Joris Van Der Flaas (Zonnige Kempen): "Sociale huisvestingssector kan shift naar circulair bouwen helpen ‘forceren’"

Een van de partners van Circubestek, een initiatief van PalindroomVIBE en BLIEBERG A.C.E. dat als doel heeft voorschrijvers makkelijker hun weg te laten vinden naar bestekteksten, is, naast C3A, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). Het verzelfstandigd agentschap van de Vlaamse overheid beoogt met deelname aan het project een upgrade van zijn bestaande standaardbestek naar een bestek waarin ook circulaire materialen, producten en systemen opgenomen zijn. Tot het zo ver is, moeten huisvestingsmaatschappijen die circulair willen bouwen er bewust voor kiezen af te wijken van het VMSW-standaardbestek. Dat gebeurt nog niet vaak, maar er zijn toch al enkele voorbeelden. Op Circubuild geven we enkele van die pionierende huisvestingsmaatschappijen graag een podium. Na De Gelukkige Haard en HABITARE+, is het de beurt aan Zonnige Kempen. "De sociale huisvestingssector kan dankzij de grootte van haar patrimonium de shift naar circulair bouwen helpen ‘forceren’", vertelt Joris Van der Flaas, expert duurzaamheid en technieken bij de sociale huisvestingsmaatschappij.

Wat verstaan jullie bij Zonnige Kempen onder circulair bouwen, Joris?

“Wij verwijzen wanneer het over circulair bouwen gaat graag naar de zeven pijlers van circulair bouwen die Kamp C definieerde: circulair ontwerpen, circulaire financiering, circulair werken, circulaire materialen, circulair businessmodel, circulair aanbesteden en circulaire gebiedsontwikkeling.”


Waarom is het volgens jullie belangrijk dat er wordt op ingezet?

“De grondstoffenvoorraad is beperkt. Wat er nog is, is daarnaast ook niet overal voorhanden. Dat is de afgelopen jaren door corona en de oorlog in Oekraïne pijnlijk duidelijk geworden, met enorme prijsstijgingen tot gevolg. Maar ook (bouw)grond en tijd zijn waardevol en gelimiteerd en circulair bouwen gaat ook over de efficiënte benutting dáárvan.”


Welke rol zien jullie weggelegd voor sociale huisvestingsmaatschappijen in de transitie naar een meer circulair gebouwpatrimonium?

“Als sociale huisvestingssector hebben we een patrimonium van enige omvang waarmee we een opschaling van circulaire principes zoals hergebruik van materialen of de toepassing van het as a service-model voor bepaalde producten en systemen kunnen ‘forceren’. Veel huisvestingsmaatschappijen zullen er zélf van profiteren, want de meeste zijn gericht zijn op de huurmarkt. Daardoor blijft het patrimonium in eigendom en is het economisch interessant om na te denken over de lange termijn. Het totale plaatje van ontwerp tot sloop of beter ontmanteling en hergebruik bekijken, met daarbij tal van onderhoudskosten, geeft een heel andere en kijk op de kostprijs van een gebouw, die daardoor vaak lager wordt.”


Hebben jullie circulair bouwen al (deels) toegepast in bepaalde projecten?

Ja, momenteel zijn we partner in het CHARM-project, waarin we een aantal democases uitwerken. Eén daarvan, ons eigen kantoorgebouw, is reeds gerealiseerd. Omdat fysieke bezoeken door corona niet konden, hebben we daar ook een mooie digitale rondgang van gemaakt (te bekijken via deze link, red.).”


Wanneer werd circulair bouwen een aandachtspunt voor jullie?

“Duurzaamheid is voor ons al decennialang een aandachtspunt. Sterker nog, het was één van de grondbeginselen bij de oprichting van Zonnige Kempen. De term circulariteit is gaandeweg op ons pad gekomen en we hebben er ons snel mee kunnen identificeren. Circulair bouwen is uiteindelijk de definitie geworden voor een denkwijze die altijd al aanwezig was.”


Een huisvestingsmaatschappij moet werken binnen een kader van heel wat normen en regels. Is het voor jullie vandaag makkelijk om in te zetten op circulair bouwen in jullie projecten? Welke uitdagingen bestaan er nog op dat vlak?

“Wij definieerden met Zonnige Kempen vijf hordes die we ervaren bij het implementeren bij het circulair te werk gaan . Een eerste situeert zich op het vlak van regelgeving. Een simpel voorbeeld: het gebruik van recuperatiedakramen is eigenlijk niet mogelijk omwille van het feit dat de ramen niet beschikken over de juiste documentatie om de ventilerende en/of isolerende werking ervan aan te tonen bij de opmaak van een EPB-verslag. Ook al bestaan er bedrijven die deze zelfs volledig van nieuw glas voorzien.”

“Daarnaast ontberen we opleidingen en zodoende vakkennis rond circulair bouwen. Het gebruik van recuperatiemateriaal vergt bijvoorbeeld een hoger niveau van vakmanschap. Neem recuperatietegels: die zijn vaak minder maatvast en bevatten soms ook mortelresten, waardoor ze moeilijker te plaatsen zijn. Je beschikt ook niet over technische fiches over de manier van plaatsing. Er zijn ook al zo veel onderwijshervormingen geweest waarin er telkens werd gesnoeid in het aantal praktijkuren. Daardoor is het niveau van afgestudeerde vakmensen soms ondermaats. En de volgende generatie vakmensen zou net een hoger niveau moeten halen om te kunnen werken met recuperatiesteen, -tegels, -hout, -ramen … Het is ook gewoon een algemeen gegeven dat vakmanschap ondergewaardeerd wordt in onze maatschappij. Dat begint al in het onderwijs, waar het beroeps- en technisch onderwijs nog steeds als tweederangs beschouwd worden. Hoewel goed opgeleide vakmensen een even glansrijke of misschien zelfs betere carrière kunnen uitbouwen dan algemeen geschoolde mensen.”

