Studiedag Circulair & Modulair Vastgoed 2022: circulair bouwen lijkt fase van theoretische praatjes voorgoed voorbij (deel 2)

Als er iets is dat we moeten onthouden van de studiedag Circulair & Modulair Vastgoed 2022 die SPRYG Real Estate Academy op 29 maart organiseerde in Grobbendonk, dan wel dat wanneer het gaat over circulair bouwen in Vlaanderen de kloof tussen theorie en praktijk steeds kleiner wordt. Getuige daarvan de talloze circulaire bouwprojecten die op het event werden toegelicht. Met circulaire businessmodellen, circulair aanbesteden en de juridische aspecten rond het duurzame bouwprincipe passeerden ook nog heel wat andere aspecten van circulair bouwen de revue. Toch resulteerde die brede benadering van het thema niet in wollige of weinig concrete uiteenzettingen. Het aanwezige publiek trok naar huis met tal van nieuwe inzichten en concrete handvatten. Vorige week brachten we al het eerste deel van een verslag van de boeiende studiedag. Vandaag serveren we deel 2.

Na de netwerklunch betrad Wim Van Aerschot van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Leuven (AGSL) het podium. Zijn presentatie was op z'n zachts gezegd kleurrijk. Zo begon hij zijn uiteenzetting met reacties van collega's – Leuvens accent incluis – die hij kreeg toen hij hen enkele jaren geleden meedeelde dat Leuven het voor de renovatie van zijn bestaande en de bouw van nieuwe stadsgebouwen en gebouwen van het AGSL voortaan over de circulaire boeg zou gooien, met als doel een pionier op het vlak van circulair bouwen te worden, iets was zeker bewerkstelligd werd. Een greep uit de citaten: "Maar hoe? Wij hoeven dus nergens iets in te slijpen of wat?", "Als we da nu gewoon mè lijm doen, dan bougeert da nooit niet meer" en "Die gaat hier toch niet blijven? Kom jong we slaan die al gauw bijeen!". Bij die laatste quote verduidelijkte Van Aerschot wel dat het om een bestaande kast ging en geen collega, wat op gelach werd onthaald.

Daarna legde hij uit welke weg de stad Leuven bewandelt om voortaan enkel nog circulair te (ver)bouwen. Op basis van de ervaringen in twee recente circulaire pilootprojecten van de stad Leuven, de circulaire renovatie van drie studio's en de tijdelijke reconversie van de bekende Silo's en de aangrenzende Molens van Orshoven naar een circulaire maakleerplek, stelde Leuven daarvoor een actieplan met 16 punten op. 


Verankering van 7 à 8 % hergebruik in Leuvense bouwprojecten?

"Mooi", klonk het uit het publiek. "En ook dat jullie dat willen doortrekken naar alle toekomstige bouw- en verbouwprojecten. Maar hoe schaal je als autonoom gemeentebedrijf zoiets op?"

"Wij hebben nu een 200-tal woningen in ons bezit, maar het is de bedoeling dat aantal te verdrievoudigen tegen 2030 en die extra woningen allemaal circulair te bouwen of renoveren. We hopen daarmee onze burgers te inspireren op dezelfde manier te bouwen en verbouwen. Op termijn zou een idee ook zijn om een verplicht hergebruik van 7 à 8 procent te verplichten in renovatieprojecten van Leuvense burgers. Dat percentage is niet heel hoog, maar zo blijft het wel haalbaar."

"Welke fout zou je niet meer maken?', wilde moderator Waldo Galle ook nog graag weten.

"Wij waren in een van de lopende projecten van plan om te werken met een bouwteam en hebben de aanbesteding ook zo in de markt gezet, maar we hadden geen enkele inschrijver. Uiteindelijk zijn we dan toch maar heel traditioneel op zoek gegaan naar een geschikte architect, maar vandaag merken we elke week in de werfvergadering dat de aannemers niet van bij dag één betrokken waren bij het project. Ze denken niet circulair mee of voeren bepaalde zaken uit gewoonte op klassieke niet-circulaire wijze uit … Het was een fout van ons om niet te volharden in onze eis te werken met een bouwteam", aldus Van Aerschot.


Vlaamse Overheid geeft goede voorbeeld

Na Van Aerschot was het aan Frank Geets, administrateur-generaal bij Het Facilitair Bedrijf. Die vastgoedpoot van de Vlaamse Overheid zet al een aantal jaren sterk in op circulair bouwen. Geets had het over die aanpak en ook over de lessons learned die Het Facilitair Bedrijf er al uit trok. Daarbij vertrok hij van een van de meest recente projecten van Het Facilitair Bedrijf, het eigen nieuwe circulaire kantoorgebouw dat momenteel gerealiseerd wordt in Brussel en de renovatie omvat van de voormalige WTC-torens aan het Noordstation. Dat project geldt inderdaad als een schoolvoorbeeld van circulair, zoals je kan lezen in dit artikel dat we er al over brachten op Circubuild.

