De eer Circular Real Estate 2020 te openen, was weggelegd voor Pascal Smet, als staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor onder meer Stedenbouw. Met een indrukwekkende vastberadenheid deed hij zijn actieplan uit de doeken om de kwaliteit van de architectuur en publieke ruimte in de hoofdstad naar een hoger niveau te tillen, mét aandacht voor circulair bouwen. “Kaalslag mag niet de standaardoptie zijn in Brussel, een proactieve en uitdagende overheid is daarbij nodig”, klonk het stellig.
Hij is een ingeweken Brusselaar afkomstig uit het Waasland, maar de liefde waarmee Smet tijdens Circular Real Estate – via een videoverbinding – sprak over de hoofdstad en met name over de Brusselse architectuur, deed het tegendeel vermoeden. Als Brussels staatssecretaris belast met onder meer Stedenbouw en Erfgoed zet hij zich vandaag met hart en ziel in voor betere en meer duurzame architectuur in de hoofdstad. Hij ontwikkelde daarvoor een duidelijke visie gestoeld op vier uitdagingen. “Om Brussel een smoel te geven”, zoals hij een aantal keer zou herhalen.
“Circulariteit in brede zin is de uitdaging van de toekomst”, begon Smet zijn introductiespeech. “Ook Brussel zet daar hard op in. Dat is een eerste uitdaging: net zoals wij een aantal jaar geleden voortrekker waren op het vlak van passiefbouw, willen we nu een voorbeeld zijn als het gaat over circulair bouwen. Zonder het verhaal te herleiden naar energiezuinig bouwen, wat nog te vaak gebeurt. Circulair bouwen gaat verder, het is een evolutief concept dat ook gaat ook over hergebruik van materialen en aanpasbaar ontwerpen.”
“De tweede uitdaging sluit aan bij de eerste en is simpel. Daar kan ik dus kort over zijn: een hoog ambitieniveau hanteren als het gaat over circulair bouwen moet altijd het uitgangspunt zijn.”
De derde uitdaging klonk concreter. “Om meer circulair te bouwen in Brussel, is een proactieve en uitdagende overheid nodig. We moeten als overheid bij het afleveren van vergunningen voor bouwprojecten niet langer reactief regeltjes controleren, maar een anticiperende werkpartner worden. De Brusselse Bouwmeester en zijn team steken de hand uit naar bouwheren en ontwerpers en nodigt hen uit tot permanente en constructieve dialoog van in het prille begin van een project, wettelijk voorzien als projectvergaderingen. De discussie over duurzaamheid en circulariteit krijgt een elementaire plaats in die vergaderingen. Wanneer het plan is om af te breken en een nieuwbouw neer te poten, dan zal hard moeten worden gemaakt dat dat echt de meest duurzame oplossing is. Kaalslag mag niet de standaardoptie zijn”
Transparantie en participatie
“Een vierde en laatste aandachtspunt focust op transparantie en participatie. Een vergunning afleveren voor een project dat wordt uitgewerkt achter gesloten deuren, zal in Brussel niet meer gebeuren. Eventuele andere gebruikerspistes van het project kunnen naar voren komen wanneer omwonenden worden geconsulteerd, zodat het draagvlak voor het project groter wordt. Zo bouwen we niet alleen een stad voor, maar ook door mensen.”
Na Smets introductie volgden er nog enkele interessante vragen uit het publiek, die een even interessant antwoord kregen. Of Smet heil ziet in stimuli voor circulair bouwen, was zo'n vraag. “Die zijn zeker niet uitgesloten,” repliceerde de staatssecretaris, “maar Brussel staat er financieel, net zoals de andere regio's in ons land, niet zo goed voor. Bovendien vind ik het ook niet normaal dat er fiscale triggers nodig zijn om goed gedrag tot stand te brengen."
‘Beoogt de Brusselse regering een verkorting van de doorlooptijd van een vergunningsaanvraag’, luidde een andere vraag. “Ja”, was Smet duidelijk. “Daarom zijn we volop bezig met het automatiseren van het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning. Het een en ander zal ook sneller gaan als we in projectvergaderingen duidelijk afspreken wat kan en niet kan, vandaar dat het zo belangrijk is daar vroeg mee te beginnen. We hebben nog werk, maar het is de bedoeling om nog deze legislatuur die doorlooptijd te verkleinen. De deal die ik daarbij wil maken is de volgende: als wij de vergunning sneller afleveren, win je als promotor geld. Dat geld moet dan aangewend worden om de duurzaamheid van het project te vergroten."
Een toehoorder wilde tot slot ook nog weten wat Smet vindt van het idee om het btw-tarief te beperken tot 6% voor sloop en heropbouw? “Daar ben ik geen voorstander van, want dan motiveer je tot sloop en dat kan nooit de bedoeling zijn. Slopen moet enkel gebeuren wanneer het echt niet anders kan. We werken daarom ook aan manieren om hergebruik van materialen aantoonbaar te maken."
Het mag duidelijk zijn: als de daadkracht om van circulair bouwen de norm te maken in Brussel even groot is als de liefde waarmee Pascal Smet sprak over de hoofdstad en haar architectuur, staat het Brussels vastgoed een duurzame metamorfose te wachten.