Karel Lootens van wooncoop duidde Kristof de Jaeger, bestuurder van inhout, aan als nieuwe laureaat van de Circubuild-award. “Omdat het bij inhout niet bij woorden blijft wanneer het aankomt op circulair bouwen. Kijk maar naar de Mobble die het bedrijf geïndustrialiseerd heeft”, motiveert Lootens zijn keuze, die volgens hem voortkomt uit het pijnpunt voor circulair bouwen dat hij moet benoemen als ex-winnaar van de prijs: “Inhout is een doener, en daar hebben we er meer van nodig. We hoeven niet te wachten tot alles voor de volle 100% op punt staat. Al doende leert men. En men geeft er het goede voorbeeld mee.”
De overdracht vond plaats in Ledeberg, voor het eerste 'inschuifhuis' van België, twee Mobbles op elkaar die met een kraan tussen twee bestaande rijhuizen in werden geschoven en waar momenteel de laatste hand aan wordt gelegd. “Een prachtig voorbeeld van circulair bouwen, en meteen de reden waarom ik voor inhout gekozen heb”, vertelde vorige winnaar Karel Lootens van wooncoop even later in de woning, gezeten aan een tafel gemaakt uit planken uit het dakgebinte van de oude rijwoning die werd gesloopt om plaats te maken voor de Mobble-woning. “Een modulaire unit als tuinkamer of tijdelijke zorgwoning kennen we ondertussen al, maar inhout gaat met z’n Mobble van 40 m² verder; het realiseert er volwaardige woningen mee.”
“Het stond voorop dat ik de Circubuild-award wilde doorgeven aan een doener, aan iemand die echt de koe bij de horens vat en werk maakt van circulair bouwen. Want dat is ook het pijnpunt voor circulair bouwen dat ik wens te benoemen: er wordt heel veel gepraat over circulair bouwen, maar de mensen of bedrijven die het echt proberen toe te passen in de praktijk, liggen vooralsnog niet dik bezaaid. Terwijl je net daaruit enorm veel leert. Staat alles al 100% op punt? Neen, zeker niet. Maar is dat een reden om traditioneel te blijven bouwen? Neen, ook niet. Laat het ons gewoon proberen en dan zullen we gaandeweg wel ondervinden wat nog beter kan. Al doende leert men, die uitspraak heb ík niet verzonnen, hé. En je geeft er het goede voorbeeld mee.”
Helemaal demonteerbaar
Kristof de Jaeger liet zich de woorden welgevallen. “Laat me eerst even duidelijk stellen dat de Mobble geen uitvinding is van ons alleen, maar ook en vooral van enkele studenten van de UGent. Ook verschillende andere partners waren bij het project betrokken. Wij hebben de Mobble wel geïndustrialiseerd en gecommercialiseerd. Het is dus een product van inhout. Er wordt vaak gesproken over modulaire units als tijdelijk onderkomen, maar de Mobble heeft dezelfde eigenschappen als een standaard houtskeletbouwwoning en kan dus ook permanent ingezet worden en meerdere generaties meegaan, kijk maar naar de woning waar we ons nu in bevinden. Heb jij het gevoel dat we in een module staan?” Neen, dat had ondergetekende inderdaad niet.
“Een grote troef van de Mobble, is dat we ze kunnen prefabriceren in een atelier, op een gelijkaardige manier als op een werf, maar dus wel onafhankelijk van de weersomstandigheden. De bouw verloopt daardoor een pak efficiënter. De meeste Mobble-woningen bestaan uit meerdere Mobbles, daardoor kunnen de onderaannemers hun ding doen in de ene Mobble terwijl wij al aan de slag gaan in de andere.”
Het grote circulaire voordeel van een Mobble-woning is dat er altijd units kunnen worden bijgeplaatst of weggehaald en ze helemaal demonteerbaar is. De Jaeger: “De wanden maken geen deel uit van de dragende structuur. Ze worden door middel van circulaire verbindingstechnieken op het dragende karkas geplaatst. Wanneer bewoners hun Mobble-woning willen uitbreiden, halen we gewoon enkele wanden weg en zetten we er een nieuwe Mobble tegen. Wanneer het nodig zou zijn, kunnen we een Mobble-woning helemaal ontmantelen in ons atelier en alle componenten hergebruiken. We staan ook altijd open voor vragen van de klant om bepaalde materialen te hergebruiken in hun Mobble-woning. We werken daarvoor samen met onder meer Domus Mundi en Labeur, dat de tafel maakte waar we nu rond zitten.”
Circulair businessmodel volgende stap
Inhout denkt er momenteel ook over na een circulair businessmodel te koppelen aan de Mobble. De Jaeger: “We bewandelen twee pistes. Enerzijds zouden we de klant bij opmaak van de offerte al kunnen laten weten welke prijs wij hem wanneer betalen om de woning terug te nemen. Die prijs zou dan zakken naarmate de jaren verstrijken, want de constructie is goed beschermd en verliest niet echt haar waarde, maar voor vloerbedekking en de buitenschil ligt dat natuurlijk anders. Een andere formule zou wonen as a service kunnen zijn, of Mobble as a service, waarbij wij de woning verhuren aan een vaste prijs waar ook verbruik en onderhoud in zit. Naar omzet toe heb je dan wel een heel andere verhaal en dan zouden we ook moeten voorfinancieren, dus die optie is wel wat complexer. In elk geval is de Mobble klaar voor beide verdienmodellen: ze is zo ontworpen dat ze zo lang als mogelijk kan meegaan en daarna kan worden hergebruikt. Daar gaat het om bij circulair bouwen.”
Inhout heeft nu zeven Mobble-woningen gerealiseerd, zes losstaande en de rijwoning of het inschuifhuis in Ledeberg. “Het is dus heel fijn om in dit stadium – we zijn eigenlijk nog maar sinds begin dit jaar écht gestart met de Mobble – al erkenning te krijgen voor de bijdrage die we ermee proberen te leveren aan circulair bouwen. Minister Demir heeft trouwens een wetsvoorstel ingediend dat ervoor moet zorgen dat er voor tijdelijke zorgwoningen kleiner dan 40m² niet langer een bouwaanvraag nodig is, maar enkel een meldingsplicht. Uiteraard hopen wij dat die wet er komt, want daar zouden extra kansen liggen voor de Mobble”, ”, besluit de Jaeger.