"Beweren dat circulair bouwen duur is, is larie", stelde Geets heel duidelijk. "Je moet bij het realiseren van een gebouw altijd kijken naar de Total Cost of Ownership of TCO. Wel, na 20 jaar zal niemand nog iets geven voor een klassiek gebouwd gebouw, maar wel voor een circulair gebouw, een gebouw dat nog makkelijk aanpasbaar is dus. Vanuit die insteek was het circulaire ontwerp voor het Marie-Elisabeth Belpaire-gebouw (zo zal het nieuwe kantoorgebouw van het Facilitair Bedrijf heten, red.) de goedkoopste oplossing."

"Tot nu toe ervaren wij de overheid nochtans niet als een circulaire bouwpartner", klonk het daarop kritisch uit het publiek. "Wanneer gaan er aanbestedingen komen die echt 100% inzetten op circulair bouwen?"

"Er zijn veel overheden", counterde Geets die opmerking. "De Regie der Gebouwen werkt bijvoorbeeld op een totaal andere manier dan ons. Daarnaast zijn er ook nog de steden en gemeenten, het Agentschap Wegen en Verkeer ... Wij proberen allemaal wel samen te werken, maar elke overheid heeft toch nog vooral zijn eigen werkwijze. Maar ik kan alleen maar spreken voor de Vlaamse Overheid en wij hebben alleszins de intentie om voortaan in aanbestedingen genoeg punten op circulariteit te zetten, zodat circulaire producten en systemen het winnen. Je kan immers niet zeggen tegen burgers dat ze duurzamer moeten bouwen en het zelf niet doen."

Hoe het dan zit met de private sector, wilde iemand in het publiek ook nog weten. Volgens Geets zijn grote bedrijven er zeker al concreet mee bezig: "We stellen vast dat grote bedrijven toch steeds vaker circulair gaan bouwen, vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid."


Afsluitend panelgesprek

Na de namiddagbreak gaf Chris Baert, directeur ad interim van Kamp C een uiteenzetting over 't Centrum, het nieuwe circulaire kantoorgebouw van Kamp C, het Antwerpse autonoom provinciebedrijf dat duurzaamheid hoog in het vaandel voert. Hij deed dat in een filmpje dat hij opgenomen had en had doorgestuurd, want ook hij kon niet aanwezig zijn omdat het c-beestje hem te pakken had. Aan 't Centrum besteedden we op Circubuild al heel wat aandacht, onder meer in dit artikel.

Vervolgens schoven Gwen Vreven, Development Director bij Immobel, Ruben Braeken van B+ architecten en MOSARD en Wim Van Aerschot van het AGSL aan voor het afsluitende panelgesprek. Voor die laatste twee was het de tweede keer dat ze het podium betraden, na hun presentaties eerder die dag.

"In al onze projecten vertrekken wij van maximaal hergebruik van wat er al is. Een mooi voorbeeld van die aanpak is het Multi-project", vertelde Vreven. "CO2-neutraliteit in gebruik is daarnaast ook iets waar wij altijd naar streven. Ten slotte kijken we ook naar sociale duurzaamheid tijdens de bouw- en exploitatiefase."

De trigger voor Immobel om het circulair te gaan aanpakken was naar eigen zeggen van financiële aard. Vreven: "Banken zeiden ons dat ze projecten die niet CO2-neutraal zijn, vanaf 2025 niet langer gaan financieren."

De focus op hergebruik deed Immobel ook een eigen materialenbank aanleggen. "Zoals elke projectontwikkelaar krijgen wij te maken met gebouwen die niet langer worden gebruikt. Wel, wij gaan die ontmantelen om de materialen in eigen portefeuille opnieuw te gebruiken. Een interne materialenbank is het logische gevolg, want niet alle gebruikte materialen kunnen we meteen een tweede leven geven in een ander project", aldus Vreven.


Rolverschuiving

"Ruben, zie jij de rol van de architect verschuiven, net zoals die van de projectontwikkelaar stilaan verschuift richting een meer circulaire benadering", wilde moderator Galle weten.

