Jonas Voorter (UHasselt): “Regelgeving zou ook Ladder van Lansink moeten volgen”

In het laatste nummer van het b2b-magazine Bouwen aan Vlaanderen schreef Jonas Voorter, postdoctoraal onderzoeker bouw- en omgevingsrecht aan Universiteit Hasselt en Tilburg University, de bijdrage voor de wisselcolumn De Pen. Omdat hij daarin focuste op circulair bouwen, met onder meer de stelling dat de regelgeving ook de Ladder van Lansink zou moeten volgen, nemen we het opiniestuk graag over op Circubuild.

De duurzaamheidstransitie – en de daaraan gekoppelde transitie naar een circulaire economie – in de bouwsector komt op verschillende vlakken tot uiting. Het is een economische transitie, met nieuwe businessmodellen zoals product as a service en een andere kijk op productie en consumptie, een technische transitie, met nieuwe innovatieve oplossingen zoals demonteerbare systemen of modulaire wanden, en een ecologische transitie, omdat er meer aandacht gaat naar biogebaseerde bouwmaterialen. Maar het is ook een sociale transitie – als is daar nog weinig aandacht voor, omdat ook andere woonvormen op het toneel verschijnen, net als de nood aan meer verbondenheid met de natuur.

Naast al die facetten wordt de transitie ook beleidsmatig en juridisch vormgegeven. In sneltempo worden er nieuwe juridische initiatieven gelanceerd die duurzaamheid en circulariteit in de bouwsector in een stroomversnelling zouden moeten brengen. Zelfs voor juristen – waar ik mezelf onder schaar – is het moeilijk om alle juridische initiatieven op het Europese of het regionale niveau op korte termijn volledig te doorgronden. Denk onder meer aan de nieuwe Ecodesignverordening (EU), de herziene verordening rond het transport van afvalstoffen (EU), de modulaire omgevingsvergunning (VL) of de initiatieven rond de bouwshift in Vlaanderen (instrumentendecreet en het decreet woonreservegebieden).  

De genoemde regelgeving heeft ongetwijfeld een (positieve) impact op de gewenste transitie naar een duurzamere en circulaire samenleving, maar is het steeds nodig om nieuwe regelgeving tot stand te brengen? Het is een hardnekkige misvatting – en een dooddoener in elk gesprek dat ik met practici uit de bouwsector voer – dat regelgeving het grootste obstakel voor meer duurzaamheid zou vormen. Met een gezonde portie creativiteit kan immers al erg veel. Dat tonen de verschillende pionierscases in Vlaanderen goed aan, bijvoorbeeld ’t Centrum, het nieuwe circulaire kantoorgebouw van Kamp C. Het komt er soms op aan om de – vaak vergeten – tools die regelgeving aanreikt ook ten volle en op een innovatieve manier te gebruiken. Een beetje zoals in de keuken, waarin zogenaamde vergeten groenten tot nieuwe smaakcombinaties en interessante gerechten kunnen leiden.  

Het lijkt me daarom goed om ook voor regelgeving de Ladder van Lansink – Reduce/Reuse/Recycle/Recover – te hanteren. De initiële focus ligt op preventie of Reduce: is het daadwerkelijk nodig om nieuwe regelgeving tot stand te brengen? Dit hangt nauw samen met de tweede stap, Reuse: misschien kunnen we regelgeving op een creatieve manier herinterpreteren of vergeten tools op een nieuwe manier inzetten om aan onze duurzaamheidswensen te voldoen? Pas daarna kan regelgeving worden aangepast of aangevuld (Recycle), in de hoop dat het dan wel om een upcyclingproces gaat.  

De transitie naar een circulaire en duurzame samenleving heeft een impact op onze consumptie en productieprocessen. De eerste reflex is om daarbij te denken aan onze manier van bouwen en onze woondichtheid, maar ook de productie van regelgeving zou volgens dezelfde maatstaven moeten worden behandeld. Zo ontstaat de juiste mindset om de transitie op een doordachte, rechtszekere en transparante manier juridisch vorm te geven.  

Bron: Bouwen aan Vlaanderen

Deel dit artikel:

Onze partners