JuuNoo nieuwe winnaar Circubuild-award

Chris Van de Voorde en zijn bedrijf JuuNoo mochten zopas de Circubuild-award in ontvangst nemen uit handen van Bart Cobbaert van DENC!-STUDIO. Tijdens de overdracht, die fysiek doch coronaproof gebeurde, benoemde die laatste als pijnpunt voor circulair bouwen het feit dat de overheid meer zou kunnen doen om die duurzamere vorm van bouwen te faciliteren. “Ik ben niet de eerste die dat punt aanhaalt, maar maak het graag wat concreter met enkele voorbeeldjes die nog niet genoemd werden”, vertelde hij.

De overdracht gebeurde in het nieuwe, circulaire kantoor van DENC!-STUDIO in Gent. Ondergetekende was door een ongeval in Ternat iets te laat ter plaatse, maar daardoor bij aankomst wel meteen getuige van een geanimeerd gesprek tussen de vorige en de nieuwe winnaar van de Circubuild-award, dat meteen al aangaf waarom Bart Cobbaert en DENC!-STUDIO voor JuuNoo hadden gekozen als nieuwe laureaat. “Toen de aannemer de JuuNoo-wanden hier had geplaatst, of beter opgespannen tussen vloer en plafond, want de wanden worden eigenlijk tegen de vloer gedrukt omdat we geen profielen in de vloer uit polybeton konden boren door de aanwezigheid van vloerverwarming, merkte hij niet veel later dat hij een akoestische strip boven en onder de wanden was vergeten te plaatsen. Hij heeft dat onmiddellijk gecommuniceerd en rechtgezet. Waar dat probleem tijd en geld zou gekost hebben in het geval van een klassieke binnenmuur, was het hier in een mum van tijd opgelost. Wij hebben dus veel vroeger dan verwacht kunnen vaststellen dat het met de demonteerbaarheid van de wanden wel goed zit”, lachte Cobbaert.


Passie voor de binnenkant van wanden

“Ik ben vereerd om deze prijs in ontvangst te nemen”, vertelde Van de Voorde toen we iets later samen aan de houten tafel op de verhoogde circulaire vloer zaten. “Omdat het een award is die focust op het domein waarvoor ik in 2016 mijn bedrijf heb opgericht. Nog geen vijf jaar later zo’n erkenning krijgen voor wat je doet, doet deugd.”

“Ik heb JuuNoo eigenlijk pas vrij laat leren kennen”, was Cobbaert eerlijk. “Via het Circubuild-boek eigenlijk, waarvoor dank. Het systeem is modulair, herbruikbaar, kan gecombineerd worden met vlakke maar ook hellende plafonds, maar het is eigenlijk toch vooral het duurzame businessmodel dat ons aansprak, de garantie op terugkoop. Dan wéét je dat de fabrikant de wanden ooit een tweede leven gaat geven. En in zijn huidige vorm, weet ik van Chris. Niet na recyclage. Want voor heel wat producten, zoals voor pvc bijvoorbeeld, bestaan recyclageprogramma’s en daarom wordt het product bestempeld als circulair. Maar de garantie dat die recyclage ook echt zal gebeuren, is er niet altijd.”

“Wat ons ook voor JuuNoo heeft doen kiezen, is het feit dat je toch wel – vergeef met de bewoording – ballen aan je lijf moet hebben om een nieuw bedrijf op te richten in scheidingswanden, waarvan er al duizenden fabrikanten bestaan. Maar het is ook slim, want een start-up heeft misschien wel minder middelen, helemaal van nul beginnen is ook een voordeel. Een groot bedrijf dat zijn gamma en bedrijfsmodel circulair wil maken, moet daarvoor zijn hele structuur veranderen.”

“Een vierde en laatste reden om voor JuuNoo te kiezen, naast de circulaire producteigenschappen, het bedrijfsmodel en het lef dat Chris gehad heeft, was de overtuiging dat JuuNoo, los van het circulaire, gewoon met een heel degelijk product op de markt is gekomen. Ook particulieren en aannemers die totaal geen belang hechten aan duurzaamheid, zullen overtuigd geraken van het systeem, doordat het gewoon zo gemakkelijk is om te installeren. Je heb geen metalen profielen nodig, moet die dus ook niet afknippen als je de wand ooit wilt verwijderen ... Waar de duurzaamheid bij veel fabrikanten een verkoopargument is, is dat bij JuuNoo totaal niet zo. Je hoeft het niet over duurzaamheid te hebben als het product inherent goed is. Het is ook een product ‘in de tweede lijn’, want het is eigenlijk een binnenwand, die je niet ziet. Er zijn tal van afwerkingsmogelijkheden, ook met materialen van andere fabrikanten. Daardoor zijn degelijkheid en performantie voor kopers belangrijkere factoren. Bij de keuze voor pakweg lampen of meubilair ligt dat toch anders, daar spelen ook andere zaken mee. Ik herinner mij een project waarin wij oude toiletten die we konden aankopen bij Rotor wilden integreren. De projectontwikkelaar had echter schrik dat de toepassing van gerecupereerde materialen de verkoopbaarheid van de woonunits zou fnuiken omdat niet iedereen ‘into’ circulair of vintage is. Zo’n probleem zou je niet hebben als het gaat over binnenwanden, die je niet ziet.”

