Er wordt weleens beweerd dat Nederland verder staat inzake circulair bouwen dan België. Roos Servaes van Vlaanderen Circulair en Bart Cobbaert van DENC!-STUDIO zijn het daar echter niet helemaal mee eens. “Ik denk niet dat wij het veel slechter doen dan Nederland, maar wij stellen ons nu eenmaal nogal bescheiden op en nemen ook niet altijd de tijd om alles uitgebreid te documenteren”, vindt Servaes.
De (Duits-)Nederlandse architect Thomas Rau wordt vaak gezien als dé goeroe wanneer het gaat over circulair bouwen, de Nederlandse overheid treedt op dat vlak heel faciliterend op en het meer dan in België homogene en repetitieve karakter van het particuliere woningpatrimonium in Nederland leent zich ook beter tot standaardisatie, belangrijk in de transitie naar circulair bouwen. Om die en ook nog verschillende andere redenen wordt vaak beweerd dat België achterloopt in de transitie naar circulair bouwen ten opzichte van zijn noorderburen. Roos Servaes van Vlaanderen Circulair en Bart Cobbaert van DENC!-STUDIO, die beiden veel ervaring hebben met circulair bouwen, zien dat toch anders.
“Ik wil niet expliciet ja of neen antwoorden op de vraag of wij minder ver staan op het vlak van circulair bouwen dan Nederland, maar ik denk niet dat we moeten zeggen dat we achterlopen”, vindt Servaes. “Ik stel vast dat wij met Vlaanderen Circulair heel vaak bevraagd worden door Nederlandse bedrijven en instanties op dat vlak. Zij zijn nieuwsgierig naar onze ontwikkelingen op het gebied van circulair bouwen de laatste jaren. Typisch aan Nederlanders is dat ze het heel goed kunnen uitleggen. En ik denk dat wij misschien een beetje te bescheiden zijn. En we nemen ook niet altijd de tijd om uitgebreid te documenteren waar we op het vlak van circulair bouwen mee bezig zijn of staan. Ik hoop dat we daar de komende jaren wat meer werk van gaan maken.”
“We hebben in Vlaanderen nu gelukkig wel een werkagenda Circulair Bouwen. We gaan zo meer handen en voeten geven aan dat circulaire verhaal. We willen aan het einde van het jaar ook een concreet beeld geven van welke concrete acties er al zijn ondernomen en wat er al is.”
Versnipperd België
Bart Cobbaert van DENC!-STUDIO is dezelfde mening toegedaan. “Ik denk ook niet dat we achterlopen, maar wel dat we snel op achterstand kunnen komen. België is meer versnipperd dan Nederland, met een federale en regionale overheden, dat maakt de zaken er niet makkelijker op. Het is vooral een kwestie van: hoe bereiken wij in de transitie naar circulair bouwen ons versnipperd landschap op een voldoende snel tempo?”
“Ook het opdrachtgeverschap is in België compleet anders dan in Nederland. Wij moeten hier telkens opnieuw de opdrachtgever overtuigen van het ecologisch en maatschappelijk nut van circulair bouwen. In Nederland bouwt men zelden slechts één project met een opdrachtgever of ontwikkelaar. Eens je die overtuigd hebt van het nut van circulair bouwen, volgens er dus makkelijk andere circulaire projecten.
Servaes en Cobbaert schetsen zo enige nuance bij een FAQ die wij met Circubuild al weten aan het onderwerp. Ze deden de uitspraken in een architectura.be Podcast, die georganiseerd werd naar aanleiding van de Belgian Building Awards, waarop ze gelauwerd werden voor hun inspanningen en realisaties op het vlak van circulair bouwen. Ook Sven Grooten van B-architecten nam deel aan die podcast, omdat ook een van de circulaire projecten van zijn bureau in de prijzen viel, Mundo-a in Borgerhout. Hij heeft echter niet zo’n uitgesproken mening over het thema. “Ik denk alleen wel dat ze in Nederland een heel andere bouwtraditie hebben. In België bouwen we toch nog altijd met het idee dat het gebouw 50, 60, 70 … jaar zal blijven staan. In Nederland worden gebouwen en zelfs hele stukken stad veel sneller afgebroken en vernieuwd. Ik heb er geen idee van hoe ze daar met circulair bouwen bezig zijn, maar ze hebben alleszins wel een veel meer veranderingsgerichte vorm van stedenbouw dan wij.”