Stephan Kampelmann van Sonian Wood Coop ontvangt Circubuild-award

Sonian Wood Coop is de nieuwe winnaar van de Circubuild-award. BC materials besliste de prijs door te geven aan dat bedrijf uit Brussel "omdat het de moed had om te proberen een einde te maken aan de absurde situatie waarbij de natuurlijke kap en resten van het Zoniënwoud verscheept worden naar Azië om dan later verwerkt terug te komen naar ons land." Cofounder en Managing Director Stephan Kampelmann mocht de prijs gisteren ontvangen uit handen van Anton Maertens op de studiedag Circulair & Modulair Vastgoed, een event van SPRYG Real Estate Academy waar Circubuild mediapartner van was.

Sonian Wood Coop bestaat inmiddels drie jaar en werd mee opgericht door Stephan Kampelmann. Het bedrijf uit Brussel zweert bij lokale productie van houtproducten, zoals meubels op maat, parket, gevelbekleding of andere afwerkingsproducten voor de bouw. Het bedrijf werkt daarvoor samen met Belgische boseigenaars, zagerijen, timmerlieden en andere partners. De grootste grondstoffenbron voor Sonian Wood Coop is het Zoniënwoud in Brussel, maar het bedrijf verwerkt ook zogenaamde straatbomen of hout afkomstig van bomen uit particuliere tuinen. "Bomen die nooit aangeplant werden met het idee hun hout te gebruiken, maar als ze moeten verdwijnen, waarom dat dan niet doen?", vertelde Kampelmann.


Positieve impact op verschillende vlakken

Voor een zaal met een 60-koppig publiek legde Anton Maertens uit waarom BC materials, ook uit Brussel, voor hem en Sonian Wood Coop had gekozen als de nieuwe winnaar van de Circubuild-award. "Sonian Wood Coop had drie jaar geleden de moed om te proberen een einde te maken aan de absurde situatie waarbij de natuurlijke kap en resten van het Zoniënwoud, een van de grootste bossen in België, verkocht werden aan Azië om daar te worden verwerkt en vervolgens, bij wijze van spreken, als tandenstokers opnieuw te worden verkocht aan ons land en de rest van Europa."

"Door in te zetten op de herwaardering van lokaal hout, creëert Sonian Wood Coop niet alleen een positieve impact op het milieu, dankzij de knip in transportemissies, maar ook op de gezondheid, want hout, hernieuwbaar en maximaal herbruikbaar, is een heel gezond materiaal, zonder zogenaamde VOC's. Daarnaast vergroot het bedrijf ook de kennis rond de toepassing van hout in bouw en design en versterkt het door die lokale manier van werken het ecosysteem van zowel houtbewerkers en -bouwers en ontwerpers die met hout werken."

"Daarenboven zijn hout en aarde (BC materials produceert leembouwproducten met aarde afkomstig van lokaal grondverzet, red.) naast natuurlijke ook zeer complementaire bouwmaterialen: hout is sterk en kan structureel gebruikt worden, terwijl leem zorgt voor akoestiek, thermische massa en brandwerendheid."


Wind in de zeilen 

Kampelmann, die zei blij en trots te zijn met de erkenning, gaf toe dat het bedrijf kort na de oprichting wel de wind in de zeilen kreeg door de coronacrisis. " Toen wij drie jaar geleden het idee bekendmaakten dat wij ons nieuwe bedrijf zouden bouwen rond de korte keten en enkel hout uit België wilden gebruiken voor onze producten, werd daar redelijk smalend over gedaan. Het verdienmodel zou niet levensvatbaar zijn door een te kleine schaal en te hoge kosten als gevolg daarvan. Niet veel later brak echter de coronacrisis uit en was de belevering van ons land met buitenlands hout ineens geen evidentie meer. De prijzen van dat hout gingen bijgevolg de hoogte in en dat heeft ons concurrentieel gemaakt. Wij verwachten dat de oorlog in Oekraïne een soortgelijk effect zal sorteren. Zowel de pandemie als de Russische invasie in Oekraïne zijn natuurlijk te betreuren, maar ze tonen wel aan dat lokale productie duurzaam is."

