Nieuwe versie GRO bevat volledig thema gewijd aan circulair bouwen
In de nieuwe versie van GRO, een instrument om de duurzaamheid van bouwprojecten te meten en te vergroten, werd onder meer het circulaire gedeelte helemaal herzien. Waar de eerdere versie van de duurzaamheidstool circulair bouwen meer transversaal behandelden, wijdt GRO 2025 een volledig thema aan het duurzame bouwprincipe. GRO 2025 werd ontwikkeld door de drie gewesten samen, daar waar de tool aanvankelijk enkel in Vlaanderen bestond.
Dat circulair bouwen nu een volwaardig thema geworden is in GRO, naast zes andere thema’s, benadrukt het toenemende belang dat de drie gewesten aan het onderwerp hechten.
Om in elk moment van het bouwproces duurzaamheid te kunnen integreren, is de vernieuwde tool opgebouwd volgens drie zogeheten levels: Level 0 – Contextanalyse, Level 1 – Concept en Level 2 – Design. In het eerste level wordt de context van het project geanalyseerd, vervolgens wordt in Level 1 gefocust op de uitwerking van een duurzame visie op het ontwerp van het project en daarna worden in Level 2 de effectief bereikte prestatieniveaus geëvalueerd, volgens verschillende criteria per thema.
Het thema circulair bouwen komt aan bod in de drie levels en wordt in het laatste level opgedeeld in vier criteria, die alle als doel hebben materiaalkringlopen te sluiten door slimmer te ontwerpen: CIRC1 – Recuperatie, CIRC2 – Ruimtelijke omkeerbaarheid, CIRC3 – Technische omkeerbaarheid en CIRC4 – Levenscyclusanalyse. Elk criterium peilt naar de circulariteit van het gebouw op een bepaald gebied, zodat de ontwerpers vervolgens kunnen beoordelen of de originele ambities bereikt zijn.
Het eerste criterium, CIRC1 – Recuperatie, is enkel van toepassing op bestaande gebouwen. Onder dat criterium wordt de mate gemeten waarin materialen uit een bestaand project worden gerecupereerd. Teruggewonnen materialen kunnen ter plaatse worden gebruikt of voor andere doeleinden worden aangewend. Het is in wezen een evaluatie van de effectieve terugwinning.
Onder CIRC2 – Ruimtelijke omkeerbaarheid wordt zowel de monofunctionele als multifunctionele aanpasbaarheid beoordeeld. Monofunctionele aanpasbaarheid geldt voor gebouwen die ontworpen werden voor één specifieke functie en binnen die functie aangepast kunnen worden aan veranderende omstandigheden of behoeften. Multifunctionele aanpasbaarheid houdt in dat een gebouw gemakkelijk verschillende functies kan hebben gedurende zijn levensduur.
Onder CIRC3 – Technische omkeerbaarheid, wordt beoordeeld in welke mate een element schadeloos kan worden gedemonteerd en in welke mate zo materialen kunnen worden teruggewonnen met het oog op hergebruik – al dan niet na een upgrade. De beoordeling gebeurt zowel op element- als componentniveau.
Tot slot wordt onder CIRC4 – Levenscyclusanalyse de milieu-impact van de gebruikte en hergebruikte materialen geëvalueerd, middels een levenscyclusanalyse van elk materiaal met behulp van de TOTEM-tool.
GRO 2025 is hier te downloaden.
Franse vertaling Gids ‘Hoe maak ik mijn gebouw toekomstgericht?’
De verschillende gewesten werkten daarnaast ook nog samen rond een publicatie over circulair bouwen. OVAM, de Vlaamse Openbare Afvalstoffenmaatschappij, initieerde de gids ‘Hoe maak ik mijn gebouw toekomstgericht?’ en Leefmilieu Brussel, de Brusselse openbare instelling die een uitgebreid gamma aan bevoegdheden beheert op het vlak van milieu, dierenwelzijn en energiebeleid, vertaalde die gids recentelijk naar het Frans. Leefmilieu Brussel verspreidt de gids, zowel in het Nederlands al het Frans, via zijn online Gids Duurzame Gebouwen.
Het mag duidelijk zijn dat circulair bouwen ook over de Belgische taalgrenzen heen steeds meer ingang vindt.