Met zijn unieke houtmodificatietechnologie zet Kebony mee de standaard voor duurzaam bouwen. Het gepatenteerde proces transformeert zachthout op duurzame wijze permanent in een houtsoort die vergelijkbaar of zelfs superieur is aan tropisch hardhout. Onder meer architecten maken graag gebruik van de producten van Kebony, die zich uitstekend lenen voor de bouw van terrassen en als gevelafwerking en omkeerbaar worden verbonden. Een mooi voorbeeld daarvan in eigen land, vinden we in Stabroek, waar het Antwerpse architectenkantoor bureau ADAM Kebony-hout toepaste als gevelbekleding voor een nieuwe school.
Kebony, opgericht in 1997 in Noorwegen, stimuleert een revolutie in de bouwsector door het aanbieden van een groen en duurzamer alternatief voor het bedreigde tropische hardhout. Zo biedt het een antwoord op het dubbele probleem van ontbossing en koolstofuitstoot veroorzaakt door de productie en verwerking van traditionele bouwmaterialen zoals staal en beton. Inmiddels is het bedrijf wereldwijd actief. In 2018 opende het in ons land een fabriek in Kallo.
Unieke technologie
Kebony transformeert FSC-gecertificeerd zachthout, meestal naaldhout, tot hout met eigenschappen vergelijkbaar en in sommige gevallen superieur aan die van duur en steeds schaarser wordend tropisch hardhout via het proces van zogenaamde dubbele modificatie, dat uit twee stappen bestaat.
De eerste stap omvat het impregneren van het hout met een biogebaseerde vloeistof. Daarna volgt het uithardingsproces, stap 2, waarbij het hout verwarmd wordt om het resulterende polymeer permanent in de houtcellen in te sluiten. Na dat procedé zijn de houtcelwanden 50 procent dikker, wat resulteert in hout met uitstekende stabiliteit, maximale hardheid en een gegarandeerde lange levensduur.
Meteen klaar voor gebruik
Kebony-hout is meteen klaar voor gebruik en vergt geen voorbehandeling of specifiek onderhoud. Het is weerbestendig en kan gebruikt worden voor een breed scala aan toepassingen. In de bouw gaat het vooral om de aanleg van terrassen en de afwerking van gevels. Na verloop van tijd, en afhankelijk van de blootstelling aan buitenomstandigheden zoals regen en zonlicht, evolueert de rijke bruine look van Kebony-hout naar een unieke, zilvergrijze kleur, wat het hout volgens Kebony alleen maar meer natuurlijk ogend en mooier maakt en uitermate geschikt voor duurzame kwalitatieve bouwprojecten.
De verwerking van Kebony-hout kan op een veilige en gezonde manier gebeuren. Het hout splintert niet, bevat geen giftige stoffen of chemicaliën en blijft koel in de zomer. Bovendien kan het hout omkeerbaar worden bevestigd.
Kebony ontving al talloze prijzen en onderscheidingen voor zijn milieuvriendelijke technologie, waaronder de benoeming tot World Economic Forum Technology Pioneer en herhaaldelijke erkenning als Global Cleantech 100-bedrijf.
“Kleur wordt mooier en mooier”
Een referentieproject voor de toepassing van Kebony-hout in ons land, vinden we in Stabroek, waar architectenkantoor bureau ADAM uit Antwerpen het duurzame materiaal toepaste als gevelbekleding voor school De Rekke. “Wij gingen op zoek naar hout waarvan de productie écht ecologisch verantwoord is en zo zijn we bij Kebony uitgekomen”, vertelt zaakvoerder Bruno Dekoning. “Het hout dient met zijn warme look als tegengewicht voor het eerder kille beton van het gebouw. Dat het hout vergrijst met de jaren, draagt alleen maar bij aan de esthetische waarde van het project. De gevelbekleding werd begin 2022 geplaatst en de eerste effecten van zon en regen zijn reeds zichtbaar. De kleur wordt mooier en mooier. De eerste reacties zijn ook allemaal positief.”
Maar de architect koos niet alleen omwille van ecologische en esthetische redenen voor Kebony. “Ook de plaatsing kan vlot gebeuren en bovendien op zo’n manier dat het hout ooit schadeloos te recupereren is. Daarnaast vergt het hout ook weinig tot geen onderhoud.”
Het was de eerste keer dat bureau ADAM werkte met Kebony-hout, maar het bureau is er na het project in Stabroek helemaal voor gewonnen. “Intussen zitten er al twee nieuwe projecten met Kebony-hout in de pijplijn, onder andere de brandweerkazerne op de luchthaven van Oostende”, besluit Bruno Dekoning.