Kantoorgebouw NVKVV in Schaarbeek ondergaat circulaire renovatie

De kantoren van het NVKVV, de grootste Vlaamse beroepsorganisatie voor verpleegkundigen, in een herenhuis aan het Vergotesquare in Schaarbeek worden momenteel verbouwd. In haar renovatieontwerp zette architecte Nathalie De Leeuw doorgedreven in op circulair bouwen. Aanpasbaarheid op gebouwniveau en materiaalminimalisatie op elementniveau, door maximaal behoud in de eerste plaats en maximaal hergebruik in tweede instantie, vormden daarbij de belangrijkste uitgangspunten. Het renovatieproject was in 2019 laureaat van be.exemplary, de projectoproep die voorbeeldige (ver)bouwprojecten in Brussel een financieel duwtje in de rug wil geven.

Het imposante herenhuis met nummer 43 aan het Vergotesquare in Schaarbeek werd in 1909 opgetrokken voor twee rijke weesmeisjes – vermoedelijk van adellijke afkomst of uit de bourgeoisie – naar een ontwerp van Charles Castermans. In 1973 kwam het gebouw in handen van het Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen of het NVKVV, de grootste Vlaamse beroepsorganisatie voor verpleegkundigen, dat er, samen met een kleiner gebouw in de achterliggende Frédéric Pelletierstraat, zijn hoofdkwartier van maakte. Het NVKVV liet de gelijkvloerse verdiepingen van beide gebouwen met elkaar verbinden met een bouwblok in het binnengebied. 

In 2014 drong een ingrijpende renovatie van het herenhuis zich op. Doorheen de jaren waren er immers slechts kleine opfrissingswerken en bescheiden verbouwingen gebeurd, zoals de sloop van enkele binnenmuren en het verlagen van plafonds. De NVKVV-werknemers die er huisden – enkel op de eerste en tweede verdieping, het gelijkvloers, de derde verdieping en de zolder stonden leeg – verhuisden voor zolang de werken zouden duren naar het kleinere gebouw in de achterliggende straat, wat mogelijk was omdat beide gebouwen nooit maximaal benut werden. Het NVKVV streeft met de verbouwing drie doelen na. Ten eerste is het de ambitie om de ruimte van het herenhuis met beperkte ingrepen optimaal te benutten, ten tweede wil de vzw het huis aanpassen aan de huidige comforteisen en de derde doelstelling is om het gebouw multifunctioneel inzetbaar te maken.

Pas in 2019 vatten de renovatiewerken echt aan. Het NVKVV ging daarvoor in zee met de Schaarbeekse architecte Nathalie De Leeuw en ingenieursbureau MATTH Engineering uit Aalst, die wilden gaan voor een volledig circulaire verbouwing. Het NVKVV en de ontwerpers reageerden daarom ook op de projectoproep van be.exemplary, die voorbeeldige bouw- en renovatieprojecten in de hoofdstad een financieel duwtje in de rug wil geven. Die projectoproep focust sinds 2019 immers niet langer alleen op openbare aanbestedingen – voornamelijk overheidsgebouwen en scholen – en op passiefbouw maar ook op vzw's en projecten waarin maximaal behoud en hergebruik van materialen een prominente plaats krijgt.


Materialisatie in ontwerp geen vaststaand gegeven

In het ontwerp van Nathalie De Leeuw vormt het opentrekken van de gefragmenteerde configuratie van het gebouw, het vergroten van de hoeveelheid intredend daglicht en hergebruik van materialen dan ook een belangrijk uitgangspunt.

De architecte zorgde voor meer licht voor de gebruikers van het gebouw door te voorzien in onder meer een tuin op het gelijksvloerse niveau, twee patio's met buitenruimte, een dakterras op het nieuwbouwgedeelte voor de polyvalente ruimte en een dakterras in de bestaande patio op de derde verdieping.

