Volgens Lionel Billiet van Rotor DC geeft het soms een verkeerd beeld wanneer je het aantal hergebruikte materialen in een bouwproject uitdrukt als percentage van het totale gewicht van het gebouw. Dat zei hij toen hij tijdens de derde actiedag van de Green Deal Circulair Bouwen de bijdrage van zijn bedrijf toelichtte aan het Multi Tower-project in Brussel.
In het Multi Tower-project in Brussel transformeert CONIX RDBM de oude Brouckèretoren van een modernistisch kantoorgebouw tot een gebouw met een gemengd programma met een publieke meerwaarde. Daarbij wordt hoog ingezet op circulair bouwen: maar liefst 89% van het totale gebouw wordt behouden.
Maar dat cijfer moeten we volgens Lionel Billiet van Rotor DC, dat nauw betrokken is bij het project, meer in detail bekijken. “Je moet je afvragen waaruit dat percentage bestaat. In dit geval wordt 50% van het totale gewicht van het gebouw gevormd door de betonnen funderingen. Het spreekt eigenlijk voor zich dat die behouden blijven. Als je dus ergens hoort beweren dat in een project waarbij een bestaand gebouw wordt vervangen 60 of zelfs 70% van het oorspronkelijke gewicht behouden blijft, kan het nog altijd zijn dat dat gebouw met de grond gelijkgemaakt wordt. Soms zien we ook cijfers waarin behoud van het bestaande gebouw en hergebruik van materialen samengeteld worden. Dat is het geval bij de duurzaamheidsmeter GRO. Die manier van werken maakt hergebruik van bouwcomponenten vaak verwaarloosbaar in vergelijking met het gewicht van het gebouw. Werken met zo’n percentages zorgt er eigenlijk voor dat elk verbouwingsproject een hoge score krijgt als het gaat over hergebruik van materialen. Dat is dus eigenlijk niet specifiek genoeg om hergebruik van materialen effectief te stimuleren.”
"Wij zijn voorstanders van het formuleren van aparte doelstellingen voor behoud, recyclage en hergebruik. Het is ook relevanter om de percentages voor hergebruik en recyclage uit te drukken ten opzichte van de afgevoerde of aangevoerde materialen. Zo kunnen we zeggen dat 2% van alle materialen die we integreren in het het Multi Tower-project, tweedehandsbouwmaterialen zijn, of 244 ton op een totaal van 12.211 ton. Dat lijkt misschien niet veel, maar het Europese gemiddelde percentage op dat vlak is slechts 1%. Het project doet dus dus dubbel zo goed, en mogelijks nog beter dan die 2%.”
"Daarnaast zijn we er dan ook voorstander van om hoeveelheden op een andere, meer visuele manier uit te drukken. Zo hebben we in het Multi Tower-project onder andere 180 lopende meter aan systeemwanden hergebruikt, goed voor zo'n 15 ton. Zat zegt niet zo veel, tot je dat aantal systeemwanden echt eens visueel voorstelt, wat we ook gedaan hebben (zie foto, red.)."
Volgens Billiet is het project ook een mooi voorbeeld van hoe architectuur kan inspelen op de eigenschappen van bestaande materialen. “Zo werd de oorspronkelijke betegeling van het plein ’t Zand in Brugge, dat in 2016 werd heraangelegd, gebruikt voor de vloeren in het atrium in de Multi Tower. De grote tegels in blauwe hardsteen waren te dik om er als dusdanig gelegd te worden en werden daarom in hun dikte verzaagd. In het vloerpatroon worden de stroken die de kolommen met elkaar verbinden, gelegd met de oorspronkelijke, gepatineerde zijde naar boven, terwijl elders de vloersteen met de gladde, gezaagde kant naar boven wordt gelegd. Dat is een knipoog van de architecten naar het oorspronkelijke vloerpatroon in het atrium uit 1968."