“Wij leveren inderdaad gewoon de binnenkant van wanden", repliceerde Van de Voorde. "Daar heb ik altijd al een passie voor gehad. Wij willen zo veel mogelijk binnenwanden in de wereld circulair maken. In die context wil ik ook even reageren op wat Bart net zei, dat wij de concurrentie hebben durven aangaan met gevestigde fabrikanten in scheidingswanden, zoals bijvoorbeeld Gyproc. Ik wil dat graag nuanceren ... Gyproc levert afwerkingsproducten. Het heeft ons zelfs geholpen bij de opstart met technische ondersteuning en het aanleveren van platen bij brandtesten. Ook Eurabo werkt regelmatig met onze wanden.”


Verhoogde investeringsaftrek voor … nieuwe elementen

En dan had Cobbaert nog niets eens een pijnpunt benoemd waar circulair bouwen volgens hem nog mee af te rekenen heeft, wat iedere laureaat hoort te doen wanneer hij de award doorgeeft aan de volgende winnaar. “Ik noem het graag de idioterie van het overheidsapparaat. In het huidig wettelijk kader is de doorbraak van circulair bouwen immers absoluut nog niet voor morgen. Ik weet dat eerdere laureaten dat pijnpunt ook al hebben aangehaald, maar ik wil het graag concretiseren met enkele voorbeeldjes. De meesten halen altijd het voorbeeld boven dat de overheid circulair bouwen meer zou kunnen faciliteren door in aanbestedingen niet langer op de laagste prijs te focussen, maar ze kan nog zoveel meer doen.”

“Een verse frustratie voor DENC!-STUDIO op dat vlak kadert in de bouw van ons nieuwe kantoor en heeft te maken met de verhoogde investeringsaftrek voor bouwprojecten. De overheid had die door de coronacrisis speciaal in het leven geroepen. Toen wij onze boekhouder daar nog eens op attent maakten, liet die ons plots weten dat de kleine lettertjes onder die maatregel zegden dat die financiële tegemoetkoming enkel geldt voor nieuwe elementen. Voor nieuwe houten vloeren en wanden die wij aan het bestaande gebouw hebben toegevoegd, konden wij genieten van verhoogde investeringsaftrek, maar niet voor de aankoop van het bestaande pand, goed voor twee derde van ons totale budget. Hadden we een nieuwe ruwbouw gezet, hadden we meer investeringsaftrek genoten. Door te kiezen voor herbestemming, worden we dus benadeeld. De overheid redeneert: ‘Een ‘voorganger’ heeft de kost van de ruwbouw van dat gebouw al eens afgetrokken van zijn belasting, dus jullie kunnen dat niet nog eens doen.’ Dat gaat toch helemaal in tegen circulair bouwen? De overheid moet ook eens vooruit kijken, in plaats van altijd te verwijzen naar het verleden.”

“Een ander voorbeeld: als je vandaag een tafel of stoel koopt, kan je die afschrijven. Ieder jaar vermindert de waarde ervan en die waardevermindering kan je inbrengen in je belastingaangifte als een soort kost. Maar als circulair ontwerpen echt doorbreekt, dan wil dat zeggen dat de waarde van producten straks niet langer daalt of zelfs verhoogt. Dan vallen die zaken niet meer in te brengen in de belastingen, zoals je vandaag als bedrijf ook de aankoop van kunstwerken bijvoorbeeld niet kunt inbrengen omdat de overheid redeneert dat die niet in waarde dalen. Gaat de Belg dan niet gewoon zeggen: ‘Ik koop wel gewoon een nieuw, niet circulair product’?”

“Wanneer je een appartementsgebouw wil zetten met een aanpasbaar, flexibel, open ontwerp, stuit je ook altijd op tegenkanting van vergunningverlenende overheden. Die moeten bij de bouwaanvraag kunnen evalueren of er voldoende fietsen zijn ingetekend. Vermits de meeste gemeente- en stadsreglementen het benodigd aantal fietsen afmeten tegen het aantal slaapkamers, dient dus verplicht een inrichting te worden ingetekend. Ook ontwikkelaars kunnen moeilijkheden ondervinden in de verkoop bij een te open ontwerp, omdat niet alle kopers voldoende inlevingsvermogen hebben om te zien wat de indelingsmogelijkheden zijn.”


“Overheid doet ook veel dingen wél al goed”

“En dan is er nog een probleem met het as a service-model. Wij zijn daar met DENC!-STUDIO uiteraard wel voorstander van, maar het is wel lastig dat er geen wetgevend kader is dat zegt wat er moet gebeuren in het geval de fabrikant failliet gaat. Als ik een gevel as a service heb, is de fabrikant daar nog steeds eigenaar van. Gaat hier, als die fabrikant failliet gaat, dan een curator staan om mijn gevel mee te nemen om de gedupeerden te vergoeden?”

“Vandaar dat wij werken met een buy back-garantie”, pikte Van de Voorde daarop in. “Als wij failliet gaan, blijft de wand van de koper. Let wel, er zijn wel bedrijven die onze wanden als dienst in de markt zetten, maar dat doen wij zelf nooit. Onze buy back-garantie heeft eigenlijk als doel aannemers geld te laten verdienen aan materiaal dat ze niet meer nodig hebben, meer bepaald 30% van de initiële prijs, ook al zouden ze het dus wel perfect kunnen hergebruiken. Het is dus net de duurzaamheid van het product die geld oplevert.”

“Ik wil wel nog even toevoegen aan het pijnpunt van Bart dat hoewel ik het eens ben met al de punten die hij heeft opgesomd, de overheid tegelijkertijd toch ook veel doet om circulair bouwen vooruit te helpen, zoals met Vlaanderen Circulair en Kamp C. Maar het klopt dat het nog beter kan. JuuNoo deelt dus de visie van DENC!-STUDIO dat die idioterie eruit moet”, besloot de nieuwe winnaar.

Deel dit artikel:

Onze partners