Verschillende wetten

Voorter onderzocht in het Circulab-project bijvoorbeeld concreet de de toepassing van de wet inzake overheidsopdrachten op het concrete bouwproject. “Dat leidde tot bepaalde richtingen die we met het project juridisch zouden uitkunnen, maar nog niet tot definitieve keuzes. Wat wel opvallend was: de wetgeving inzake overheidsopdrachten is niet noodzakelijk een obstakel voor de doorbraak van circulair bouwen, hoewel dat vaak beweerd wordt”, verrast Voorter. “Op redelijk wat vragen rond de verenigbaarheid van die wet met bepaalde circulaire keuzes, konden we toch een positief antwoord formuleren. Ze laat een focus op circulair bouwen zeker toe. Daar is juridisch, in tegenstelling tot voor het effectief toepassen van circulair bouwen, eigenlijk niet eens veel creativiteit voor nodig, soms ging het gewoon om het duiden van de juridische mogelijkheden. Ik denk dus dat het op het eerste gezicht dus wel meevalt met de juridische obstakels om circulair bouwen ingang te doen vinden. Althans in de wetgeving die ik onderzocht heb. Waarmee ik niet wil gezegd hebben dat de huidige wetgeving circulair bouwen faciliteert, laat staan stimuleert of promoot.”

Een groter obstakel is volgens Voorter immers dat er met nog andere wetten dient rekening gehouden te worden. Voorter: “De wet inzake overheidsopdrachten staat natuurlijk niet op zichzelf. Die overlapt ook met andere wetgeving die ook belangrijk is, zoals de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect of artikels uit het contractrecht. En dan moeten we er natuurlijk over waken dat alles mooi ‘in elkaar blijft hangen’. Maar ook daar zou ik willen pleiten om te denken in termen van oplossingen in plaats van problemen.”


Twee zoektochten op hetzelfde moment

Toch stelt ondergetekende, die nu al enkele jaren over circulair bouwen schrijft, vast dat het riedeltje dat de overheid circulair bouwen niet stimuleert, al die tijd even luid bleef klinken. Hoe komt dat dan? Zijn er in al die tijd naast de GRO wel concrete stappen gezet? Volgens Voorter wel, maar ook hij vindt dat het allemaal een pak sneller kan. Hij denkt wel te weten waar het schoentje knelt. “Er zijn echt al wel enorm veel onderzoeksprojecten. Mijn eigen doctoraatsstudie bijvoorbeeld, die de juridische transitie naar een circulaire economie in de bouwsector als focuspunt heeft en ingebed is in de Proeftuin Circulair Bouwen van Vlaanderen Circulair. Wij zijn met de UHasselt ook betrokken bij verschillende projecten waarin lokale overheden en onderwijsnetten ook partner zijn. Ik denk echter dat aanbestedende overheden zelf nog moeten verkennen wat ze nu eigenlijk allemaal juridisch kunnen toestaan op het vlak van circulair bouwen. Daarnaast moeten ze zich ook afvragen wat circulariteit nu precies is. Je zit dus met twee zoektochten op hetzelfde moment en daarom is er misschien nog niet zo veel resultaat als we zouden willen. Ik heb er wel vertrouwen in dat dat goedkomt. Overheden zullen op termijn wel inzien welke gunningscriteria en circulaire keuzes interessant zijn en binnen dat kader telkens hun opties aftasten – want elk project is anders. Maar zo’n vast kader zal er volgens mij echt wel komen.”


Volledig circulaire bouwsector in 2050?

Alleen moeten we volgens Voorter, wiens interesse in circulair bouwen overigens ontstond toen hij zich in zijn driejarige advocatenstage verdiepte in overheidsopdrachten en zaken als omgevingsrecht, vergunningen en asbestproblematiek, wel nog wat geduld oefenen eer voor iedereen duidelijk is wat binnen de huidige wetgeving al kan op het vlak van circulair bouwen en waar nog groeimarge is. “En we moeten ook geduldig afwachten hoe de wetgeving evolueert. Gaat de overheid circulair bouwen daadwerkelijk via wetgeving stimuleren? Opteren we uiteindelijk voor een circulaire economie-wet? Gaat de markt dat opnemen? Dat zijn veel vragen met nog niet zo heel veel antwoorden. Als je mij daarom vraagt wanneer we een bouwsector mogen verwachten die enkel nog of op z’n minst doorgedreven circulair bouwt, dan zou ik antwoorden ‘in 2050’. Als Europa ook pas in 2050 klimaatneutraal wil zijn, lijkt die termijn me niet verkeerd”, besluit Voorter lglimachend.

Wie meer wil weten over de bevindingen van Voorter in het Circulab-project, kan zich inschrijven voor het slotevent van het project, op 8 september in de gebouwen van LIMTEC+, het technologiecentrum van de metaalsector in Limburg, met adres Wetenschapspark 35, 3590 Diepenbeek, waar de resultaten van het leer- en onderzoekstraject zullen worden gedeeld. Voorter zal daar samen met Marijke Gorissen van de POM Limburg van 14.30 tot 15.30 uur de interactieve sessie 'Juridische aspecten bij het aanbesteden en opvolgen van een circulair bouwproject' verzorgen. De belangrijkste juridische vragen die rijzen bij een circulair bouwproject zullen op basis van het onderzoek dat Voorter deed binnen Circulab samen met het publiek worden behandeld. Zo zal bijvoorbeeld worden besproken welke gunningscriteria het beste lijken om circulair bouwen te stimuleren.

Inschrijven voor het Circulab-slotevent – dat zich in eerste instantie richt op kennisinstellingen en bouwactoren die een voorbeeld kunnen geven inzake de aanbesteding van een circulair gebouw, zoals juridisch geschoolden binnen een bouwbedrijf, steden en gemeenten … – kan nog tot en met 30 augustus via deze link, die ook het volledige programma van het event toont. De plaatsen zijn beperkt. Alle deelnemers krijgen de bevindingen uit Cirulab ook mee naar huis in de vorm van een zogenaamd cookbook.

Deel dit artikel:

Onze partners