Nieuw technisch centrum van Stad Mortsel is aanpasbaar en demonteerbaar (stil(l)architectuur)
In Mortsel verhuisde de technische dienst van de stad eind vorig jaar van de Sint-Benedictusstraat naar het Technisch Centrum Mortsel aan de Heirbaan. Dat gloednieuwe onderkomen werd ontworpen door stil(l)architectuur en is niet alleen eenvoudig aanpasbaar, maar ook demonteerbaar. Stil(l)architectuur werkte voor het ontwerp samen met ingenieursbureau ben verbeeck en partners (stabiliteit), Bureau More (speciale technieken), Veco Construct (EPB-verslaggeving) en Vinco Engineering (veiligheidscoördinatie). De uitvoering van het project was in handen van dhulst’.
Het Technisch Centrum Mortsel, waar zo’n twee jaar aan gebouwd werd, kwam er omdat het onderkomen van de technische dienst – die bestaat uit een negentigtal personeelsleden – aan de Sint-Benedictusstraat verouderd was en plaats moest ruimen voor een nieuw te bouwen wijk met zo’n zeventig woongelegenheden. De ligging van die nieuwe locatie aan het recyclagepark draagt bij aan een efficiëntere werking van de technische dienst. Machines die nog goed waren, verhuisden met de technische dienst mee naar de nieuwe thuisbasis aan de Heirbaan.
Perceel meer dan de helft kleiner dan vorige site
Initieel was het de bedoeling van stil(l)architectuur om de structuur van het gebouw op te trekken met houten balken, kolommen en vloeren en het ontwerpbureau ontwierp de structuur ook als dusdanig. Een sterke toename van de houtprijs in de ontwerpfase noopte de projectpartners er echter toe toch te kiezen voor betonnen structurele elementen. Het betonnen skelet bleef evenwel zoals gepland demonteerbaar.
Maar het gebouw is ook makkelijk aanpasbaar, dankzij een doordachte schakeling van functies, het feit dat de gevels en binnenwanden niet-dragend werden geconcipieerd en het aan de buitenkant van het gebouw plaatsen van de circulatiezone.
Die laatste ingreep kaderde ook in het maximaliseren van het ruimtelijke rendement van het gebouw. Met 5.269 m² was het bouwperceel immers meer dan de helft kleiner dan de site van de technische dienst in de Sint-Benedictusstraat, die zo’n 12.000 m² groot was.
Isolatie van lokaal geoogst stro
Hout werd evenwel niet helemaal uit het project geweerd. Zo bleef de keuze voor houten dakbalken wel overeind. Daarnaast bestaat de gevel uit geprefabriceerde houtskeletpanelen. Die werden opgevuld met isolatie gemaakt van lokaal geoogst stro. Ook de niet-brandcompartimenterende binnenwanden werden zo opgebouwd. De gevelplint en kroonlijst bestaan dan weer uit thermisch behandeld hout en het buitenschrijnwerk uit gelamelleerd hout.
De gevel werd afgewerkt met gevelpanelen uit polycarbonaat omdat dit financieel de beste keuze bleek en zo een zekere transparantie naar de omgeving wordt bekomen. Ecologisch kan je dat materiaal uiteraard niet noemen, maar de panelen zijn wél demonteerbaar met het oog op hergebruik.
De vloeren in het nieuwe gebouw werden waar mogelijk afgewerkt met linoleum, een van de meest milieuvriendelijke vloerbedekkingen op de markt.
Geothermie en zonnepanelen
Het Technisch Centrum Mortsel wordt verwarmd met een geothermische warmtepomp, die in de kantoorruimte, kleedkamers en refter, waar telkens vloerverwarming ligt, ook voor passieve koeling kan zorgen.
Op die vloerverwarming na zijn alle technieken in het nieuwe gebouw in opbouw geplaatst zodat ze gemakkelijk bereikbaar en vervangbaar zijn.
Alle daken van het Technisch Centrum Mortsel zijn groendaken en maximaal uitgerust met zonnepanelen.
In samenwerking met natuurorganisaties wordt op dit moment ook nog werk gemaakt van de integratie van voorzieningen voor vleermuizen en vogels, gezien de nabijheid van natuurgebied Klein-Zwitserland.
Kortom, met een eenvoudig aanpasbare indeling – dankzij niet-dragende (binnen)wanden en technieken in opbouw, biogebaseerde bouwmaterialen waar het economisch haalbaar was, een duurzaam energieplaatje en de mogelijkheid om het gebouw ooit schadeloos te demonteren, is het Technisch Centrum Mortsel een voorbeeld van een toekomstbestendig gebouw.