Een bedrijf dat er zich al van in 1973 op toelegt, mag terecht bestempeld worden als een pionier in circulair bouwen. Dat vond ook Lionel Devlieger van Rotor, die de Circubuild-award daarom doorgeeft aan Louise en Jan Franck. Met hun familiebedrijf houden ze zich al decennialang bezig met de afbraak van gebouwen en het recupereren van gevelstenen. Als pijnpunt voor circulair bouwen noemt Devlieger het feit dat het recupereren van bouwmaterialen niet aan bod komt in de discussie rond de verlaging van de btw naar 6% voor sloop- en renovatiewerken.
Dat de familie Franck met een baksteen in de maag is geboren, valt allerminst te ontkennen. Frans Franck richtte de zaak in 1973 op met als kernexpertise de afbraak van gebouwen met het oog op de recuperatie van stenen. Vandaag zetten met respectievelijk Jan en Louise de tweede en derde generatie de schouders onder de zaak en is het familiebedrijf uit Kampenhout een vaste waarde geworden in demontage- en slooptechnieken en de handel in dakpannen en vooral recuperatiebakstenen.
“Als die niet gerecupereerd worden, wordt er gruis van gemaakt en dat is doodzonde”, zet Jan Franck meteen de toon. “Terwijl de mens vroeger eigenlijk niets anders kende dan afbreken en terug opbouwen werd daar zo’n eeuw geleden van afgestapt en kregen nieuwe materialen de voorkeur. In de jaren 70 en 80, toen er massaal huizen moesten worden afgebroken voor de aanleg van snelwegen en heel wat stadsvernieuwingsprojecten het levenslicht zagen, heeft het metier van recupereren van bakstenen gelukkig een revival gekend. Mijn vader heeft met dat doel dan dit bedrijf opgericht. Met de recuperatiebakstenen werden toen vooral hoeves en fermettes gebouwd. Die stijl was toen heel populair.”
Met de hand gekuist
“Vandaag worden onze stenen vaker voor moderne woningen gebruikt”, pikt dochter Louise, sinds een jaar mee in de zaak, in. “Er is voor die stijl van huizen toch veel vraag naar een klassieke baksteen, omwille van de warme look. Recuperatiebakstenen scoren op dat vlak nog beter, doordat ze al een eerste leven achter de rug hebben.”
Louise legt uit hoe het bedrijf te werk gaat: “Op werven waar we gaan demonteren – ik noem het liever zo dan slopen of afbreken – sorteren we de stenen al een eerste keer. Sommige zijn immers niet meer bruikbaar en soms werden er ook verschillende soorten baksteen toegepast in een gebouw. Die stenen komen dan vervolgens in containers naar hier en worden dan allemaal met de hand gekuist. Elke werknemer neemt er dagelijks zo’n 3.000 voor zijn rekening. Op één dag recupereren wij zo tot wel 24.000 bakstenen, goed voor een gemiddelde nieuwbouwwoning. Tijdens het kuisen doen onze werknemers nog eens een tweede kwaliteitscontrole en ook op de pallet worden ze nog eens aan een controle onderworpen.”
Een gemiddelde baksteen weegt 1,5 kg. Een snelle berekening leert dat Franck per jaar dus zo’n 6.000 ton bakstenen verzet en dus in de kringloop houdt. De kwaliteit ervan is overigens beter dan die van nieuwe bakstenen, prijs-kwaliteitsgewijs is het een topproduct, volgens Louise. Als dat zo is, kunnen de bakstenen dan ook een derde keer worden hergebruikt? “Helaas niet”, vertelt Jan. “Enkel uit bakstenen gebouwen die met kalk gemetst werden, kunnen wij de stenen recupereren. En tegenwoordig wordt enkel nog cement gebruikt. Doodzonde, want elke dag zouden wij 3 ton kalk – kalk die we van de stenen schrapen – kunnen recupereren om opnieuw huizen mee te metsen. Metsen met kalk levert ook minder barsten op en het oogt bovendien ook een pak mooier.”
“Franck levert in se geen bouwmaterialen aan”
“Daar komt dan nog eens bij dat kalk CO2 uit de lucht haalt wanneer het verhardt”, vertelt Lionel Devlieger van Rotor. Hij moest niet lang nadenken toen hem werd gevraagd aan wie zijn vzw de Circubuild-award wou doorgeven. “Wij kozen voor Franck omdat om circulair bouwen mogelijk te maken, meer nog dan de technologieën en digitale tools errond, het menselijk kapitaal cruciaal is; de knowhow die doorgegeven wordt van generatie op generatie. En daar staan Jan en Louise natuurlijk voor. Het recupereren van bakstenen is zoals Jan terecht zegt een metier dat eigenlijk al even oud is als de bakstenen zelf. Maar intussen is dat beroep bijna uitgestorven. In de 20ste eeuw hebben we veel collega’s van Jan en Louise zien verdwijnen. Daarom mag Franck wel eens in de spotlights worden geplaatst. Ook omdat het klimaat voor hun activiteiten vandaag opnieuw gunstiger is. Wat Rotor betreft is dit (wijst naar een baksteen op de tafel, red.) de groenste baksteen die momenteel te verkrijgen is.”
“Het meest bijzondere aan het verhaal van Franck is dat het bouwmaterialen aanlevert, maar tegelijkertijd ook helemaal niet. Franck ontgint immers geen nieuwe grondstoffen. Dat is een groot verschil met veel andere bedrijven die ook bestempeld worden als circulair. Veel van die bedrijven teren toch nog op nieuwe grondstoffen. Wij zijn bij Rotor van mening dat die bedrijven niet als circulair zouden mogen worden beschouwd, omdat zij nog steeds een lineaire logica toepassen in hun productieproces. Franck sluit de cirkel écht.”
Voorwaarde voor btw-verlaging op sloop- en renovatiewerken
Het is de bedoeling dat elke winnaar van de Circubuild-award een pijnpunt benoemt waar circulair bouwen voorlopig nog mee kampt. Devlieger haalt het feit aan dat het recupereren van bouwmaterialen niet aan bod komt in de discussie rond de verlaging van de btw voor sloop- en renovatiewerken naar 6%. “Voor die algemene verlaging wordt vanuit de bouwsector al een tijdje geijverd. Op zich is dat voorstel nobel gemotiveerd: zo kunnen we sneller en makkelijker hoogwaardig geïsoleerde gebouwen realiseren die op vlak van operationele energie weinig verbruiken. Het recupereren van bouwmaterialen komt daarbij echter niet aan bod. Dat is een gemiste kans. Wij vinden dat als er zo’n maatregel komt, die gekoppeld moet worden aan een aantal voorwaarden op dat vlak. Dat die btw-verlaging naar 6% enkel kan wanneer er bij de sloop ook materialen gerecupereerd worden of in het geval van renovatie herwonnen materialen worden toegepast, bijvoorbeeld. Je zou aannemers er contractueel kunnen toe verbinden zo veel als mogelijk circulaire bouwmaterialen toe te passen.”
Devlieger staat erop te eindigen met een positieve noot. “België is op het vlak van het recupereren van bakstenen allicht één van de koplopers in Europa. En ook wereldwijd vormen bakstenen een belangrijk aandeel van het percentage bouwmaterialen dat wordt hergebruikt. Dat laatste percentage bedraagt in Noordwest-Europa voorlopig wel nog steeds maar 1%. Dat moet in de komende jaren absoluut de hoogte in.”