"De wet van 1939 zorgt er natuurlijk voor dat wij als architect niet zelf kunnen ondernemen en dus zelf geen bouwsystemen kunnen ontwikkelen, tenzij via een ander bedrijf, zoals wij met B+ architecten met MOSARD deden of BC architects & studies met BC materials. Daarom zie ik de nieuwe rol van de architect in een meer circulaire bouwwereld eerder als overkoepeld. Hij kan een soort ecosysteemmanager zijn. Wat ook zou kunnen werken, is dat een architect zich net meer gaat specialiseren in een van de deelsaspecten van circulair bouwen. Zo zou één architect zich met gebouwbeheersystemen kunnen bezighouden, een andere architect met hergebruik enzovoort. Nu, daarin ligt zeker nog werk op de plank. Een architect moet vandaag de vergunningsproblematiek kunnen volgen, tekenen, klantenopvolging doen … Veel architecten blijven daardoor toch vooral hangen in het lineaire denken. Of ze denken wel circulair, maar nog altijd in een lineaire keten. De wet van 1939 moet eigenlijk gewoon worden aangepast."

Vreven: "Wij stellen vast dat onze rol steeds breder wordt. Ons werknemersbestand werd daarom de laatste vijf jaar systematisch uitgebreid met profielen die bezig zijn met duurzaamheid. Want naast met architecten en studiebureaus krijgen wij nu ook te maken met de Rotors van deze wereld, LCA-studiebureaus enzovoort. Die stakeholders zitten voortaan ook rond de tafel en dus is het belangrijk dat we dezelfde taal spreken."

"Wij zijn dan weer volop bezig met het uitschrijven van ontwerprichtlijnen zodat alle architecten uit de pool van architecten waar wij mee samenwerken uiteindelijk dezelfde duurzame benadering gaan hanteren", lichtte Van Aerschot toe dat hij ook de rol van stad als opdrachtgever ziet verschuiven.

Van Aerschot vertelde ook waar de samenwerking volgens hem nog beter kan. "Opdrachtgever, architect, ontwikkelaar, studiebureau: al die partners zouden meer rechtstreeks moeten samenwerken met de fabrikanten. Die hebben immers een belangrijke rol in de transitie naar een meer circulaire bouwwereld en zouden daarom meer bij projecten moeten betrokken worden."

Building Information Modelling of BIM heeft de samenwerking tussen alle bouwpartners de laatste jaren natuurlijk wel al aanzienlijk verbeterd, maar zowel Braeken als Vreven wilden daar ook de nodige kanttekeningen bij plaatsen. "Los van het hele BIM-verhaal, is het belangrijk om vooraf niet zomaar ambities rond duurzaamheid uit te spreken, maar ook na te gaan met alle bouwpartners of die realiseerbaar zijn. Vaak ben je als ontwerper hyperambitieus als het gaat over duurzaam en circulair bouwen maar kunnen niet al die ambities worden waargemaakt door een gebrek aan samenwerking", stelde die eerste.

"En we kunnen wel zo ver gaan as het aanleggen van een materiaalpaspoort, het is uiteindelijk wel de gebruiker van het gebouw die daar ooit mee aan de slag moet gaan", vond Vreven.

"Volstaan materiaalpaspoorten wel om kennis rond hergebruik van materialen over te dragen", wilde de moderator nog weten. "Is het niet jammer dat architect en ontwikkelaar geen advies meer kunnen geven in de gebruiksfase van een gebouw?"

"Sommige dingen zijn nu eenmaal eindig", was Vreven duidelijk. "Een hoge level of detail meegeven en benadrukken hoe precair circulair bouwen vandaag is; heel veel meer kunnen architecten en ontwikkelaars volgens mij niet doen."


Drie d's

Het panelgesprek werd afgesloten met de vraag wat volgens de sprekers de grootste hefboom voor circulair bouwen is.

"Het mag na vandaag duidelijk zijn dat er op juridisch vlak nog werk op de plank ligt. Maar we mogen ook wel vaker circulaire projecten belichten waarin de wetgever wél meewilde. Dat doen we te weinig", vond Van Aerschot. "Daarnaast zou ik zeggen: gewoon doen! En het hoeft allemaal niet heel groots te zijn. Je kan ook met circulair bouwen aan de slag op kleine schaal of op slechts enkele vlakken, dat is ook al wat."

"Delen!", was Braeken duidelijk. "Delen van kennis rond circulair bouwen tussen alle stakeholders. Je moet immers al in de ontwerpfase bezig zijn met de gebruiksfase."

"Ook mijn hefboom begint met een d: detecteren. Je moet zién dat er kansen liggen voor een nieuwe, circulaire manier van bouwen. Het bewustzijn om meer duurzaam te gaan bouwen is er alvast, dus nu komt het erop aan alle opportuniteiten op dat vlak te onderscheiden", beëindigde Vreven het boeiende panelgesprek.

De bijzonder leerzame studiedag werd afgesloten met een nieuwe overdracht van de Circubuild-award. Anton Maertens overhandigde de prijs die pionierswerk op het vlak van circulair bouwen beloont namens BC materials aan Stephan Kampelmann van Sonian Wood Coop. Daarover brachten we op Circubuild al dit artikel.

Deel dit artikel:

Onze partners