“Indien een opdrachtgever of investeerder zelf gebouweigenaar blijft, heeft hij er alle belang bij om dat gebouw toekomstbestendig en dus veranderingsgericht te concipiëren en bouwen. Zo kan zijn investering ook op langere termijn voldoen aan nieuwe noden, wat dan weer zorgt voor een goed rendement.” Aan het woord is Roos Servaes, die vanuit Vlaanderen Circulair elke dag aan de kar trekt om de circulaire economie meer ingang te laten vinden, ook in de bouwsector. Servaes is dan ook een van de sprekers op het interactief webinar dat Schüco en Redactiebureau Palindroom organiseren op 19 oktober en waarin ze enkele specialisten samenbrengen om het te hebben over circulair bouwen en de rol van de investeerder daarin. Het webinar is gratis te volgen. Inschrijven kan via deze link.
“We gebruiken met de bouwsector 50% van alle grondstoffen, genereren 30% van de afvalstromen en 40% van de koolstofvoetafdruk wereldwijd is gelinkt aan bouwen en bouwwerken. Het spreekt dan ook voor zich dat vanuit het beleidsdomein Omgeving van de Vlaamse overheid – van waaruit Vlaanderen Circulair onder meer wordt aangestuurd – het verminderen van de voetafdruk van ons gebouwenpatriumonium in functie van de klimaatdoelstellingen, maar ook algemeen in functie van de druk op onze leefomgeving – uitputting grondstoffen, fijnstof, verzuring, toxiciteit … – prioritair is”, steekt Roos Servaes van wal. “Je gebouwen zo ontwerpen en bouwen dat ze ook in de toekomst kunnen tegemoet komen aan nieuwe noden is de grote uitdaging in deze snel evoluerende maatschappij: we noemen dat veranderingsgericht bouwen en het is te beschouwen als één van de circulaire strategieën.”
Naast veranderingsgericht bouwen bestaat een andere belangrijke circulaire strategie erin om de materiaalvoorraden voor de toekomst te garanderen. “Dat kan je realiseren door materialen zo te monteren dat ze achteraf vlot(ter) te demonteren zijn voor hergebruik of hoogwaardige recyclage.”
Korte versus lange termijn
Wil de circulaire economie ten volle doorbreken in de bouwsector, is het uiteraard van belang dat ook opdrachtgevers en investeerders er voluit op inzetten. Toch zijn volgens Servaes vooral private investeerders nog niet voldoende op de hoogte van circulaire bouwstrategieën, en is er weinig kennis over wat er vandaag al mogelijk is, terwijl ook zij baat hebben bij een circulaire bouwsector. “Indien een opdrachtgever of investeerder zelf eigenaar blijft, heeft hij er alle belang bij om zijn gebouw toekomstbestendig en dus veranderingsgericht te concipiëren en bouwen, zodat zijn investering aanpasbaar is en dus kan voldoen aan nieuwe noden zo een goed rendement kan brengen, op langere termijn”, klinkt het stellig.
“Concreet maakt ook het bouwen in diverse lagen – cf. het principe van de layers van Brand – dat bij onderhoud of updates van technische installaties veel vlotter en met minder kosten ingrepen kunnen gebeuren. Voorts kan ook de onzekerheid rond prijzen van materialen omwille van geopolitieke redenen en redenen van schaarste deels opgevangen worden indien de materialen maximum heringezet worden.”
De voordelen van een circulaire bouweconomie voor investeerders staan voor Servaes buiten kijf, maar in de praktijk zijn er een aantal hinderpalen die investeerders tegenhouden om er volop op in te zetten. “Naast onvoldoende kennis vormt ook de extra tijd – en dus extra geld – die in het begin van het aankoopproces moet gestoken worden – afwegen verschillende circulaire strategieën, partnerschappen doorheen de keten opzetten … – een drempel, terwijl dat verder in het proces wel opgevangen wordt”, zegt Servaes.
“Ook zijn een aantal van de circulaire strategieën vooral gericht op lange(re)termijnwinsten, zowel voor opdrachtgevers en investeerders als voor de bredere maatschappij. Investeerders kunnen via circulair bouwen een project realiseren dat op termijn meer rendement zal genereren, maar je moet daar als investeerder vandaag wel mee aan de slag willen gaan”, aldus Servaes.
