Pijnpunt voor circulair bouwen: echte mindshift nodig

Architectura.be Podcast ging met Roos Servaes van Vlaanderen Circulair en Waldo Galle van VUB in gesprek over circulair bouwen en de struikelblokken in de transitie ernaartoe. In een vervolgreeks op deze website brengen we de neerslag van de tien besproken pijnpunten, in evenveel artikels. In dit artikel leest u de mening van de experten over het achtste en misschien wel grootste struikelblok: het feit dat er een echte mindshift nodig is om van circulair bouwen de norm te maken, net in een sector die de stempel draagt heel traditioneel te zijn.

“Die mindshift is inderdaad een systematisch knelpunt. Maar je mag niet vergeten dat we nog maar aan het begin van het verhaal zitten”, vertelde Servaes in de podcast van onze zusterwebsite. “Wellicht kan de overheid op dat vlak meer inspanningen doen. Al helpen prikkels die je met de neus op de feiten drukken natuurlijk altijd beter. Zo was afgelopen zomer de vierde waarin we met extreme droogte te maken kregen en nu zie je toch dat er op het vlak van duurzaam waterbeleid het een en ander beweegt. Ook in de bouwsector gaan er ooit soortgelijke problemen – tekorten en daardoor prijsstijgingen, maar zelfs uitputtingen – voorkomen dus het is een kwestie van tijd. Al is het natuurlijk voor iedereen beter om zo’n momenten voor te zijn. Dus we hebben er alle belang bij te sensibiliseren.”

Volgens Galle is die mindshift het moeilijkst te verwezenlijken bij de opdrachtgevers. “Omdat er voor hen te weinig incentives zijn om het over de circulaire boeg te gooien, maar ook omdat er bij hen nog altijd te weinig kennis is rond circulair bouwen om de bouwvraag anders te gaan formuleren. Maar die mindshift is in het algemeen een moeilijk verhaal. Het zit nu eenmaal in onze natuur om iets nieuws te vragen of kopen wanneer we er behoefte aan hebben. Kijken naar wat er al is doen we veel te weinig. Wanneer we dat wel gaan doen, gaan we in plaats van nieuwe materialen te kopen misschien ook restfracties overwegen, gaan we kijken hoe we de kringloop van bouwmaterialen kunnen sluiten, gaan we proberen gebouwen te zetten die langer meegaan enzovoort. Maar dat zal in dialoog moeten gebeuren, met iedereen die betrokken is bij de bouwsector. Er zitten zowel voor ontwerpers, aannemers, fabrikanten als voor de eindgebruiker genoeg winstkansen in.”


Product as a service

Servaes: “De complete doorbraak van product as a service zou natuurlijk veel kunnen faciliteren. Ik zie dat zeker gebeuren, maar een paar grote bouwheren zouden daarin samen met fabrikanten eens het voortouw moeten nemen. Dat model leent zich voorlopig immers beter voor grotere vastgoedprojecten dan in particuliere bouwprojecten, omdat je een bepaalde schaalgrootte nodig hebt om dat interessant te maken. Die grote bouwheren zouden kunnen laten zien dat het werkt. Maar laat ons niet te negatief zijn over de huidige toepassing van product as a service. Er zijn al producenten die dat vandaag uitrollen, zoals lichtspecialisten of fabrikanten van gevelsystemen.”

“Ik vind het toch verrassend dat er in de energiesector zo weinig wordt ingezet op product as a service”, reageerde moderator Rik Neven daarop. “Het plaatsen van verwarmingsketels bij particulieren, dat zou toch perfect volgens product as a service kunnen? Zoiets leent zich daar prima toe. Maar ik zie het zelden gebeuren.”

Galle: “Ja, maar het fragmenteren en het decentraliseren van particuliere verwarmingssystemen zorgt voor enorm veel onderhoud. En dan moet je misschien gewoon erkennen dat product as a service daar toch niet de ideale oplossing is. En dat we gewoon naar zeer degelijke, duurzame, upgradebare ketels moeten, of iets dergelijks. Als je energie meer centraal gaat opwekken en delen via verschillende modi, dan is product as a service veel interessanter. Eén firma kan dan instaan voor het beheer en onderhoud en dat is aantrekkelijker voor de eindgebruiker én de producent. Volgens mij heeft elk businessmodel een specifieke plek in onze diverse bouwwereld.”

Servaes sloot zich daarbij aan. “Afhankelijk van het type product dat je aanbiedt, is de ene formule al geschikter dan de andere. Er zijn verschillende circulaire verdienmodellen: product as a service met onderhoud en end-of-life-oplossing, een terugkoopgarantie, waarbij je als fabrikant de restwaarde van je product nog erkent maar geen hele service aanbiedt … De specifieke circulaire eigenschappen van een product maar ook de context en schaal waarbinnen het wordt toegepast zullen ongetwijfeld leiden tot de ontwikkeling van nog andere types”, besloot ze.

Deel dit artikel:

Onze partners