Sonian Wood Coop koopt het Belgische hout aan op stam en maakt er dus meubels op maat, parket, gevelbekleding en andere bouwmaterialen van. Soms verkoopt het bedrijf het aangekochte hout ook gewoon onverwerkt door. Zou het ontwikkelen van een circulair houtbouwsysteem niet mooi passen in de duurzame filosofie van het bedrijf? "Zeker en vast", was Kampelmanns antwoord. "Alleen staan in het Zoniënwoud en de rest van België voornamelijk eiken en beuken en voor een structureel houtbouwsysteem gebruik je betere sterkere houtsoorten."


Verschillende werkpunten

Zoals elke laureaat die de Circubuild-award doorgeeft aan een nieuwe winnaar moest Maertens daarna ook nog het grootste pijnpunt benoemen waar circulair bouwen volgens hem vandaag nog mee kampt. "Bij wijze van uitzondering zou ik toch willen vragen of ik er enkele mag benoemen", vertelde hij. "En ik zou liever spreken over werkpunten dan over pijnpunten. Enerzijds omdat pijnpunt zo negatief klinkt en de aandacht wat weghaalt van alle vordering die de laatste jaren wel al gemaakt is op het vlak van circulair bouwen en anderzijds omdat ik deze studiedag niet op een valse noot wil laten eindigen."

"Ten eerste is er de te geringe capaciteit. Er zijn relatief weinig aannemers die circulaire materialen en processen goed beheersen, wat ook te begrijpen is omdat de bouwsector al decennialang lineair werkt. Anderzijds werkte men vóór de 19de eeuw in principe wel altijd circulair, met natuurlijke materialen die hergebruikt werden. Het vraagt tijd en capaciteitsopbouw om mensen opnieuw vertrouwd te maken met, als ik dan naar de activiteiten van BC materials kijk, circulaire materialen als leempleister en zeker met stampleem. Vandaar dat wij met BC materials workshops organiseren, onder andere in samenwerking met Sonian Wood Coop om de synergie tussen hout en aarde te tonen."

"Ten tweede, en het is hier vandaag al een paar keer aangehaald, moet de regelgeving circulair bouwen meer stimuleren. De bouwsector is zeer gereguleerd, via allerhande normen, certificaten en labels. Die zijn allemaal wel haalbaar voor circulaire bouwmaterialen, want die scoren daar vaak veel beter in dan hun traditionele alternatieven, maar het vraagt tijd, ruimte en middelen om al die zaken te behalen, waardoor de 'uptake' traag verloopt. Wij vinden trouwens ook dat bouwheren zich niet mogen verstoppen achter de vraag naar labels."

"Een voorlaatste werkpunt situeert zich op financieel vlak, maar zal weldra misschien geen werkpunt meer zijn. De globaliseringslogica heeft ervoor gezorgd dat het vaak en bijna systematisch goedkoper was om nieuwe materialen te kopen en ze soms van zeer ver te importeren. De klimaatopwarming, maar ook COVID-19 en de oorlog in Oekraïne zoals Stephan al aanhaalde, maken pijnlijk duidelijk dat er limieten zijn aan dat model en zorgen nu al voor prijscorrecties. Lokale bouwmateriaalproducenten die die globaliseringslogica niet omarmd hebben hoeven hun klanten vandaag géén zware prijsstijgingen voor te schotelen."


"Moed tonen"

"Tot slot, en ook dat is hier vandaag al enkele malen vermeld, zou ook de overheid als publieke speler nog meer het goede voorbeeld moeten geven door in openbare aanbestedingen circulaire criteria te integreren en ze zelfs op de eerste plek te zetten. De kleinere publieke spelers, steden en gemeenten dus, zouden bij dat integreren actief geholpen moeten worden."

"Uiteindelijk", zo besloot Maertens, "gaat circulair bouwen toch ook over een stuk moed tonen. Maar die aanvankelijk iets moeilijkere weg zal op de middellange en lange termijn vruchten afwerpen, zowel economisch, sociaal als ecologisch. Voor ons allemaal. Die moeilijkere weg moet daarom de standaard worden."

Volgende week volgt op Circubuild een verslag van de studiedag Circulair & Modulair Vastgoed die SPRYG op 29 maart organiseerde in het Best Western Plus Aldhem Hotel in Grobbendonk.

Deel dit artikel:

Onze partners