Bij publieke opdrachtgevers is het bewustzijn volgens Servaes groter, maar daar zien we vandaag dat er nog moet gesleuteld worden aan de manier waarop circulaire bouwopdrachten in de markt kunnen worden gezet: concreet gaat het over hoe circulaire ambities moeten worden opgenomen in de bestekken en hoe de verschillende betrokkenen zowel vanuit ontwerpteam als aannemer vanaf het begin kunnen samenwerken aan technisch haalbare circulaire bouwoplossingen.
Hergebruik om materiaalschaarste op te vangen
Hoewel het laatste jaar de schaarste van een aantal materialen duidelijk heeft gemaakt in welke afhankelijke situatie de globalisering ons heeft gebracht, zien we vandaag volgens Servaes nog te weinig de urgentie en noodzaak in om materialen meer hoogwaardig in gesloten materiaalkringlopen te houden. “We zitten vandaag nog niet op een schaalgrootte die toelaat de voordelen van circulair bouwen volledig uit te spelen. In een ideaal scenario kunnen projectontwikkelaars en investeerders materialen uit vorige projecten opnieuw inzetten in nieuwe bouwwerken en op die manier biedt hergebruik heel wat financiële voordelen”, zegt ze.
Servaes is er trouwens van overtuigd dat – hoewel niemand daar op zit te wachten – nog meer schaarsheid van bouwmaterialen ertoe zal leiden dan men gedwongen zal zijn om materialen te beginnen recupereren uit ontmanteling van bouwwerken en versneld de manier van monteren van materialen of algemeen omgaan met materialen zal moeten herdenken.
Mindshift
Indien de noodzaak er is en de voordelen er zijn, rest ons nog de logische vraag hoe we circulariteit interessanter kunnen maken voor investeerders. Daarin ziet Servaes een belangrijke rol weggelegd voor het wetgevend kader. “Binnen de Green Deal op Europees niveau is de ambitie uitgedrukt om te evolueren naar een circulaire economie. Specifiek voor de bouwsector ontwikkelen zich nu concrete trajecten zoals de Renovation Wave, waarbij de herziening van de wetgeving is gepland. Het verder verankeren van circulaire ambities en doelstellingen in die wetgeving is nodig, om zo concretere handvatten te bieden aan hen die effectief ook de investeringen willen maken maar vandaag het concurrentieel voordeel – financieel op korte termijn – niet hebben”, aldus Servaes.
Servaes ziet ook heil in experimenten en projecten met bouwwerken die bijvoorbeeld tijdelijk een nood invullen zodat investeerders maar ook aannemers en bouwmateriaalproducenten in de praktijk kunnen leren wat het loont om gebouwen als materiaalbanken op te trekken: “Het informeren en sensibiliseren van architecten en beslissingsnemers zal ook een mindshift veroorzaken waardoor circulaire opties meer kans maken.”
Interactief webinar
Wie niet genoeg krijgt van de interessante visie van Roos Servaes, hoeft niet te treuren. Ze is op 19 oktober een van de sprekers die aanschuift tijdens het interactief webinar dat Schüco en Redactiebureau Palindroom organiseren in de gebouwen van Living Tomorrow in Vilvoorde. Het webinar handelt over circulair bouwen met focus op de rol van de investeerder. Onder meer volgende vragen zullen de revue passeren: wat betekent circulair bouwen voor een opdrachtgever of investeerder? Welke invloed heeft de transitie ernaartoe op keuzes die de investeerder maakt bij het opstarten en ontwikkelen van een project? Welke zijn de financiële en juridische valkuilen?
De andere specialisten die naast Roos Servaes plaatsnemen aan tafel om over die vragen te debatteren, zijn Jan Moens (Bureau Bouwtechniek), Joachim De Vos (Living Tomorrow), Catherine Vangilbergen (Van Roey Vastgoed), Jonas Voorter (UHasselt), Geert Michels (Schüco), Sunita Vanheers (SuReal) en Jonas Waerniers (Houben). Moderator van dienst is Rik Neven (Redactiebureau Palindroom).
Het webinar volgen kan gratis, maar inschrijven is wel noodzakelijk. Dat kan via de link in de inleiding van dit artikel.