Kunstencentrum nona: illustratie van circulair bouwen én ruimtelijk rendement

Circulair bouwen draait ook om het maximaal benutten van de beschikbare ruimte. Kunstencentrum nona in Mechelen toont hoe dat kan. Zo'n twintig jaar geleden kampte dat kunstencentrum met plaatsgebrek. Bovendien had de bestaande art-decozaal ook haar beperkingen en voldeed ze qua flexibiliteit niet langer aan de eisen die rond de eeuwwisseling golden. De oplossing: een tweede theaterzaal met foyer en polyvalente ruimte op de site van de voormalige Mechelse Drukkerijen rechts achter het kunstencentrum. Het zou voornamelijk om financiële redenen nog tot 2017 duren eer er effectief begonnen werd aan de nieuwbouw en pas in 2020 was die klaar, maar het resultaat was wel het wachten waard: een knap staaltje ruimtelijk rendement, prachtig verweven met de bestaande theaterzaal én een prachtig voorbeeld van circulair bouwen. Zo is het nieuwe gebouw een van de eerste in België die werden opgetrokken in groen of circulair beton. “Het verdichten van een stad hoeft niet altijd negatief te worden bekeken”, vertelt architect David Driesen (dmvA architecten).

Het nieuwe gebouw, voor een derde gefinancierd door kunstencentrum nona zelf, voor een derde door Stad Mechelen – aankoopgronden + afbraakkosten – en voor een derde door het Fonds voor Culturele Infrastructuur van de Vlaamse Overheid (FoCI), kwam te midden van een bouwblok aan een middeleeuwse brandsteeg die het bestaande gebouw van kunstencentrum nona en het nieuwe gebouw letterlijk van elkaar scheidt. De oude gebouwen van de drukkerij die ervoor moesten wijken, waren in de jaren daarvoor gekraakt omdat ze maar moeilijk verkocht geraakten aan derden. Daarna deden ze even dienst als tijdelijke oefenzalen voor nona, maar dat was een noodoplossing. Die maakte de stad echter wel duidelijk dat nona tegen zijn eigen grenzen liep, waarna ze zelf overging tot aankoop van de gebouwen.

Het nieuwe gedeelte werd ingebed in het stedelijk weefsel in de vorm van een aaneenschakeling van binnen- en buitenkamers met elk een eigen materialiteit en sfeer. Op die manier werd ingespeeld op de grillige vorm van de bouwkavel en werd een repliek gegeven op het amalgama van tuinmuren en koterijen.

Zo ontstonden er drie patio’s als stedelijke kamers rond de nieuwe theaterzaal met foyer en het forum, een multifunctionele ruimte met de allure van een overdekte markthal. Met een opvallende inbouw kreeg ook de enige inkom, in de Begijnenstraat, een nieuw jasje aangemeten. Die vormt nu een gouden toegangspoort het nieuwe gebouw.


De vraag: een nieuwe theaterzaal

“Wij zijn een huis van creatie, wat impliceert dat we niet alleen publieksvoorstellingen en concerten organiseren, maar kunstenaars ook de mogelijkheid geven bij ons te komen brainstormen, concepten uitwerken of repeteren”, vertelt Bart Vanvoorden, artistiek leider van kunstencentrum nona. “Dat was organisatorisch natuurlijk niet evident met maar één zaal, het betekende een beperking van de repetitie- en speeldagen per productie. Het is ook daarom dat wij in afwachting van onze geplande uitbreiding een tijdje de oude gebouwen van de drukkerij gebruikt hebben als noodoplossing. De oude zaal, die wel ongelofelijk veel charme heeft, heeft door haar monumentale waarde ook wel wat beperkingen. Zo is de betonnen vloer bijvoorbeeld niet erg aangenaam voor dansers.”


