Architectura.be Podcast ging met Roos Servaes van Vlaanderen Circulair en Waldo Galle van VUB in gesprek over circulair bouwen en de struikelblokken in de transitie ernaartoe. In een vervolgreeks op deze website brengen we de neerslag van de tien besproken pijnpunten, in evenveel artikels. In dit artikel leest u de mening van de experten over het zesde struikelblok, het verdienmodel voor fabrikanten. Waarom zouden die investeren in iets wat zal resulteren in minder verkoop?
Producten voor circulair bouwen worden ontworpen met het oog op hergebruik en de bedoeling zo lang mogelijk mee te gaan. Het spreekt voor zich dat dat bij de bewuste fabrikanten niet bepaald als muziek in de oren klinkt. Hun verdienmodel is daar immers totaal niet op geënt. Product as a service kan een oplossing zijn, maar vergt een totaal andere aanpak van bedrijven en is daardoor nog lang geen gemeengoed.
“In de economie van vandaag zitten de inkomsten op een totaal andere plek dan in de economie van morgen, die circulair zal zijn”, opende Servaes. “Dus dat vraagt inderdaad een grote mindshift. De inkomsten zullen niet louter meer uit de verkoop van een product moeten worden gehaald, maar uit een jarenlange band die je aangaat met een bouwheer, aannemer of particuliere klant. Ik kan mij heel goed voorstellen dat daar bij fabrikanten heel wat weerstand rond is, omdat je een rol moet opnemen waar je absoluut geen ervaring in hebt en dat dus echt een stap in het onbekende is. Maar ik zou toch willen wijzen op de talloze voordelen: op lange termijn garanties hebben rond de terugname van bepaalde grondstoffen, wat strategisch echt een meerwaarde kan zijn, maar evengoed het feit dat je je expertise kan blijven aanbieden over de hele levensduur van een gebouw.”
Werkelijkheid dreigt ons in te halen
Galle: “De realiteit is vrij helder: bepaalde grondstoffen, onder meer koper, zink, aardolie en sommige zandsoorten, zullen over een aantal decennia niet meer op dezelfde manier bereikbaar en toegankelijk zijn voor fabrikanten, ook niet voor grote internationale spelers. En fabrikanten die in grote mate van die grondstoffen gebruikmaken, beseffen dat al heel goed. Die zijn nu volop aan het overschakelen naar een ander verdienmodel. Dat zijn bedrijven die soms al eeuwen bestaan, met wortels die teruggaan tot tweehonderd jaar en verder. Die willen minstens nog eens zo lang bestaan.”
Servaes: “Een circulair businessmodel toepassen is natuurlijk iets makkelijker voor start-ups of jonge bedrijven, die ‘from scratch’ starten. Voor bedrijven die al heel wat generaties meegaan, zal het eerder stapsgewijs gebeuren. Dat is ook logisch, ze kunnen niet ineens zomaar hun klassieke verdienmodel overboord gooien. Het zal tijd vragen, maar het draagvlak bij de klanten zal ook alleen maar groter worden, dus het lijkt me de logica zelve te investeren in een circulair verdienmodel.”
In deze FAQ lees je meer over het verdienmodel van product as a service, een van de meest genoemde circulaire businessmodellen.