Ze wil zo veel mogelijk materialen ter plaatse hergebruiken, niet zelden in een andere vorm of op een andere plaats, en legde zichzelf daarnaast de voorwaarde op dat zo veel mogelijk 'nieuwe' materialen ook al een eerste leven achter de rug moesten hebben of hernieuwbaar moesten zijn. Vrijgekomen materialen die ter plaatse echt geen tweede leven kunnen krijgen, gaan naar Rotor DC of, als het hout betreft, soms ook naar geïnteresseerde schrijnwerkers.

Volgens de architecte is haar ontwerp daarom qua materialisatie vandaag nog altijd niet helemaal af: gaandeweg wordt duidelijk welke vrijgekomen materialen waar kunnen worden hergebruikt en waar recuperatiematerialen uit andere projecten nodig zijn. Dat begrepen ze bij be.exemplary helemaal. "De circulaire denkoefening wordt tot het einde gevoerd", klinkt het daar.


Materialen in situ hergebruikt

Nu de verbouwingswerken al vergevorderd zijn, zijn er al veel voorbeelden te noemen van materialen die ter plaatse worden hergebruikt. Een kleine bloemlezing: marmer uit de badkamer en toiletten wordt hergebruikt als spatwand in de nieuwe keuken, voor de balie in de onthaalruimte en als achterwand bij andere toiletten en lavabo's; verschillende van die lavabo's zijn wastafels die al sinds 1909 – op een andere plaats – in het huis hingen; multiplexplaten uit het bestaande gebouw die nat waren geworden door lekkages worden gedroogd en hergebruikt in de nieuwe keuken en als afwerking voor raamlijsten; deuren en enkele gietijzeren radiatoren en hun kasten krijgen een tweede leven op een nieuwe plek in het gebouw; kasten worden hergebruikt en blauwe hardsteen krijgt een tweede leven.

Ook een volledig stuk trap word htergebruikt op een andere plaats. Het gaat om een gedeelte van de trap in de tweede trappenhal van het huis, die destijds exclusief gebruikt werd door de dienstmeisjes en verdwijnt ten koste van een liftschacht. Het stuk trap wordt gebruikt om de bestaande trap in de hoofdtrappenhal door te trekken naar de zolder.


Recuperatiematerialen ex situ en ecologische materialen

Een voorbeeld van recuperatiematerialen uit andere gebouwen zijn de talloze tegeltjes die Nathalie De Leeuw bemachtigde via voornamelijk Rotor DC. Leuk detail: die tegeltjes zijn afkomstig van een oude verpleegsterschool in Leuven en krijgen dus een nieuw leven in dezelfde sector.

Toen Bouwbedrijf Van Poppel per ongeluk een bestaand stuk parket wegsmeet dat zou worden hergebruikt, maakte de aannemer die fout zelf goed door te zorgen voor een 'nieuw' stuk parket dat het ging halen in de Planentuin van Meise, waar verbouwingswerken aan de gang waren. "Het toont de weg die de aannemer heeft afgelegd sinds het begin van de werf. Hij ging de circulaire insteek steeds meer omarmen", aldus Nathalie De Leeuw.

Voor een aannemer is het niet evident om veel uren te steken in de tijdrovende ontmanteling van waardevolle elementen. Nathalie De Leeuw begrijpt dat wel. Volgens haar is het in situ kuisen van tegeltjes met onder meer azijn bijvoorbeeld zo tijdrovend dat het niet rendabel is. Het is volgens haar eenvoudiger en economisch interessanter om recuperatietegeltjes reeds gebruiksklaar aan te kopen of om ze door Rotor DC te laten reinigen. De architecte kan daarom ook met zekerheid zeggen dat keuze voor een circulaire verbouwing niet goedkoper is dan die voor een klassieke renovatie. Nathalie De Leeuw: "Er kruipen werkuren in het aanpassen van de gerecupereerde materialen, waardoor de prijs soms vergelijkbaar is met de prijs van nieuwe materialen. Materialen die je aankoopt via Rotor DC zijn om dezelfde reden – de werkuren die er zijn ingekropen om ze herbruikbaar te maken – ook niet altijd goedkoper dan nieuwe materialen. Financieel is er dus geen verschil tussen circulair en klassiek verbouwen. Maar je bespaart natuurlijk wel op materiaalgebruik en verbruikt minder energie omdat nieuwe materialen niet geproduceerd moeten worden en hun grondstoffen niet getransporteerd. Het is dus het idee dat telt. Bovendien is het resultaat authentieker: de gerecupereerde tegels passen beter bij de stijl van het gebouw. Ik noem bouwen of renoveren met de focus op hergebruik of aanpasbaarheid daarom ook altijd liever verantwoord in plaats van circulair (ver)bouwen."