De oplossing: inbreidingsproject op voormalige site Mechelse Drukkerijen

Het nieuwe gebouw is ontworpen door het eigenzinnige Mechelse bureau dmvA architecten, hetzelfde bureau dat ook het Museum Hof van Busleyden in de Maneblusserstad ontworpen heeft. Vanvoorden: “Het is een gebouw geworden met een heel eigen identiteit, wat perfect past bij een kunstencentrum als nona. De nieuwe zaal is wat wij noemen een state-of-the-artblackbox. Er ligt een prachtige parketvloer en de tribune is inschuifbaar. Ook heerst er een andere akoestiek. Waar onze oude zaal zich uitstekend leent voor akoestische of semiakoestische concerten, kan de nieuwe zaal zo hardere of luidere concerten aan. Ook de patio’s en het forum en de ruimte met bar en vestiaire betekenen een absolute meerwaarde.”

“Het nieuwe gebouw is een prachtig voorbeeld van ruimtelijk rendement om twee redenen”, vertelt David Driesen, projectarchitect namens dmvA architecten. “Een eerste is evident: het nieuwe gebouw staat op een plek waar panden stonden van de Mechelse Drukkerijen die niet langer gebruikt werden. Dergelijke binnengebieden zijn in de 19de eeuw in de centrumsteden ontstaan als werkplaatsen. Na het verlaten van die ruimtes in de jaren 70 van de vorige eeuw zijn ze wat ik graag noem wild ingevuld geraakt en later vervallen. Het verdichten van de stad hoeft dus niet altijd negatief te worden bekeken. Het kan ook nieuwe plekken opleveren, niet alleen voor wonen, maar ook met maatschappelijk gedragen projecten. Een ongebruikt binnengebied werd een meerwaarde voor de stad.”

“Daarnaast is het ontwerp van het gebouw ook flexibel opgevat. Met uitzondering van de theaterzaal, die echter ook wel relatief makkelijk ontmanteld kan worden, zijn de ruimtes redelijk functieloos vormgegeven. Daarmee bedoel ik: als kunstencentrum nona ooit beslist andere oorden op te zoeken, dan kan de nieuwbouw eigenlijk voor eender welke nieuwe functie worden aangewend. De ruimte zal aldus langer en beter renderen.”

Zo’n flexibel of aanpasbaar ontwerp is een van de principes van circulair bouwen, maar het nieuwe gedeelte van kunstencentrum nona is om veel meer redenen een circulair gebouw. Driesen: “Zo is de uitbreiding een van de allereerste gebouwen in België die werden opgetrokken uit groen of circulair beton, waarin het ingrediënt cement vervangen is door milieuvriendelijkere alternatieven en gebruikgemaakt wordt van gerecycleerde stoffen zoals gegranuleerd oud beton. Daarnaast werden oude printplaten van de voormalige drukkerij gebruikt als afwerking van de sanitaire wanden. Circulair, maar evenzeer een knipoog naar het verleden van de site. Net zoals de gevelelementen die voorzien werden van de ingelegde letters N, O, N en A. Ook op het vlak van technieken werd circulair gedacht, met onder meer warmterecuperatoren en regenwaterrecuperatie.”

DmvA architecten startte in samenwerking met het makerscollectief vzw Onbetaalbaar, een werkplaats die projecten rond afgedankte materialen bedenkt, ook een tewerkstellingsproject dat onder meer resulteerde in unieke deurtrekkers. Onbetaalbaar heeft ook mee de organisatie van de officiële opening verzorgd en de vzw is met alle bouwpartners in gesprek gegaan, wat met opnames te beluisteren via QR-codes een mooie herinnering opleverde doorheen de site.

Het volledige artikel lees op de website van het Departement Omgeving, dat besloot kunstencentrum nona op te nemen in zijn lijst met inspirerende voorbeelden rond ruimtelijk rendement. Op Circubuild wijdden we eerder al een artikel aan het project, waarin specifiek werd gefocust op de meer technische circulaire bouwprincipes, eerder dan op het ruimtelijke rendement.

Voor het buitenschrijnwerk uit aluminium, dat in belangrijke mate mee de opvallende look van het gebouw bepaalt, zorgde Reynaers Aluminium.


Bron: Departement Omgeving

Deel dit artikel:

Onze partners