“Derde horde: circulair bouwen heeft de perceptie tegen. Het vernieuwende bouwprincipe heeft het imago van een geitenwollensokkenstroming. Heel veel mensen denken bij het woord circulair meteen aan hippies die niks weggooien en in versleten kleren in een trailer wonen. Terwijl circulariteit gewoon draait om zorg en respect hebben voor alles wat is zodat er theoretisch gezien over honderd generaties nog steeds dezelfde mogelijkheden zijn. En ja, dat wil zeggen dat alles wat uit de mijnbouw komt, zoals metalen, cement, marmer …, zo toegepast moet worden dat het herbruikbaar blijft, omdat de voorraad beperkt is. En dat alles wat uit de landbouw/bosbouw afkomstig is, zoals hennep, houtwol, hout, schapenwol …, de voorkeur geniet omdat het hernieuwbaar is. Uiteraard zijn bij dat laatste wel wat kanttekeningen te maken rond beschikbare volumes, beschermde ecosystemen … Circulariteit is ook meer dan enkel materiaalgebruik, dat moeten de mensen ook beseffen. Het gaat ook over efficiënter ruimtegebruik en financiële kosten besparen.”

“Mensen willen alles ook altijd perfect hebben. Maar dat is niet altijd zo wanneer je circulair bouwt. Alles mooi en strak en hetzelfde: dan komen er al snel niet-circulaire materialen bij kijken. We moeten collectief aanvaarden dat bepaalde imperfecties niet opwegen tegen de ecologische winst ervan.”

“De vijfde en laatste horde voor circulair bouwen is het niet doorrekenen van de maatschappelijke kost van niet-circulaire keuzes, of toch niet rechtstreeks, aan de eindklant. Daardoor ontstaan situaties waarbij het goedkoper is om iets bruikbaars weg te gooien en te vervangen door iets nieuws. Een mooi voorbeeld zijn dakpannen. Bij sloop worden die meestal gewoon in de container gegooid, terwijl ze net het prototype zijn van een circulair product: pannen zijn zelden of nooit vast gemonteerd, meestal redelijk gestandaardiseerd en modulair en perfect herbruikbaar. Maak nieuwe dakpannen duurder en ze zullen vaker worden hergebruikt.”


Zijn alle aspecten van circulair bouwen – recuperatie of hernieuwbare materialen gebruiken, omkeerbaar ontwerpen zodat die materialen op hun beurt hergebruikt kunnen worden, een flexibel/aanpasbaar gebouw, werken met product as a service voor bijvoorbeeld verwarming of licht, het aanmaken van een materialenpaspoort voor het gebouw … – even makkelijk toepasbaar voor een sociale huisvestingsmaatschappij?

“Neen. Op het vlak van materialen zit je bijvoorbeeld met heet wat vragen. Een baksteen hergebruiken is bijvoorbeeld goed, maar is dat beter dan werken met nieuw hout, dat oneindig hernieuwbaar is? En hernieuwbare materialen lijken altijd beter, maar vergen vaak meer onderhoud en daardoor kan de LCA dan toch negatiever uitdraaien dan een niet-biologisch circulair materiaal.”

“Het belangrijkste lijkt ons alleszins dat je jezelf als bouwheer, architect en gebruiker de vraag stelt of je het niet met minder kan doen dan wat je voor ogen hebt. Door van je berging meteen ook je wasplaats te maken, heb je namelijk minder bouwmaterialen nodig. En het niet gebruiken van een bouwmateriaal is en blijft oneindig veel ‘circulairder’ dan het meest circulaire materiaal.”


Verdient een van die aspecten meer nadruk in jullie projecten?

“Moeilijke vraag. Ondanks het feit dat we regelmatig toelichtingen geven over circulair bouwen, beschouwen we onszelf ook nog steeds als een leerling. We trachten steeds zo circulair mogelijk te werken, maar door omstandigheden is het soms ook nodig om met gezond boerenverstand ook economisch verantwoorde keuzes te maken. Als er bijvoorbeeld geen recuperatiestenen beschikbaar zijn, dan is het niet de bedoeling dat een werf stilgelegd wordt tot die opnieuw beschikbaar zijn.”


Bestaat er een circulair bouwproject dat voor jullie als absolute inspiratie dient?

“Ons eigen kantoor dient als inspiratiebron. Binnen het project CHARM zijn er in het buitenland ook al zeer mooie voorbeelden terug te vinden. Kort bij huis is de ontwikkeling van ‘t Centrum van Kamp C een mooi voorbeeld, ook omdat in dat project ook aanbesteding circulair werd vormgegeven.”

Het project van Het Facilitair Bedrijf waarin het WTC-complex in Brussel wordt gerenoveerd en omgevormd, heeft ook zeer veel mooie circulaire aspecten, zowel naar hergebruik van de constructie en de materialen als naar de invulling en het gebruik en de dimensionering van de technisch installaties. Het is nog in uitvoering, maar eens klaar wil ik dat zeker gaan bezoeken. Ook Colruyt Group zet in zijn bouwprojecten steevast in op circulair bouwen en heeft er ook heel wat proefprojecten rond lopen.”


Is er nog iets dat je graag wil meegeven?

“Wel, we zijn misschien vijftig jaar te laat in het omarmen van het circulaire denken, maar als we nog een jaar langer wachten, dan zijn we 51 jaar te laat. Doe dus wat je nu al kan. Begin klein, maar denk groot. Zelfs met kleine circulaire stapjes voorwaarts ben je zelf, en de rest van de wereld, beter af dan met stilstaan.”

Deel dit artikel:

Onze partners