Voor de verlichting en akoestiek in de kantoor- en vergaderruimtes en in de polyvalente zaal zal de architecte akoestische platen van architect Marcel Lambrichts gebruiken. Die platen zijn afkomstig uit de vroegere sociale zetel van het Gemeentekrediet in Brussel en werden aangekocht bij Rotor DC. Nathalie De Leeuw voegde ledlijnen toe en liet de platen opnieuw lakken. Die uitvoering werd reeds toegepast voor de inrichting van de kantoren van Math Engineering.

Voorbeelden van toegevoegde ecologische of hernieuwbare materialen ten slotte, zijn de ramen uit FSC-gelabeld hout, kurkisolatie voor het isoleren van de nissen onder de ramen en de gevels die uitgeven op de patio's. Voor de isolatie van het dak werd gekozen voor isolatie van Gramitherm, op basis van gedroogd gras.

Waar net minder materiaal kon worden gebruikt werd dat ook gedaan. Zo werd in verschillende ruimtes asbesthoudend vinyl van de plankenvloer verwijderd en werd er vervolgens voor gekozen die plankenvloer gewoon op te schuren en te vernissen.


Demonteerbaar stukje nieuwbouw

Het enige stukje nieuwbouw in het project is een polyvalente ruimte die het eerdere, dubbel zo grote verbindingsgebouw tussen het herenhuis en het pand in de Frédéric Pelletierstraat vervangt. Anders dan zijn voorganger zal de nieuwbouw niet meer dienen als verbinding met het pand in de Frédéric Pelletierstraat, dat na de verbouwing van het herenhuis zal worden verkocht – de NVKVV-werknemers die daar huisden verhuizen dan allen naar het herenhuis. Het wordt een gebouw op zich dat zal gebruikt worden voor opleidingen , workshops en seminaries. Nog een verschil met zijn voorganger is dat de nieuwe achterbouw door de grote raampartijen en patio's veel meer licht binnen zal brengen. Hoewel nieuw, past ook de nieuwe achterbouw perfect binnen de filosofie van circulair bouwen en wel omdat hij demonteerbaar werd ontworpen.


Ingrepen niet onttrokken aan het zicht

Dat je duidelijk ziet dat de polyvalente ruimte, net als de lift, niet uit 1909 dateert, vindt Nathalie De Leeuw niet erg. Meer nog, ze vind het net belangrijk haar ingrepen zichtbaar te maken en ze niet te verstoppen. Een ander voorbeeld daarvan zijn de bakstenen die gebruikt werden om de achtergevel te herstellen daar waar het oude verbindingsgebouw aansloot – het nieuwe verbindingsgebouw is slechts gedeeltelijk aangesloten op de achtergevel van het herenhuis. Die zijn niet helemaal dezelfde als de bestaande bakstenen van de achtergevel. Bovendien werden ze in tegenstelling tot de bestaande bakstenen in een verticaal metselverband geplaatst.

Waar tegelvloeren moesten worden uitgebreid met nieuwe tegeltjes, werd ook altijd resoluut gekozen voor tegeltjes die wel gelijken op de tegeltjes van de bewuste vloer, maar toch ook weer anders zijn. De nieuwe keuken komt onder een bestaande dampkap, om de nieuwe ingreep te accentueren. In situ gerecupereerde blauwe harsteen werd dan weer gebruikt voor het nieuwe terras. Nathalie De Leeuw gebruikte ook restjes van gestort beton van de vloerplaat om stapstenen te maken in de patio's en de polyvalente ruimte. Ook die laatste twee ingrepen zijn duidelijk zichtbaar.

