De klimaatverandering rechtvaardigt om sloop en heropbouw te promoten tegenover nieuwbouw. Maar om renovatie af te wegen tegenover sloop en heropbouw moet je volgens Sunita Van Heers, Managing Director en oprichter van SuReal, het bredere plaatje bekijken. Naar aanleiding van de vraag van de Vlaamse regering aan federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem om het verlaagde btw-tarief van 6 procent voor wie een woning sloopt en heropbouwt ook na 2022 te behouden, schreef ze er een column over. Daarin noemt Van Heers de vraag van de Vlaamse regering ondoordacht. Het opiniestuk verscheen eerder al in De Tijd.
De Vlaamse regering roept de federale regering op om sloop en heropbouw ook na 2022 tegen 6 procent btw mogelijk te maken. Die btw laag houden – een federale materie – moet meer Vlamingen overtuigen om in een milieuvriendelijke woning te investeren. Maar het is een te beperkte redenering, die boven op de al ondermaatse klimaatplannen komt die Vlaanderen op de klimaattop COP26 in Glasgow heeft voorgesteld.
De redenering luidt dat een huis in slechte staat, met een energielabel slechter dan F, slopen en heropbouwen een kleinere milieu-impact heeft dan renovatie. Als we naar het volledige plaatje kijken, klopt die logica niet altijd. Sloop brengt een niet te onderschatten milieu-impact mee, en heropbouw heeft dezelfde impact als nieuwbouw. Geef sloop en heropbouw geen verlaagd btw-tarief, maar stem het steunbeleid af op de totale milieu-impact, zoals vanaf 2022 in Frankrijk gebeurt.
Heb je bij sloop en heropbouw een sterke aandacht voor ‘biobased materials’ – natuurlijke materialen met een lage CO2-uitstoot én een energieconcept met een lage CO2-uitstoot – dan kan je project een lagere totale milieu-impact hebben dan een renovatie. Is die aandacht er niet, dan is er geen enkele garantie dat de totale milieu-impact van sloop en heropbouw (de uitstoot die gepaard gaat met de sloop van materialen boven op de uitstoot van productie, plaatsing en onderhoud van materialen voor de heropbouw) beter zal zijn dan die van renovatie. Een doordachte renovatie van een woning, zelfs met het label F of slechter, kan een lagere milieu-impact hebben.
De bijgaande grafiek (zie fotocarrousel, red.) toont een studie die we hebben uitgevoerd naar verschillende scenario’s van renovatie en nieuwbouw, met telkens andere parameters, zoals energiebronnen en ventilatiesystemen. We hebben de milieu-impact op 60 jaar bekeken, weergegeven als milieuschadekosten, en zien duidelijk dat renovatiescenario 2 veel lagere milieuschadekosten heeft dan het beste sloop- en heropbouwscenario.
Verruimen we het grotere plaatje nog, dan moeten we in de keuze tussen slopen en heropbouwen of renoveren ook rekening houden met historische waarde, de flexibiliteit van een gebouw en de structurele waarde van een woning. Een herenhuis met enkelglas en een ongeïsoleerd dak afbreken omdat het een energielabel F of slechter heeft, is volledig onterecht. Die woningen hebben meestal een grote historische en architecturale waarde en een grote flexibiliteit dankzij de grote plafondhoogte en de houten roostervloer. Er bestaan voldoende voorbeelden van succesvolle, klimaatvriendelijke én budgetvriendelijke verbouwingen daarvan.
Sloop en heropbouw promoten is correct. Maar dit klimaatdebat gaat veel verder dan alleen energiezuinig bouwen of wonen. Het gaat vooral over biodiversiteit en hoe we de gevolgen van het veranderende klimaat kunnen opvangen, bijvoorbeeld hittegolven of hevige regenval. We dienen minder te bouwen, minder te versnipperen, minder groen aan te snijden en minder te verharden. Waarom niet het btw-stelsel, de registratierechtenkorting en andere financiële incentives koppelen aan een totale milieu-impact én biodiversiteitsimpact?
Bron: De Tijd