Een laatste en het meest opvallende voorbeeld van ingrepen zichtbaar houden, is het bewaren van de deur tussen de oude keuken en de voormalige diensttrappenhal. De deuropening werd dichtgemetseld, maar Nathalie De Leeuw besloot de deur toch te laten staan. Die ingreep zal nog worden herhaald in de vergaderruimte op de tweede verdieping.


Flexibeler gebouw

Het gebouw wordt dus ook flexibeler gemaakt. Muren worden weggebroken, zoals de tussenmuren van de kamers voor de dienstmeisjes, om grote ruimtes te creëren die zo later gemakkelijker een nieuwe functie kunnen krijgen. Vandaag is het pand ingekleurd als gebouw van algemeen belang en openbaar nut, maar als dat ooit verandert, dan zouden de ruimtes volgens Nathalie De Leeuw een woonfunctie kunnen krijgen. Be.exemplary was er daarom voorstander van om de derde verdieping met het oog op een eventuele bestemmingswijziging alvast helemaal in te richten als studentenkamers, omdat die verdieping net als de zolder toch niet zal worden gebruikt door het NVKVV.


Ook circulair op vlak van technieken

Ook op het vlak van technieken laat de circulaire insteek zich gevoelen. Zo wordt een grote koker naast de lift die helemaal van het gelijkvloers naar de zolder loopt, hergebruikt voor verschillende technieken en leidingen, zodat die vlot bereikbaar blijven.

Daarnaast wordt de oude stoololieplaats vervangen door twee ketels met ingebouwde condenserende hoogrendementspomp. Die werken weliswaar op gas, maar omdat de ene ketel wordt gebruikt voor het gelijkvloers en de eerste en tweede verdieping en de andere voor de derde verdieping en de zolder, kan energie-efficiënter worden verwarmd. De eerste jaren zullen die twee laatste etages bijvoorbeeld weinig verwarming vragen omdat ze slechts uitzonderlijk zullen worden gebruikt door het NVKVV. Meer rendement wordt ook verkregen door de radiatorkasten die worden hergebruikt, meer openingen te geven en ze zo meer warmtedoorlatend te maken, door het toevoegen van nieuwe radiatoren die verwarmen op lage temperatuur mogelijk maken en door grotere raampartijen, mét hoogrendementsbeglazing en verluchtingsroosters. Er wordt verwacht dat de ingrepen zullen toelaten het huidige energieverbruik van 6000 kWh per jaar of 5000 liter mazout met de helft te reduceren.


Regenwaterrecuperatie

Hoewel het geen stedenbouwkundige eis was, komt er in de voortuin een regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter en een infiltratieput met een inhoud van 7.500 liter. Het gerecupereerde regenwater zal worden gebruikt om de toiletten te spoelen en om het gebouw te poetsen. De regenwaterput is overgedimensioneerd tegenover het geschatte dagelijkse gebruik van de site van 350 liter per dag, zodat pieken in het regenwaterverbruik bij grote evenementen in het gebouw kunnen worden opgevangen. De extra capaciteit van de regenwaterput heeft als bijkomend voordeel dat de installatie ook als stormbekken kan dienen.

Het duurzaamheidsplaatje wordt op technisch vlak vervolledigd door ledverlichting met bewegingsdetectoren, waterbesparende kranen, toiletten met eco-spoeling, 44,5 m² aan groendaken om regenwater vertraagd af te voeren en het reduceren van de ondoorlatende oppervlakte in het project van 515,1 m² naar 456 m².

Het gebouw zal ook circulair worden gebruikt. De flexibele werkplekken zullen immers ook beschikbaar worden gesteld aan andere zorgsectoren. 

Hoewel de werken dan nog niet helemaal afgerond zullen zijn, neemt het NVKKV het herenhuis aan het Vergotesquare in Schaarbeek in mei 2022 weer in gebruik.

Deel dit artikel:

Onze partners